Akkad, Omar El | Een Amerikaanse oorlog

Een Amerikaanse oorlog is de debuutroman van Omar El Akkad,  een voormalig oorlogsverslaggever die in deze roman een oorlog uit de toekomst beschrijft. Het verhaal speelt zich in de laatste drie decennia van de eenentwintigste eeuw.

De Verenigde Staten zijn geconfronteerd met de gevolgen van de opwarming van de aarde en hebben aanzienlijke delen van hun land onder water zien verdwijnen. De overheid probeert te voorkomen dat er nog meer land verloren gaat door het gebruik van fossiele brandstoffen te verbieden. Dit leidt tot een burgeroorlog. Net als eeuwen geleden staan de zuidelijke staten lijnrecht tegenover de noordelijke staten.

Een afschuwelijke oorlog breekt uit waarin naast de legers ook zelfstandige rebellengroepen opereren die niets en niemand ontziend hun slag slaan. Oprukkende legers uit Mexico vormen een extra bedreiging  terwijl ook aanvallen met biologische wapens en oncontroleerbaar rondvliegende drones hun slachtoffers eisen.

Het zuiden ontvangt humanitaire hulp uit Bouazizi, een groot rijk waarin alle Arabische landen zich hebben verenigd nadat ze na de zoveelste Arabische lente zich eindelijk hebben ontdaan van hun dictators.

In Een Amerikaanse oorlog kruipen we in het hoofd van Sarat (Sara T. Chestnut). Vanuit bedreigd neutraal gebied probeert haar vader met zijn gezin naar het noorden te trekken. Voordat dat gebeurt komt hij echter om bij een aanval van een zuidelijke rebellengroep. Sarat komt vervolgens met haar moeder, broer en tweelingzusje in een vluchtelingenkamp voor inwoners van de zuidelijke staten terecht.

Sarat is een opvallend meisje: groot en stoer. Ze heeft niet veel vrienden en vriendinnen, slechts een ander buitenbeentje trekt met haar op.  In het kamp ontmoet ze een zekere Gaines. Gaines vervult een soort vaderrol in het leven van Sarat. Hij maakt gebruik van de rol die hij in haar leven speelt door haar voor zijn eigen karretje te spannen en haar op te zetten tegen de noordelijke staten. Sarat raakt  hierdoor steeds meer betrokken bij het verzet van de zuidelijke rebellengroepen.

Na een afschuwelijke aanval op het vluchtelingenkamp die talloze slachtoffers eist, wordt ze alleen nog maar gedreven door een verlangen naar wraak en vergelding. Ze boekt succes in haar strijd, maar wordt verraden en opgepakt. Getekend voor het leven komt ze uiteindelijk vrij,  vervuld van haat en wraakzucht. Sarat is bijna geen mens meer, alleen in haar contact met neefje Benjamin zien we nog iets van menselijk gevoel.

Een Amerikaanse oorlog is een boeiend verhaal. Het zou zo maar kunnen gebeuren wat Akkad hier beschrijft: klimaatverandering met alle gevolgen van dien die tot nieuwe oorlogen leidt, een Arabische grootmacht die een leidende rol op het wereldtoneel speelt.

Met Sarat heb ik een haat-liefde verhouding opgebouwd tijdens het lezen. Het buitenbeentje waar ik sympathie voor had, werd bijna een robot aangestuurd door haat en wraak. Oorlogservaringen kunnen leiden tot ontmenselijking en daarvan is Sarat  een sprekend voorbeeld. Maar ze stond te ver van me af, om me nog te kunnen identificeren en persoonlijk vind ik dat jammer.

Saint-Exupéry, Antoine de | Nachtvlucht

Nachtvlucht - Antoine De Saint-Exupéry

Ook dit boek uit de stal van uitgeverij Bint is al op leeftijd: in het Frans verscheen het voor het eerst in 1931, in het Nederlands pas in 1987. Nu dus een heruitgave in 2017. Maar de vraag die Antoine de Saint-Exupéry in zijn boek centraal stelt is dan ook van alle tijden en plaatsen, alsmede ook de kracht van de personages.

