Vuuren, Jet van | Papadag

Mijn eerste kennismaking met Jet van Vuuren is een stevige. Papadag is haar jongste vrouwenthriller. En wat voor een! Het was, eerlijk gezegd, toeval dat ik dit boek las. Ik kreeg het boek toegezonden door Karakter Uitgevers te Uithoorn. Niet aangevraagd, toch gekregen. Dat mag vaker gebeuren…

De cover toont een jonge vrouw in het wit, lopend naar de waterkant. Het gevoel dat ze op zoek is naar de ultieme bevrijding bekroop me, nog voor ik het boek las. In zekere zin een symbolische voorkant. Mooi! Dit negende boek van Jet van Vuuren, Papadag, is opnieuw gesitueerd rond een vrouwelijke hoofdpersoon. De kans dat ik me niet goed zou kunnen identificeren met haar ligt voor de hand. Toch is het Jet gelukt. Dat pleit voor haar. Je wordt van begin af aan het boek ingezogen, ingesleurd. Een messcherp plot ontvouwt zich voor je geestesoog.

In Papadag beschrijft Jet van Vuuren al relatief snel hoe Maud, de hoofdpersoon, denkt over haar moeder Heleen, de andere hoofdpersoon in het verhaal: ‘Ik noem mijn moeder ‘ma’, een benaming waar ze een hekel aan heeft. Als kind zei ik ‘mama’, wat later ‘mam’ werd. Na de scheiding wilde ze dat ik haar Heleen ging noemen. Ondenkbaar vond ik dat. Ik zie haar niet als mijn gelijke en zeker niet als mijn vriendin. Ze is mijn moeder, een slechte moeder, en daarom verdient ze het om kortweg ‘ma’ genoemd te worden. De minachting die in het woord doorklinkt was mijn enige wraak tot nog toe.’

Maud heeft de zorg voor haar dementerende moeder op zich genomen en neemt haar intrek vanuit het Zeeuwse in een flatgebouw, vlakbij haar moeder. Maud handelt niet alleen vanuit nobele motieven, maar is in feite op de vlucht voor een stalker. Bittere noodzaak dus! Via Facebook en andere kanalen wordt ze gechanteerd met informatie uit het verleden van haar moeder. Wie is haar moeder eigenlijk? En klopt het dat ze haar bloedeigen zus vermoord heeft? Vele zaken die het daglicht niet kunnen verdragen in deze razendspannende thriller…

Papadag is geschreven vanuit wisselende perspectieven in wisselende tijdsperioden. Om het heden te kunnen volgen en begrijpen, is het heel belangrijk dat je de geschiedenis kent. Vooral de psychologische kant van het verhaal, de druk, de stress en de aanhoudende onzekerheid over het lot van diverse personages verhogen de suspense erg. Een beetje sterk in de schoenen moet je wel staan om de thematiek van het verhaal en de soms gruwelijke omstandigheden aan te kunnen, met name het eind is echt zwaar. Een pluspunt is ook dat Jet heeft gekozen voor een originele setting: op en om de roeibaan en roeiclub. Aan het eind van het boek vallen de spreekwoordelijke puzzelstukjes bijna allemaal op zijn plaats. Toch blijf je licht onbevredigd achter. Een tikje gedesillusioneerd. Dit is wat mij betreft de kracht van Jet van Vuuren.

Oswald, Debra | Z.G.A.N.

De Australische Debra Oswald is een allesschrijfster. Ze schrijft kinderboeken en schrijft voor film, televisie, toneel en radio. De laatste toevoeging aan dit rijtje is een roman, getiteld Z.G.A.N. (Zo Goed Als Nieuw). Z.G.A.N. is in 2015 bij Penguin uitgegeven met als originele titel Useful. 

Mechteld Jansen heeft met deze vertaling topwerk geleverd. Het boek opent absurd en droogkomisch. Sullivan (Sully) Moss heeft gefaald in zijn leven en probeert zelfmoord te plegen door van de drieëntwintigste verdieping te springen. Maar zelfs hierin faalt Sully.  Hij wordt wakker in een ziekenhuisbed, ziet hoeveel er voor hem gezorgd wordt en beseft dat het zonde zou zijn geweest om zijn lichaam, vol met functionerende organen, kapot te laten vallen op de stoep.

