Het dorp Gilead kennen we inmiddels uit het gelijknamige vorige boek van Marilynne Robinson. Draaide dat boek vooral om dominee John Ames en zijn zesjarige zoontje, dit boek gaat er in feite aan vooraf. Het volgt vooral Lila, die in Gilead verzeild raakt en voorzichtig contact opbouwt met dominee John Ames en uiteindelijk met hem trouwt.
Lila is geboren in een gezin dat ronduit ongelukkig was. Compleet verwaarloosd wordt ze op enig moment meegenomen door een zwervende jonge vrouw, die haar zo lang ze kan verzorgt. Deze Doll wordt een moederfiguur voor Lila, ze beschermt haar tegen de grote boze buitenwereld (zonodig met geweld) en ze is de enige in wie Lila voor de volle honderd procent vertrouwen stelt. Maar ook Doll kan Lila niet oneindig beschermen en op dus moet Lila op eigen benen staan, met als enige verdediging het mes dat ooit van Doll was.
De eerste ontmoetingen met de dominee zijn breekbaar. Lila is gewend aan medemensen die ten allen tijde voor zichzelf kiezen en weet niet goed te reageren op de vriendelijkheid van de dominee. De dominee is op zijn beurt niet gewoon aan de directe reacties van Lila en wordt gedwongen om na te denken over zijn eigen bestaan en overtuigingen. Langzaamaan groeien de man en de vrouw naar elkaar toe en trouwen ze.
Het boek gaat over liefde. Niet simpelweg over verliefdheid en de ups en downs van een relatie, maar over liefde in al z’n dimensies. Het falen in een relatie, de moeite die mensen hebben om volledig op een ander te vertrouwen, het gebrek aan zelfvertrouwen om de partner te zijn die je verwacht wordt te zijn en de achterdeurtjes die je steeds voor jezelf openhoudt, voor als je partner toch niet blijkt te zijn wie je dacht dat hij was.
Zo heeft Lila steeds een mes bij zich dat ze ooit van Doll kreeg. Ze weet dat Doll het heeft moeten gebruiken en dat de gevolgen ervan haar leven lang meedroeg, maar toch ziet ze het als haar laatste werkelijke wapen. Als dat wapen op enig moment buiten haar bereik komt, is het alsof er een pijler onder haar bestaan wegvalt. Ze moet er nu volledig op vertrouwen dat haar nieuwe omgeving het beste met haar voor heeft.
Elders in het boek komt Lila een jongeman tegen die het leven leidt dat zij zo lang heeft moeten leiden en ze probeert hem te helpen, maar ze ontmoet hetzelfde wantrouwen als ze zelf hanteerde toen haar hulp geboden werd. Prachtig gespiegeld.
Het wordt nergens zo gezegd, maar ik lees er een prachtige bevindelijke geschiedenis in. De symboliek sijpelt beeldschoon door de zinnen en woorden door. Elke christen moet leren zich toe te vertrouwen aan de onvoorwaardelijke liefde van God. Elke christen valt zich daarin zo vaak tegen en dreigt ten onder te gaan in de schaamte die daarbij komt kijken. Maar dan toch steeds weer terug te kunnen komen en te merken dat die liefde onverminderd daar is.