De onbetwiste hoofdpersoon van het verhaal is Riviére, de chef van het hele luchtnet ten tijde van de eerste intercontinentale vluchten. Hij staat voor de moeilijke keuze om ‘s nachts vluchten te laten uitvoeren. In die tijd een bijzonder gewaagde keuze, want het betekent blind vertrouwen op de techniek. Daar is nog lang niet iedereen klaar voor, maar Riviére zet door. In de nacht die beschreven wordt, zijn er verschillende piloten onderweg.

Pellerin is de piloot die zojuist een kist succesvol aan de grond zet in Buenos Aires. Hij wordt als een held binnengehaald, iedereen kijkt tegen hem op, ook Riviére. Iedereen wil graag bij hem zijn, hij is de belichaming van de vooruitgang, hij heeft het niet bedacht, maar hij heeft het wel gedaan. Fabien is de piloot die onderweg is. Hij belandt in een

orkaan, drijft af en moet de confrontatie met de orkaan aangaan. Eigenlijk verdwijnt deze piloot in stilte. Letterlijk, maar ook in termen van vooruitgang is deze piloot geen beter lot beschoren. De laatste piloot blijft naamloos. We zien hem afscheid nemen thuis, waar hij eigenlijk al met zijn hoofd in de wolken zit. Opmerkingen over angst van Riviére lacht hij weg, hij is een en al moed.

En voor dat orkest van vooruitgang staat dirigent Riviére. Hij is degene die het startsein heeft gegeven, hij leidt de muziek naar een donderend slot waar hij een beeld bij heeft, maar waar hij het orkest wel eerst naartoe moet leiden. Hoewel de piloten en hun werk uitgebreid aan bod komen, ligt de druk en de verantwoordelijkheid volledig bij Riviére. Hij probeert op alle mogelijke manieren zich vrij te houden om zijn doel te bereiken. Hij gaat geen persoonlijke relaties aan met personeel, eigenlijk met niemand. Hij houdt de vrouw van de piloot op een afstand. Hij voelt verbondenheid met een monteur zonder vrouw.

Het roept levensgroot de vraag op: wat moeten mensen die een missie hebben eigenlijk allemaaldoorstaan? Ze zetten alles opzij om hun droom na te jagen. Ze torsen een verantwoordelijkheid waardoor een plezierig leven ver te zoeken is, maar ze blijven vechten.

Erg goed in kaart gebracht door De Saint-Exupéry, dit vraagstuk. Niet alleen een erg mooi verhaal om te lezen (ondanks verouderde technieken en communicatiemiddelen), maar erg nuttig om te lezen voor iedereen die zich op een leidinggevende plek in de maatschappij weet. Niet als zelfhulpboek, maar wel om de waarheid onder ogen te zien: it’s lonely at the top.

Gardam, Jane | Een onberispelijke man & Een trouwe vrouw

Getriggerd door alle media-aandacht en lovende recensies die de Engelse, veelvuldig bekroonde Jane Gardam kreeg, begon ik aan Een onberispelijke man. Twee dagen later had ik het uit en las in nóg een dag ademloos ook deel twee van de trilogie, Een trouwe vrouw. Ja, het was vakantie. Maar alle credits voor de begaafde schrijfster die wel vergeleken wordt met Jane Austen, Katherine Mansfield en Penelope Fitzgerald om maar een paar grootheden te noemen.

Een onberispelijke man

Een onberispelijke man vertelt het verhaal van Edward Feathers, bijgenaamd Old Filth (Failed in Londen Try Hongkong). Een naam die niet past bij deze gentleman aan wie alles onberispelijk lijkt. Zijn voorkomen, zijn manier van doen, zijn carrière als advocaat en later rechter in Hongkong. Maar wie is Old Filth nu echt? Gaandeweg ontvouwt zich het verhaal van deze zogenaamde Raj-wees, kind van Britse koloniale ambtenaren in Maleisië. Zijn moeder sterft bij zijn geboorte en hij wordt – net als vele andere Raj-wezen – op jonge leeftijd naar het ‘moederland’ gestuurd om niet vroegtijdig te overlijden aan inheemse ziekten en een gedegen opleiding te krijgen. Stukje bij beetje ontvouwt zich het levensverhaal van de nu gepensioneerde rechter. Als kind traumatische ervaringen opgedaan in een pleeggezin in Wales. Een gelukkige tijd gehad op zijn kostschool. Gaat op verzoek van zijn vader terug naar het oosten als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt maar belandt via een vergeefse reis op de universiteit van Oxford. Start als advocaat in Londen. Maakt uiteindelijk glansrijk carrière in Hongkong. En kijkt nu zijn vrouw Betty overleden is, in zijn huis in de Donheads, terug op zijn leven en (kinderloze) huwelijk.