Sully besluit om een van zijn nieren te doneren. Hiervoor moet hij wel zijn leven omgooien. Wat volgt is een poging om te veranderen. Niet alleen bij Sully, maar ook bij de mensen om hem heen, die allemaal vastzitten in hun rollen en patronen. Z.G.A.N. is een constante poging om uit deze rollen en patronen te stappen. Eén van de personages verwoordt het als volgt:

Ze geloofde niet dat er veel mensen waren die wezenlijk konden veranderen. De meeste mensen hebben maar weinig ruimte, alsof iedereen in zijn eigen tupperwarebakje leeft. Er was in dat bakje wel een beetje ruimte om te verschuiven, maar niet veel. (p. 312)

Z.G.A.N. begint met absurde situaties en veel droge humor. Langzaam verdwijnen de absurditeiten en maken ze plaats voor een serieuzer verhaal. De grappige stijl van Debra Oswald blijft echter ook in de serieuzere delen van Z.G.A.N. duidelijk aanwezig. In een interview zegt Debra “Waarom kan iets niet donker en doordacht zijn en tegelijk grappig en vol vreugde en speelsheid?”

Debra is geslaagd in het samenbrengen van deze donkere en lichte kant. Z.G.A.N. leest heerlijk, maar enkele kanttekeningen zijn wel op zijn plaats. Door het hele boek wordt met regelmaat gevloekt. Verder komt er veel seks voor in het boek. Het is dan wel weer sterk dat deze seks niet erotisch wordt beschreven, maar heel plat en zonder opsmuk.

Kortom, op het grove taalgebruik en de seks na is dit boek een absolute aanrader. Debra vertelt een serieus verhaal op een lichte toon. Ik kan niet wachten tot Debra een tweede roman schrijft!

Cole, Daniel | Ragdoll

Het lezen van echt goede en originele thrillers komt niet zo vaak voor. Maar voor Ragdoll neem ik in gepaste stilte diep mijn pet af. Wat. Een. Goed. Boek!

Daniel Cole heeft met Ragdoll zijn debuut gemaakt. En van een hype is geen sprake, dit is absoluut een blijvertje! Cole (1983) werkte in het verleden als ambulancebroeder. Hij schreef wel eens wat, maar durfde de grote schrijversstap nog niet helemaal aan. Een van zijn ‘verhaaltjes’ lag onder zijn bed, hij nam het uiteindelijk ter hand en vormde het om in een compleet boek: Ragdoll.

Het citaat, motto, voorin het boek is raak: ‘Vertel me eens, als jij de duivel bent, wat ben ik dan?’ De proloog start op maandag 24 mei 2010. Er vindt een rechtszaak plaats waarin ‘De Crematiemoordenaar’ wordt berecht. De jury pleit… onschuldig! Dit wordt hoofdpersoon en rechercheur William Fawkes teveel. Hij pakt eigenhandig de moordenaar aan tijdens de rechtszaak en slaat hem in elkaar. In de proloog volgen we Samantha, een van de juryleden, ze voelt de uitspraak aan als falen van haar kant. ‘Kon ze in alle eerlijkheid zeggen dat ze even stellig overtuigd was van Khalids onschuld als de rechercheur overtuigd was geweest van zijn schuld?’

Hoofdstuk 1 start 4 jaar later: 28 juni 2014. In de nacht wordt Fawkes, bijgenaamd Wolf, opgeroepen voor een bizarre moord: in een flatwoning hangt een lappenpop van menselijke lichaamsdelen; 1 lichaam, opgebouwd uit delen van 6 verschillende mensen. En deze lappenpop (‘Ragdoll’) kijkt naar de woning van William Fawkes. Wanneer de lappenpopmoordenaar de politie uitdaagt door een lijst vrij te geven van nieuwe personen die vermoord zullen worden, start de spreekwoordelijke race tegen de klok om die mensen op te zoeken en te waarschuwen. Zal de politie ze op tijd weten te vinden? Ondertussen vindt het onderzoek plaats naar de herkomst van de lichaamsdelen van de lappenpop. Wie zijn deze mensen en wat hebben ze gemeenschappelijk? Dan blijkt dat Wolf zelf op de lijst staat… Of zit hij zelf achter alles?

