‘Zeg Lagercrantz, als jij nou eens even de meest succesvolle thrillerserie van de afgelopen jaren voortzet? Kun jij wel, kerel. Ja, zo’n 400 pagina’s van wat Larsson ook al schreef. Nou, ik moet rennen. Later!’ Het verzoek zal misschien iets meer voeten in de aarde hebben gehad, maar de strekking blijft hetzelfde: je moet je op alle fronten meten met je voorganger en je moet ook op hem lijken. Ik was bijna bang om te gaan lezen, want stel dat het niks is? Maar laat ik u gerust stellen: het is niet niks, het is een erg goed boek geworden.
Mikael Blomkvist heeft niet zo vreselijk veel meer gepresteerd, na zijn onthullende artikelen over Zalachenko, de wrede mensenhandelaar die notabene door de Zweedse overheid werd beschermd. Hij raakt een beetje in het vergeethoekje, of erger: mensen zeggen over hem dat hij het spoor bijster is, dat hij het niet meer heeft en dat Millennium, zijn blad, de moeite van het lezen niet meer waard is. De eigenaren van het blad staan al klaar om de formule om te gooien en Mikael als boegbeeld van de ‘oude journalistiek’ weg te promoveren naar Londen. Zijn relatie met Lisbeth Salander is ook min of meer afgelopen. Maar dan krijgt hij een tipgever op bezoek met een warrig verhaal waar hij normaal niets mee zou doen, maar iets doet hem vermoeden dat Lisbeth betrokken is. Hij belooft het verder uit te diepen en dan raken de gebeurtenissen in een stroomversnelling. Zijn bron wordt praktisch onder zijn neus doodgeschoten. Die laat een autistische zoon na, die echter een savant blijkt te zijn: hij kan razend goed tekenen en rekenen. Nu dreigt die jongen de moordenaars identiteit te onthullen, dus is hij ook in levensgevaar. Maar dat is buiten Lisbeth gerekend, want zij komt door slim redeneren op het juiste moment tussenbeide. En dan is het spel pas goed op de wagen.
Het boek speelt rond internetcriminaliteit, er is sprake van een grootse uitvinding die maar beter niet in verkeerde handen kan vallen en de NSA krijgt er van langs. Modern, dus. De intelligentie van de thriller zit hem dan ook vooral daarin, minder in de psychologische gelaagdheid. En de redactie van een opinieblad vind ik persoonlijk een mooi decor vormen.
En dan de hamvraag. Is David Lagercrantz nou net zo goed als Stieg Larsson? En het antwoord is irritant politiek correct: ja en nee. Ja, omdat het verhaal glad is, het is af, het is doordacht, goed gedoseerd, enzovoort. Lagercrantz kan schrijven, geen twijfel mogelijk. Het boek is een stuk gepolijster dan de eerste drie. Maar dat was nou ook juist het goede aan Stieg Larsson: het onvoorspelbare en het rauwe. Iedere keer als je dacht: ‘het moet niet gekker worden’, kwam Salander weer uit de hoek op een manier waar het verhaal weer door werd opgezweept. Dat ontbreekt in dit vierde boek: Lisbeth, maar ook Blomkvist en alle andere bekenden zijn hetzelfde gebleven. Hetzelfde, da’s meestal geen compliment voor een schrijver. Maar ongetwijfeld was het de strikte opdracht voor Lagercrantz. Meer van hetzelfde. En dat heeft ie goed gedaan!