In een paar zinnen dit mensenleven tussen wieg en graf. Maar er is zoveel meer. Gardam verstaat de kunst om onbenoemd te laten wat gezegd moet worden. Tussen de regels door vormt de lezer zich een steeds scherper beeld van Edward. Geplaagd door jeugdherinneringen, bang om verlaten te worden, onhandig in de omgang met zijn vrouw van wie hij toch veel houdt. Bij het ouder worden en terugkijken kruipen de vragen door de kieren van zijn onaantastbaarheid heen. Wat heeft er precies plaatsgevonden tussen Betty en zijn aartsrivaal Terence (Terry) Veneering?

Een trouwe vrouw

In Een trouwe vrouw krijgen we het perspectief van Betty op haar huwelijk met Edward. Als jonge vrouw – wees, geboren in Shanghaj, deels opgegroeid in een Japans interneringskamp – keert ze in de zestiger jaren terug naar haar geliefde, lawaaierige, geurrijke Hongkong. Betty, met haar kastanjerode krullen, is dan bijna dertig en heeft geen vooruitzichten, geen geld. Handgeschreven, dat wel, maar op briefpapier van een advocatenkantoor ontvangt ze het onberispelijke huwelijksaanzoek van Edward Feathers. Haar reactie: ‘Maar natuurlijk ga ik met hem trouwen. Ik zou niet weten waarom niet.’ Later vermoedt de lezer hoe ze met terugwerkende kracht haar overleden moeder blij wil maken. Een voorbeeldige echtgenote zijn, old English style, een man trouwen met perspectief en geld. Dat het niet het meest passievolle huwelijk zal worden, heeft ze meteen door. Desondanks belooft ze Edward haar eeuwige trouw, op zijn voorwaarde: ‘Verlaat me nooit. Ik zal het nooit meer vragen. Maar verlaat me nooit.’ Als ze kort daarna de flamboyante Terry Veneering ontmoet, besluit ze zich eenmaal aan hem te geven. Als is het maar voor één onvergetelijke herinnering. Toch blijft ze daarna haar leven lang bij Edward, van wie ze op een heel andere manier oprecht lijkt te houden. Of is haar liefde een keuze, een kwestie van trouw?

Het krachtige van deze twee romans zit hem wat mij betreft in de gelaagdheid. De manier waarop Gardam langzamerhand steeds meer onthult en twee verhalen met elkaar verweeft, zonder alle losse eindjes te willen vastknopen. Haar schrijven geeft blijk van inzicht in de menselijke psyche, is zintuigelijk en beeldend en geregeld humoristisch. Jammer vond ik de mijns inziens onnodige vloeken. Voor het overige vind ik Gardam’s stijl verfijnd. Ze is een kunstenaar die schildert met woorden, en geuren, kleuren, de hele sfeer prachtig verwoordt. Nu is het wachten op Laatste vrienden, het derde deel van de trilogie.

Wieringa, Tommy | Dit zijn de namen

Dit zijn de namen - Tommy WieringaTommy Wieringa is vooral bekend geworden met het boek Joe Speedboot. Dat was een lichtvoetig boek over de coming of age van Fransje Hermans, stampvol met doldwaze avonturen, bijzondere vriendschappen, groteske vrolijkheid en af en toe een traan. Dit zijn de namen is een totaal ander boek, maar tegelijk een herkenbare Wieringa.

Het boek bevat twee verhalen, die elkaar pas ver over de helft van het boek raken. Wieringa vertelt beide verhalen tegelijkertijd, maar ze zijn zo totaal verschillend qua herkenbaarheid en sfeer, dat je lang het idee houdt dat de verhalen in twee verschillende tijdperken en werelddelen spelen.