In Ragdoll maak je kennis met bijzonder uitzonderlijke agenten: William Fawkes, Emily Baxter en Alex Edmunds. Een schitterend trio dat elkaar voortdurend de maat neemt, (zwarte) humor gebruikt en niet met, maar ook niet zonder elkaar kan. de karakters worden bijna allemaal goed uitgewerkt, alleen de geheimzinnige moordenaar blijft wat aan de oppervlakte steken. Soms zelfs licht verwarrend: wie is hij nu eigenlijk?

Ragdoll heeft een waanzinnig fraaie cover en rugband. Alleen daarom al een pareltje! Het boek heeft een ijzersterke plot, leest als een trein en zet je geregeld op het verkeerde been. Je valt echt van de ene verrassing in de andere. Juist de afwisseling tussen lugubere acties, ijzersterke spanningsopbouw en geweldige humor zorgt ervoor dat je met een glimlach op je gezicht volop geniet van misschien wel de beste thriller van 2017!

‘Er is een god. Er is een duivel. Er zijn demonen onder ons.’

Meijer, Eva | Het vogelhuis

Eva Meijer - Het vogelhuisEva Meijer is een bijzonder veelzijdige dame. Ik som op en hoop maar dat je aan het eind van de opsomming nog steeds leest: Eva Meijer is beeldend kunstenaar, filosoof, schrijver en singer-songwriter. Daarnaast werkt ze aan haar promotieonderzoek aan de Universiteit van Amsterdam, waar ze ook lesgeeft. Ze is voorzitter van zowel de landelijke OZSW werkgroep dierethiek en Minding Animals Nederland. Tussen de bedrijven door houdt Eva dagelijks een weblog bij en treedt regelmatig op met proza en/of liedjes.

Ben je er nog? Mooi, want ook al wekt een dergelijk CV de indruk dat Eva Meijer eigenlijk niet kan kiezen en dus alles maar bij het eindje houdt, blinkt ze in het schrijven in elk geval uit (over de rest kan ik nauwelijks oordelen, hoewel ik nu zit te luisteren naar haar Regina Spektor-achtige muziek op Spotify die op het eerste gehoor goed klinkt). Een zo wijdlopige lijst van bezigheden zou ook het beeld op kunnen wekken dat het wel heel wilde, springerige lectuur zal zijn, maar ook dat is niet het geval.

Het vogelhuis gaat over Gwendolen (Len) Howard die opgroeit in een welgesteld Engels gezin rond de eeuwwisseling van de 19e en 20e eeuw. Een gezin waar vooral aandacht is voor de geneugten van ontspanning, gezelschap, cultuur en alcohol. Maar ook een gezin waarin de spanningen tussen de ouders duidelijk voelbaar zijn, waarbij de moeder vooral door haar drankgebruik onhebbelijk wordt. Persoonlijk interesseren Len en haar vader zich voor vogels. Gwen hoeft zich in principe geen zorgen te maken over geld en over de toekomst, maar een verliefdheid komt op een vervelende manier aan z’n eind en ze zoekt een zinvolle invulling voor het leven. Ze wordt concertvioliste en een goeie ook.

Haar violistenbestaan in Londen ontwikkelt zich positief. Ze krijgt een belangrijke plek in een van de betere orkesten van Londen en kan goed met de dirigent overweg. In 1937 neemt ze een vakantie en gaat ze logeren in een gehucht op het platteland, waar ze hernieuwde interesse voor de vogels aldaar opvat. Ze keert nog kort terug naar Londen, maar eigenlijk alleen om afscheid te nemen. Daarna gaat ze voorgoed op het platteland wonen en verdiept ze zich in de vogels aldaar en levert een belangrijke bijdrage aan het onderzoek naar vogels.

Het is een bijzonder boek en vooral de delen waarin ze op het platteland verkeert zijn bijna sereen. De manier waarop de relatie met haar ouders (met name haar moeder) verloopt en ook hoe haar liefdesleven uitpakt is juist het tegenovergestelde. Hoewel de wereld voor de vogels ook niet altijd van een leien dakje gaat, is die wereld toch een stuk voorspelbaarder. De belangrijkste vogel is op een bepaalde manier te spiegelen aan Len zelf: waar Len juist wegloopt uit haar familie, haar werkzame leven en uit de liefde, zoekt de mees Ster juist de confrontatie en eist ze een plek voor zichzelf op.

