Kranendonk, Anke | Weihnachtsoratorium

Weihnachtsoratorium is een novelle van Anke Kranendonk. Anke is actrice en schrijfster. Haar literaire debuut maakte ze met Altijd Vrolijk (waar we natuurlijk een recensie van hebben). Omdat Altijd Vrolijk in mijn persoonlijke top 10 staat, kon ik Weihnachtsoratorium niet laten liggen.

Anke trekt ons het podium op waar Helle een solo heeft in het Weihnachtsoratorium van Bach. Haar man en zoon zijn komen kijken. Als Helle na afloop haar man zoekt, is hij nergens te vinden. Helle voelt zich verlaten door haar man en dat wordt niet beter als ze haar man thuis aantreft.

Daar ligt hij, op de bank, onder het geelgeruite dekentje.
‘Frank’, zegt ze. ‘Wat is er?
‘Niks’, zegt hij, zonder op te kijken. De tv staat aan. Een schietfilm op Veronica.
‘Waarom lig je hier?’
‘Lekker’, antwoordt hij. ‘Ik was natgeregend.’
Een glas wijn staat naast hem. Zo’n grote, veel te vol geschonken.
‘Waar was je?’
‘Hier.’
‘Ik heb je overal gezocht.’
‘Ik was weggegaan.’
‘Waarom?’
Hij geeft geen antwoord, loert naar de tv.
(p. 35)

Weihnachtsoratorium lijkt over een saaie echtelijke ruzie te gaan, maar door Anke’s schrijfstijl wordt het een ruzie van betekenis. Anke heeft duidelijk inzicht in de mens. Als ze haar verhaal net iets anders had verteld, dan zou Weihnachtsoratorium over niets meer dan een grappige ruzie gaan. Ze vertelt alleen op zo’n manier dat je meevoelt met Helle en je zelfs geïrriteerd raakt door haar man. Weihnachtsoratorium is een kort verhaal, maar je wordt echt meegenomen in de ontwikkelingen die Helle doormaakt.

Op een enkele vloek na, zijn er geen minpunten. Weihnachtsoratorium is een boek dat je niet aan de kant zult leggen voor het uit is. Gelukkig hoeft dat ook niet, omdat het maar 91 pagina’s lang is. Ik bleef wel zitten met één vraag. Wat betekent het einde? Als iemand mij dat kan uitleggen, laat het weten!

Jan Terlouw | Kop uit ‘t zand

Jan Terlouw, wie kent hem niet? D66- coryfee, oud- Tweede Kamerlid, oud- minister en auteur van een heel aantal (jeugd)boeken. Eind 2016 is er een novelle van zijn hand verschenen. Kop uit ’t zand. Een novelle over het klimaat.

Het 95 pagina’s tellende boek begint met een heftige gebeurtenis. Na kennis gemaakt te hebben met de achtergrond van de hoofdpersonages, Bart en Fleur, steekt een milieuactivist zichzelf op het Plein voor de Tweede Kamer in brand. Het blijkt Bart’s vriend, Arie Minderhout, te zijn. Deze gebeurtenis heeft veel impact op het leven van Bart en hij doet bij het sterfbed van Arie een belofte die zijn leven zal stempelen.

De rode draad door het leven van Bart en Fleur zijn de zorgen rondom het klimaat. Er ontstaan steeds vaker extreme stormen en de klimaatverandering wordt duidelijk zichtbaar. Er wordt weinig tot niets gedaan door de bestuurders van het land. Ook Bart en Fleur kunnen niet voor een doorbraak zorgen en het lijkt alsof zij passief gedrag vertonen. Dit wordt prachtig door Terlouw beschreven. Bart en Fleur maken in hun persoonlijke leven veel herkenbare dingen mee. De worstelingen van het leven weet Terlouw goed te omschrijven, evenals de zeer moderne omgangsvormen die hij beschrijft. De liberale vrijheid, die kenmerkend is voor Terlouw, steekt hij ook in dit boekje niet onder stoelen of banken.

In tegenstelling tot Bart en Fleur gaan Carsten (zoon van Bart en Fleur) en Luna (halfzus van Carsten) wel over tot actie. Op het eind in deze novelle komen zij op een creatieve manier tot een oplossing. Een oplossing die wereldwijd een revolutie op gang brengt. Zo eindigt de novelle vrij abrupt. Met grote stappen volgt de lezer het leven van Bart, Fleur, Carsten en Luna. Door deze keuze kan het verhaal geen standaard novelle genoemd worden. Echter heb ik dat niet als storend ervaren.

De essentie is helder. Jan Terlouw maakt zich zorgen over het klimaat. Door deze novelle te schrijven wil hij zoveel mogelijk mensen laten inzien dat er iets moet gebeuren en dat onze kop uit het zand moet. Geen struisvogelpolitiek, zoals in deze novelle de praktijk is. Ook geen intentiepolitiek, zoals Bart en Fleur ten uitvoer brengen, maar actie zoals Carsten en Luna laten zien. Hij verwacht het dan ook niet (meer) van wetenschappers maar van de jeugd.

Al met al een lezenswaardige novelle.