Het eerste verhaal vertelt over Pontus Beg, een wat mopperige politiecommandant die al jaren op z’n post zit en eigenlijk niet veel meer vanher leven verwacht. Hij is niet ontevreden, maar kijkt ook niet terug op een volmaakt leven, zowel in z’n carrière als privé. Op enig moment ontdekt hij dat hij Joods bloed heeft en hij verdiept zich in zijn roots. Hij raakt bevriend met een rabbijn, die met hem schaakt en en passant leert wat het is om Joods te zijn. ‘Ziet u het niet?’ zei de rabbijn. ‘Juist dat is voor anderen zo slecht te verdragen. God die zich over ons ontfermt en rampen stuurt naar Egypte. (…) Als een vader een favoriete zoon heeft,’ zei hij met zijn rug naar Beg toe, ‘dan zal er altijd jaloezie in huis zijn.’

Terwijl Pontus zich verdiept in zijn roots, dwalen vijf mannen, een vrouw en een kind door de woestijn. Ze zijn op weg naar het land waarvan hen beloofd was dat het voor hen zou liggen, dus ze lopen en lopen tot ze er letterlijk bij neervallen. Onderling ontstaat ruzie en de enige Ethiopiër van het gezelschap, steevast aangesproken met Afrika, wordt zondebok van de kleine groep. Ook het feit dat hij zich ontfermt over een gestruikeld groepslid helpt hem niet. Het onbegrip neemt toe en de verdachtmakingen leiden tot ertoe dat de groep zich tegen de man keert. Gek genoeg is dat uiteindelijk de gebeurtenis die de groep uiteindelijk uit de woestijn leidt. Hun ontvangst in de stad die hun verlossing had moeten zijn, weet helemaal niet hoe met deze mensen om te gaan.

Symboliek

De bijbelvaste lezer heeft in deze gebeurtenissen allang de geschiedenis van het volk Israel in de woestijn herkend. Ook dat de dood van een van de vluchtelingen leidt tot verlossing van de rest van de groep is een bekend Messiaans patroon. Ook de plek van de vluchtelingen in de stad is een verwijzing naar de plek van de Joden in de wereldgeschiedenis.

Wieringa stopt dus erg veel symboliek in het boek (ik noemde slechts enkele voorbeelden, maar het boek barst ervan), maar die daalt pas later in. In eerste instantie wordt alle aandacht toch vooral opgeëist door de gruwelen van de woestijntocht. Deze tocht wordt vergeleken met de gruwelen in de kampen van de Tweede Wereldoorlog, wat weer een parallel is met het lot van het Joodse volk. En dan te bedenken dat zowel de woestijnreis en de jodenvervolging werkelijkheid waren, maar dat ook dit soort zwerftochten van vluchteling nog steeds voorkomen. Het maakt het lezen van dit boek tot een intense ervaring en het werpt een bijzonder licht op de bijbelse geschiedenissen en de geschiedenis van Israel.

Valsecchi, Pietro | Eerste familie

De Italiaanse acteur en belangrijke tv- en filmproducent Pietro Valsecchi heeft een prachtig verhaal aan het papier toevertrouwd. Blijkbaar wordt het door meer mensen als goed ervaren, er wordt namelijk een film van gemaakt: Eerste familie. De scenarioschrijver van bekende films als Goodfellas en Casino, Nicholas Pileggi, zal dit op zich nemen.

Rond 1900 vertrekken Luigi en Carmela Palermo als arme immigranten vanuit Sicilië naar Amerika, het land waar al je dromen waargemaakt worden.  Samen met hun kinderen Sal, Tony, Nina en Frank bouwen ze een nieuw bestaan op. Het leven is hard voor hen. In de wijk Little Italy (New York) proberen ze aan de greep van de maffia te ontsnappen. Wanneer Frank en Sal elkaars bittere vijand worden, valt de familie uit elkaar. Ondertussen worstelt Carmela met haar gezin, probeert Luigi het financiële hoofd boven water te houden, is Tony idolaat van film en probeert hij koste wat kost in de filmindustrie bij Warner Bros (Hollywood) te komen en gaat de strijd onverminderd voort tussen Sal en Frank. Is iemand nog in staat het tij te keren?

De karakterontwikkeling in Eerste familie is prachtig. Heel realistisch: ‘Geen enkele politieman- zelfs Basile niet- had zich ooit kunnen voorstellen wat voor effect die vijf dagen van stompen en schoppen tegen de muur op hem hadden. Hij was dat hok in gegaan als een volwaardige maffioso, als een man met de meedogenloosheid, de uiterlijke onverstoorbaarheid, de zelfbeheersing die hem in staat zouden stellen om welke situatie dan ook meester te zijn en om elke keer de strategie te kiezen die het meest in zijn voordeel was.’