Een heerlijk boek om mee tot rust te komen. Meijer schrijft in korte zinnen helder proza en ze bouwt het verhaal mooi op, met eigen teksten van Len Howard erdoorheen. En Eva, als je toch ooit gaat kiezen: kies literatuur!

Maron, Isa | Eindspel

Het laatste deel uit de serie De Noordzeemoorden, getiteld Eindspel, geschreven door thrillerschrijfster Isa Maron ligt voor me. Reikhalzend keek ik uit naar dit laatste boek, in de wetenschap dat het hierna echt gedaan is. Met de spreekwoordelijke finish in zicht, begon ik aan dit deel. De verwachtingen waren hooggespannen.

In Amsterdam – Noord worden de lichamen van een bejaard echtpaar gevonden, gruwelijk toegetakeld. De inmiddels bekende rechercheur Maud Mertens wordt op de zaak gezet. Ondertussen vordert het onderzoek uit de eerste 3 delen gestaag, in samenwerking met haar collega Niels en aanstormend politietalent Kyra Slagter. Kyra’s zus wordt nog steeds vermist. Een seriemoordenaar die vastzit in de gevangenis in Engeland weet meer van deze verdwijning. Kyra gaat op bezoek bij hem. Vastbesloten om alles uit hem te halen om zo haar verdwenen zus terug te vinden: dood of levend… De uiteindelijke finale is spannend, strak en iets ’te’.

Isa Maron weet de verwachtingen met Eindspel wat mij betreft niet helemaal waar te maken. Ik stoor me aan de vele herhalingen en verwijzingen naar eerdere boeken uit de serie. Gegevens die de thrillerlezer allang weet worden opnieuw opgerakeld. Dit haalt de vaart flink uit het verhaal. De intrige met betrekking tot het vermoorde hoogbejaarde echtpaar is ronduit zwak en niet origineel. Het voegt niets toe. Haar vertelstijl is prettig, de zinnen lezen vlot weg, het voelt gewoon goed. Het laatste deel is tegelijk het dikste deel. En daar moet je van houden…

In Eindspel volg je de gesprekken tussen Kyra en de kannibalistische seriemoordenaar. Deze ontmoetingen doen sterk denken aan die van Hannibal Lecter en Clarice Sterling uit The silence of the lambs. Het woord dat sterk in me opkomt bij deze dialogen is een woord waar ik eigenlijk een hekel aan heb: ‘Leuk’. Isa Maron heeft met deze thriller een boek afgeleverd dat net even ‘over-the-top’ is. Maar de liefhebber van De Noordzeemoorden zal daar wel doorheen kunnen kijken.

Endo, Shusaku | Stilte

Shusako Endo - StilteDe roeping om Gods Woord te brengen in landen waar Het nog niet is, bij mensen die er nog niet eerder van gehoord hebben is iets wonderlijks. Zo’n gevaarlijk gebied opzoeken doe je niet uit hang naar avontuur, uit verveling of uit een soort halfhartige overtuiging: je gaat omdat je moet, omdat je voelt, weet dat God je daar hebben wil. De hoofdpersoon van het boek Stilte van Sushako Endo voelt een dergelijke roeping en gaat op pad. Het boek is opnieuw uitgebracht door uitgeverij Kok naar aanleiding van de recente verfilming van het verhaal.

Priester Sebastian Rodrigo (zo heet de hoofdpersoon van het boek) scheept zich met nog een andere priester in om naar Japan te reizen, om daar ongelovigen te bekeren, de gelovigen te onderwijzen en de priesters die al ter plaatse zijn te ondersteunen en te bemoedigen. Hij doet dit in weerwil van de verhalen die hem uit Japan bereikt hebben, die beweren dat een voorbeeldige priester in Japan gevangen zou zijn genomen en uiteindelijk zijn geloof zelfs zou hebben afgezworen.

In China aangekomen ontmoeten de priesters een man, die op hen een ronduit kruiperige en onbetrouwbare indruk maakt. Hij beweert echter de weg naar Japan te weten en sterker nog, hij zegt christenen te kennen. Hoewel de man hun weerzin wekt, nemen ze hem aan als gids. Ze komen echter inderdaad aan in Japan en vinden onderdak bij een Japanse gemeente. Lang verhaal kort: lange tijd vertoeven ze daar buiten het zicht van het gezag dat christenen vervolgt, maar uiteindelijk worden ze ontdekt  en opgepakt. Ze zijn verraden door de gluiperige man, die overigens nog steeds volhoudt christen te zijn en smeekt om genade en voortdurend wil biechten.

