Een haat-liefdeverhouding tussen moeder en dochter – een boeiend thema voor Haar goede hand van Marion Bloem. Haar Roman over mijn moeder laat ons vanuit het perspectief van dochter Sonia kennismaken met moeder Melanie.
Bloem presenteert door de keuze van de namen Haar goede hand als fictie, hoewel het autobiografisch karakter van deze roman onmiskenbaar is. De relatie tussen fictie en werkelijkheid is een interessant aspect van dit aansprekende boek.
Het leven van Melanie is niet gemakkelijk geweest. Als meisje in Nederlands-Indië werd ze getroffen door polio en hield er een beschadigde rechterarm aan over. Ook het verblijf in het jappenkamp en de periode in een vijandig Indonesië lieten hun sporen na. Ze heeft al vroeg geleerd het verlies van haar ‘goede hand’, zoals de rechterhand toen genoemd werd, te compenseren. Haar verleden heeft haar gemaakt tot wie ze is: een strenge, soms harde en tegelijk onzekere en gastvrije, warme vrouw.
Sonia groeit op als dochter van deze getraumatiseerde moeder die met grote regelmaat de pollepel hanteerde om haar kinderen in het gareel te houden maar het ook voor hen opnam als iemand hen te na kwam. Voor Sonia is haar moeder geen voorbeeld. ‘Als meisje van twaalf nam ik me voor om nooit zoals mijn moeder te worden. [….] Alles zou ik anders doen’.
Zelf ouder geworden wil Sonia haar moeder leren begrijpen. Ze probeert een goed beeld van het leven van Melanie te geven. Daarbij verwoordt zij de ingewikkelde relatie die zij met haar moeder heeft eerlijk en respectvol. Ze ondernemen een gezamenlijke reis naar Indonesië en dan hoort Sonia over gebeurtenissen uit het verleden van haar moeder die tot dan toe altijd ongenoemd zijn gebleven, maar die het leven van haar moeder wel gestempeld hebben.
Pijnlijke situaties, zoals het lichamelijk geweld, worden in ‘Haar goede hand’ niet verzwegen. Er groeit ook begrip voor Melanie die in Nederland met een totaal andere cultuur geconfronteerd werd. Sonia herinnert zich bijvoorbeeld hoe Melanie bij visite meteen in de keuken verdween om een overvloedige maaltijd te bereiden voor de gast, maar de gast aan zijn of haar lot overliet in de woonkamer. Als kind schaamde ze zich daar voor en probeerde haar moeder als gastvrouw te vervangen, maar later realiseert ze zich dat Melanie vroeger niet anders gewend was dan dat het personeel de opdracht kreeg een maaltijd te verzorgen zodra er gasten waren. Bij gebrek aan personeel, ging Melanie dus zelf de keuken in.
Het boek bestaat uit korte, aansprekende vertellingen, die samen uiteindelijk laten zien wie Melanie was en is geworden en wat zij voor Sonia betekent. Bloem schrijft niet chronologisch maar het verhaal is goed te volgen, mede door de vetgedrukte zinnen die als aanhef boven elk fragment staan.
Kortom: Haar goede hand is een ontroerend verhaal waarin een dochter de liefde en waardering voor haar moeder, die ze vaak niet heeft kunnen uiten, uiteindelijk verwoordt: ‘U bent mijn mama’.