Valsecchi is in staat om met eenvoudige woorden de geschiedenis tot leven te wekken. Je ervaart zelf wat het is om in het begin van de 20e eeuw te leven als arme arbeider in de Italiaanse wijk in New York. Het verhaal wordt heel zintuiglijk beschreven. Voor even waan jij je in die tijd. Dat is een verdienste van de auteur!

Eerste familie is de ongekroonde opvolger van het Godfatherverhaal. Helaas laat het taalgebruik flink te wensen over.

Vanderstraeten, Margot | Mazzel tov

Op een steenworp afstand van elkaar: twee  compleet verschillende werelden. In Mazzel tov neemt Margot Vanderstraeten, een Belgische studente aan het Hoger Instituut voor Vertalers en Tolken in Antwerpen, ons mee binnen de muren van een orthodox -joodse familie. Met grote regelmaat komt ze bij de familie Schneider over de vloer om de kinderen bijles te geven. Er gaat letterlijk een wereld voor haar open. De joodse gemeenschap is een gesloten gemeenschap. Dat geldt ook zeker voor het gezin Schneider, maar het lukt Vanderstraeten om toch min of meer deel uit te gaan maken van het gezin.

Met Yakov en Elzira, de twee middelste kinderen uit het gezin, krijgt Vanderstraeten een steeds persoonlijker contact.  Hierbij komen  de verschillen tussen (orthodoxe) joden en de van huis uit Rooms Katholieke  huiswerkbegeleidster  op integere wijze aan de orde. Er is aanvankelijk onbegrip. Vanderstraeten begrijpt weinig van de manier waarop dit joodse gezin zich afzondert in de moderne samenleving van een wereldstad. Maar op integere wijze stelt ze haar vragen en krijgt zo ook antwoorden. Bepaalde aspecten van de joodse cultuur, zoals de koosjere keuken en de wijze waarop man en vrouw met elkaar omgaan worden uitgelegd.   Verschillen tussen de diverse joodse stromingen komen op heldere wijze aan de orde. Zelfs heikele onderwerpen als de Holocaust, de Palestijnse kwestie en het uithuwelijken kunnen besproken worden.

Vanderstraeten heeft zelf een relatie met een uit Iran gevluchte man. Het omgaan met mensen uit andere culturen is haar dan ook niet vreemd. Ook in die relatie zijn er grote verschillen en vaak ook onbegrip. Deze persoonlijke verhaallijn biedt een overtuigende meerwaarde aan Mazzel tov. De joodse familie mag op haar beurt ook kritische vragen aan Vanderstraeten stellen.

In Mazzel tov worden verschillen openlijk benoemd en niet weggepoetst, maar er is altijd respect en waar mogelijk worden er bruggen geslagen.  In onze,  onder druk staande,  multiculturele samenleving valt hier nog wel iets van te leren.

Vanderstraeten is zeker voor Elzira veel meer dan de ‘juffrouw die bijles komt geven’. Er ontstaat een vriendschap die de bijlesperiode overstijgt. Vanderstraeten helpt Elzira met haar beperkingen en onzekerheden om te gaan en vindt daarvoor ook bij de ouders Schneider veel waardering.

Als de bijlesperiode al lang is afgesloten, blijven de contacten. Bezoeken aan Israël, waar Vanderstraeten kennis maakt met de zeer traditioneel orthodoxe joodse gemeenschap, en New York waar de kinderen Schneider hun bestemming vinden, volgen.

Hoewel non-fictie, leest Mazzel tov als een roman. Een interessante roman die ook voor de lezer een wereld doet opengaan. Een echte aanrader!

Levy, Deborah | Warme melk

Warme Melk laat zien hoe getalenteerd Deborah Levy is. Deze Britse auteur (1959) heeft alles geschreven wat er te schrijven valt. Poëzie, fictie, non-fictie, toneelspelen en zelfs hoorspelen. In 2016 heeft Levy het origineel Hot Milk geschreven en in 2017 hebben Astrid Huisman en Roos van de Wardt Hot Milk vertaald voor uitgeverij De Geus.

