Veel schrijvers voelen zich te goed voor korte verhalen. Maarten ‘t Hart niet. In de bundel ‘De moeder van Ikabod’ publiceert hij weer 18 prachtige verhalen, stuk voor stuk uitermate duidelijk van zijn hand. Het verhaal dat de naam aan de bundel heeft gegeven valt op. Maarten speelt regelmatig bij bijzondere diensten als de plaatselijke gemeente niemand kan krijgen. Op een keer wordt hij gevraagd voor een begrafenisdienst. Hij bereidt zich zo goed mogelijk voor, maar eenmaal in de kerk blijkt dat er vrijwel niemand op komt dagen om de dienst bij te wonen. Maarten is alleen met de kosteres en de predikante, met wie hij na de dienst een wedstrijdje biblicistisch verplassen houdt. Zo komt de moeder van Ikabod ter sprake, een verhaal dat de predikante niet in de Bijbel weet te plaatsen.
Maarten is opvallend mild over de PKN. ‘Menslievendheid, behulpzaamheid, verdraagzaamheid dat wordt hier gepredikt met een romig Jezussausje erover, nou, wie zou daartegen kunnen zijn?’ De adder onder het gras is dat hij in een adem het geloof wegzet: ‘Het gaat er niet om of het waar is wat hier gepredikt wordt, maar of het troost biedt, geborgenheid levert, de mensen een hart onder de riem steekt…’
Gevarieerd en onderhoudend
Het is het enige verhaal dat expliciet over geloven gaat. De meeste verhalen zijn vooral humoristisch. De bundel opent met een relatief lang verhaal over de bakker waar Maarten ooit werkte en waar hij een van de vele dochters van de bakker redde uit de handen van een al te gretige bakkersknecht, die ook nog eens de neef van de bakker is. Het verhaal keert zich tegen hem, doordat de neef het verhaal volledig gespiegeld aan de bakker vertelt.
Hilarisch is ook het verhaal over zijn huis in Leiden dat hij te koop zette. Er diende zich al snel geïnteresseerde aan, maar die kraakt het huis zo grondig af, dat Maarten niet verwacht het nog ooit te verkopen. Of de mevrouw die ongevraagd wiet plant in zijn tuin. Of de club muziekliefhebbers die elkaar de meest obscure opnamen laat horen en een introducee toelaat die niet helemaal in de groep past. Beklemmend is het verhaal waarbij Maarten ongewild het woord krijgt op een Engels congres van grafdelvers. Kortom, een keur aan onderhoudende verhalen.
Het gemak waarmee de verhalen geschreven lijken te zijn is jaloersmakend. Het lijkt alsof ‘t Hart bij je aan tafel schuift en vertelt wat hij zojuist meemaakt. Maar ondertussen zitten de plots zo slim in elkaar, zijn de dialogen zo verzorgd en klopt de entourage zo goed dat het je niet kan ontgaan dat je met een topverteller te maken hebt. Het enige wat me in deze bundel een beetje opvalt zijn de vele verwijzingen naar wat ‘t Hart zoal gelezen heeft en naar de muziek die hij kent. ‘t Voegt weinig toe en niemand betwijfelt dat ‘t Hart veel gelezen heeft.