In Warme Melk volgen we Sofia en haar moeder Rose. Sofia is met haar moeder afgereisd naar Spanje. Daar werkt een arts die haar moeder misschien kan helpen. Het is een laatste poging om Rose te genezen. Sofia’s moeder heeft al talloze artsen versleten. Elke keer dat ze in de buurt komt van een diagnose en behandeling komt er een nieuwe klacht bij. Haar moeder kan soms lopen, soms niet. Meestal niet als Sofia in de buurt is. Rose claimt Sofia in alles. Toch is het maar de vraag of Rose haar dochter bij zich probeert te houden, of dat het Sofia is die haar moeder niet los kan laten.

Rose zat in haar stoel. Haar achteraanzicht was verschikkelijk om te zien. Het was kwetsbaar. Van achteren lijken mensen meer op wie ze écht zijn. Haar haar was opgestoken en ik zag haar nek. Haar haar werd dunner. Er hingen een paar krulletjes in haar nek, maar afgaand op het vest dat ze in de hitte van de woestijn netjes over haar schouders had gedrapeerd kreeg ik de indruk dat ze dit ritueel van haar moeder had geërfd en naar Almería had geëxporteerd. Het was heel aandoenlijk, dat vest. De liefde voor mijn moeder is als een bijl. Ze hakt er diep in.

(p. 144)

Warme melk zit tjokvol motieven. De melkweg is het eerste motief dat aan bod komt. Niet de echte melkweg, maar een screensaver op Sofia’s laptop. De melkweg lijkt te staan voor het leven. In het begin zit de melkweg (Sofia’s leven) in haar laptop. Maar Sofia komt los van haar oude digitale leven. Warme Melk is een ontdekkingstocht voor Sofia. Ze laat al haar remmen los en probeert los te komen. Los van banden die gesymboliseerd worden door de hond van Pablo en medusa’s. De hond van Pablo is een overduidelijk symbool omdat hij altijd vast zit aan een ketting en door Sofia wordt bevrijd. De medusa’s staan op twee manieren symbool voor banden. Als de mythische figuur Medusa die je versteende met haar blik, maar ook als de zeemonsters (kwallen) die je omstrengelen met hun tentakels.

Sofia komt nogal radicaal los van haar banden. Ze gaat mee in wat er gebeurt zonder enige terughoudendheid. Ze lijkt de controle kwijt. Ondanks dat ik me niet kan identificeren met Sofia boeide Warme Melk me wel. Deborah Levy heeft een prettige en afwisselende stijl van schrijven. Ze omschrijft precies genoeg en laat ruimte voor je eigen verbeelding. Wat mij betreft is Warme Melk een absolute aanrader, alleen is de incidentele vloek jammer en overbodig.

Grisham, John – Het eiland

Het eiland - John GrishamHet nieuwste boek van John Grisham mag de naam thriller nauwelijks dragen. Niet per se slecht geschreven (daar is Grisham te goed voor), maar ook niet wat de doorgewinterde fan mag verwachten. Deze keer verkent Grisham de schimmige wereld van de handel in eerste drukken van beroemde boeken.

Het boek begint met het spannendste gedeelte. Een aantal criminelen heeft ontdekt dat in de kelders van de universteit van Princeton een aantal kostbare boeken liggen, te weten de manuscripten van F. Scott Fitzgerald met als belangrijkste boek ‘The great Gatsby’. Ze weten ook dat er mensen op de wereld zijn die miljoenen zouden uitgeven om deze documenten te bezitten. Niet dat ze er wat mee zouden kunnen, maar er zijn nou eenmaal mensen die er erg blij van worden als ze iets kunnen bezitten wat verder niemand bezit. Deze criminelen plannen een slimme overval, krijgen de manuscripten inderdaad in hun bezit, maar enkele van de daders worden al snel opgepakt. Maar daar zijn de manuscripten nog niet mee boven tafel.

De verzekeraar van de documenten huurt een particulier opsporingsbureau in, dat opereert in de ‘grijze gebieden’ waar de FBI vanwege de beperkte procedures en rechtsgang niet kan werken. Dit bureau heeft er lucht van gekregen dat de documenten in het bezit zijn van een flamboyante boekhandelaar en verzamelaar Bruce Gable. Van Gable is bekend dat hij zich graag inlaat met auteurs. Hij regelt signeersessies, dineert met hen en in geval de schrijver van vrouwelijke kunne is, waagt hij ook nogal eens een verleidingspoginkje. Het bureau zoekt dus een aantrekkelijke auteur die zich met Gable kan inlaten om erachter te komen of hij de manuscripten inderdaad in bezit heeft. En zo komen we bij hoofdpersoon Mercer Mann. Zij heeft een redelijk succesvol boek geschreven, haar tweede wil niet vlotten, ze heeft schulden, geen relatie; kortom, de ideale undercover. En zo begint het echte verhaal.

Amoureuze undercover

De manier waarop auteurs verder met elkaar omgaan en het wereldje rond de boekhandel van Gable is idyllisch. Het speelt zich allemaal af op Camino Island en het gesloten wereldje waarin iedereen elkaars kent en zich vrolijk met andermans leven bemoeit lijkt op een afstandje een groot feest. Grisham weet een uitstekende sfeer neer te zetten. De hoofdpersoon is Mercer, maar de figuur Gable komt veel beter uit de verf. Hij is intelligent, charmant, geslepen en niet echt oneerlijk. Mercer blijft een beetje vlak: ze wil eigenlijk niet undercover, doet het toch vanwege het geld, maar dan wel met de nodige reserve, die ze uiteindelijk toch ook weer laat varen. Beetje type pion.

De handel in boeken had ik graag wat verder uitgediept gezien. Hoe herken je bijvoorbeeld een echt werk of een vervalsing? Hoe conserveer je een echt oud boek? Dat blijft nu allemaal wat onderbelicht. Grisham heeft zich wat verdiept in de wereld van de manuscripten, wat rondgescharreld zoals hij het zelf noemt. Ongetwijfeld hebben de hoge bedragen die er in omgaan hem op het idee gebracht dat deze wereld het decor van een misdaadroman kon zijn. Maar het milieu is te lief om de suspense te dragen.

Hij leunt daarom nogal zwaar op de seksuele spanning die er is tussen de redelijk naïeve Mercer en beroepsverleider Bruce Gable. Bruces open huwelijk met alle escapades wordt ook grondig doorgelicht. Het ligt er niet duimendik bovenop, maar in Gable wereld is seks valuta. En daar stelt Grisham me enigszins teleur: hij heeft keer op keer bewezen dat hij in een superspannend boek allerlei technische details over het juridische wereldje kwijt kan zonder saai te worden. Hij heeft deze goedkope trucs niet nodig, wat mij betreft.

Spit, Lize | Het smelt

Lize Spit - Het smelt Terwijl ik deze recensie schrijf, is het zomer. De dagen zijn beklemmend. Drukkend, broeierig, klam. De natuur houdt telkens opnieuw de adem in tot er weer een bui losbarst.

Een zelfde soort beklemming ervoer ik bij het lezen van Het smelt, debuutroman van de Vlaamse Lize Spit. De schrijfster weet in haar – bijna 500 pagina’s dikke – roman een onheilspellende spanning op te bouwen. Hoofdpersoon Eva, twintiger, rijdt met een gigantisch blok ijs in de kofferbak naar haar geboortedorp, het Vlaamse Bovenmeer. Aanleiding is de herdenking van een overleden dorpsgenoot. Maar de werkelijke reden blijkt wraak te zijn. Wat is er dertien jaar geleden in de warme zomer van 2002 gebeurd? Stukje bij beetje, door middel van hoofdstukken die zich afwisselend in heden en verleden afspelen, krijgt de lezer clues in handen.

In Eva’s geboortejaar werden er in het dorp slechts twee andere kinderen geboren, Laurens en Pim. De drie vormen een vriendschapstrio en trekken als de ‘Drie Musketiers’ hun hele jeugd gezamenlijk op. Wanneer de puberteit aanbreekt en de jongens een wreed spelletje bedenken, durft de verlegen Eva zich niet te onttrekken aan hun spel. Hoe zou ze kunnen? Ze heeft geen vriendinnen en ook van thuis kan ze geen heil verwachten. De treurigheid van haar thuissituatie sijpelt steeds nadrukkelijker door het verhaal heen. Met een drinkende moeder, gedesillusioneerde vader en een jonger zusje dat gaandeweg meer dwangneuroses ontwikkelt, kan Eva nergens heen.

Het wrede puberale spel krijgt een weerzinwekkende ontknoping. Wat er in die warme, broeierige zomer gebeurt, draagt Eva dertien jaar lang als een last mee. Een last die te groot is om met wraak alleen op te kunnen lossen, zo blijkt uit het sinistere slot van het boek.

Met gemengde gevoelens heb ik deze veelgeprezen roman – deels – gelezen. De manier waarop de auteur de dwanghandelingen van Tesje, de troosteloosheid van de thuissituatie, de sfeer van het Vlaamse dorp beschrijft, vind ik knap. Door de gedetailleerde beschrijvingen gaat het verhaal vlak onder je huid zitten. Maar met die gedetailleerde beschrijvingen had ik juist ook grote moeite als het gaat om de terugkerende seksuele (mis)handelingen.

Een professioneel jeugdwerker vertelde eens dat ze het programma Spuiten en Slikken had gekeken om te weten wat er leeft onder jongeren en wat ze kijken. “Maar”, zei ze, “ik had het niet willen zien. Er zijn dingen die je niet wilt weten, ook al weet je dat ze gebeuren.” Voor mij een reden om op een gegeven moment Het smelt weg te leggen, niet verder te lezen en het ondanks de schrijfstijl niet aan te bevelen.

Keeken, Caroline van | Zo worden wij niet

Caroline van Keeken’s Zo worden wij niet is het perfecte plaatje. Uiterlijk en innerlijk. Er wordt in recensies niet vaak aandacht besteed aan de omslag van een boek, maar deze verdient alle aandacht. Een voorkant zo mooi als een schilderij en een titel zo sterk als een (heel kort) gedicht. Hoe kan iemand dit boek laten liggen?

In Zo worden wij niet leven we kort mee met alledaagse mensen. Van een jong meisje tot een echtpaar op leeftijd. En ook al lijken ze zo gewoon dat ze je buren hadden kunnen zijn, hun verhalen zijn bijzonder. Bijna alle personages zitten opgesloten. Meestal niet letterlijk opgesloten, maar vast in zichzelf, in wat anderen van hen verwachten, in wat ze van zichzelf verwachten. Zo merkt het echtpaar in het titelverhaal dat ze langzaam veranderen in de typische 65-plussers die ze nooit wilden worden.

We zijn het stel geworden dat we vroeger uitlachten. We wierpen elkaar blikken van verstandhouding toe, wanneer het zwijgende echtpaar naast ons op het terras de ober vermoeid om de rekening vroeg. Zo worden wij niet. We gaven de ander een onopvallende knipoog, grinnikten om grijzige instappers, bruine sandalen, om routine en verveling.
(p. 148)

Sommige personages ontsnappen, maar als ze dat doen, doen ze dat op een verrassende manier.

Caroline van Keeken vertelt nooit te veel. Haar verhalen beginnen direct, zonder introductie. Langzaamaan vertelt ze precies genoeg om het verhaal te blijven volgen. Eigenlijk moet je altijd tot het einde blijven lezen om het hele verhaal te snappen. Zo wist ik meerdere keren pas aan het eind of de hoofdpersoon een man of een vrouw was. Die manier van schrijven zorgt ervoor dat je constant verder wilt lezen en nooit het gevoel hebt dat het verhaal niet opschiet.

De meeste verhalen zijn in dezelfde stijl geschreven, met een zelfde opbouw, waarbij de ontknoping voor de laatste bladzijde bewaard wordt. Sommige verhalen wijken af. Neem Ljoeda, het verhaal waar Caroline van Keeken de NPO Verhalenwedstrijd 2015 mee won. Dit verhaal is abstracter, kunstzinniger. In drie bladzijden vertelt Van Keeken een verhaal over een dramatische gebeurtenis. Ze beschrijft het echter afstandelijk. De emoties van de hoofdpersoon worden niet beschreven. Desondanks is het duidelijk wat ze voelt. Een knap verhaal, maar toch ben ik blij dat Caroline de lezer in de andere verhalen iets meer begeleidt en meeneemt in de emoties van de hoofdpersonen.

Zo worden wij niet is een fantastisch boek dat makkelijk leest. Negatieve punten zijn er eigenlijk niet te vinden. De ontwikkelingen die de hoofdpersonen doormaken zijn indrukwekkend gezien de lengte van de verhalen. Ik ben dan ook erg benieuwd wanneer de eerste roman van Caroline van Keeken zal verschijnen!