Maar het is niet zozeer het verloop van de gebeurtenissen die de aandacht van de lezer opeist. Uiteindelijk staat de ontwikkeling van het geloof van Rodrigo centraal in dit boek. Want wie met zo’n roeping, zo’n diepe overtuiging op pad gaat, die weet God aan zijn zijde. Uiteindelijk zal God tussenbeide komen en de evangelist beschermen tegen de heidenen. Dat is uiteindelijk de overtuiging die ieder mens die het goede wil doen diep in zich omdraagt. Maar hoeveel geduld moet je dan hebben? Als je dag in, dag uit bidt om Gods hulp en verlossing, maar niets terugkrijgt dan stilte? Het is die beproeving die Endo pagina na pagina uitspint: God is de grote Afwezige in dit boek.

De beproeving verdiept zich nog als Rodrigo uitgelegd krijgt dat het woord Gods Zoon door een slordige vertaler naar het Japans is vertaald als Gods Zon. En dat is de God die de Japanners altijd al aanbaden, dus uiteindelijk is het hele evangelie ook nog eens niet geland op de manier die Rodrigo voor ogen had. Als dan blijkt dat er mensen een gruwelijke dood sterven voor een evangelie dat helemaal niet het echte is, wordt het laatste restje geloof uit Rodrigo geperst.

En toch is dat ook een vraag die Endo thematiseert: geloof dat je hebt, is dat wel geloof? En als je dat geloof kwijtraakt, betekent dat dan dat je niet meer bij Christus hoort? Is niet uiteindelijk het kwijtraken van alles waar je op hoopte, de volkomen eenzaamheid en verlatenheid de gestalte waarin er pas echt ruimte komt voor God? Rodrigo is de gluiperige man geworden. De lezer is ook de gluiperige man geworden. Het besef dat er niets in jou zelf zit wat je kunt aandragen om de hemel te openen of om God naar je toe te halen sluit langzaamaan de lezer in. Zo komt er ruimte voor de gedachte dat juist het afzweren van het eigen geloof een geloofsdaad is.

Het is een bijzonder boek. Het is al meer dan 50 jaar oud, maar het is bijzonder toegankelijk, uitermate actueel en zeer relevant voor elke christen. Lees dit, mensen!

Verbeke, Annelies | Halleluja

Halleluja  – Een titel die hoop oproept: er is iets of er gebeurt iets waarbij een uitroep van blijdschap op zijn plaats is. De meeste verhalen uit de bundel ‘Halleluja’ riepen  bij mij echter een tegengesteld gevoel op. Annelies Verbeke schrijft boeiend en ze weet haar hoofdpersonages knap neer te zetten in de beperkte omvang van de verhalen. Aan humor geen gebrek, maar toch lieten (bijna) alle verhalen een gevoel van ontgoocheling bij mij achter. Dat is geen fijn gevoel, maar het is wel het talent van Verbeke dat dat teweeg weet te roepen.

De bundel begint met een verhaal vanuit het perspectief van een baby: een huilbaby. Ontroostbaar! Het is grappig om vanuit een babyhoofdje naar de toekomst te kijken, een toekomst die vooral gekenmerkt zal worden door verlies.  Het voorbijgaan van elk moment leidt ook tot verlies uiteraard, maar biedt toch ook weer nieuwe kansen en mogelijkheden?

Sommige personages stoten af, andere roepen mededogen of verbazing op. Soms had ik als lezer de neiging me in het verhaal te mengen: ‘Doe er dan iets aan!’   ‘Neem zelf het heft in handen!’. In andere verhalen overheerste de vervreemding.

Een gemeenschappelijk kenmerk van de verhalen in ‘Halleluja’  zou ik het gebrek aan houvast en herkenning willen noemen. Vaak zijn de dingen anders dan gedacht en herkennen de personages elkaar, de omgeving en zichzelf maar ten dele. Wat is wel zeker, wat is wel waar?

In ‘Bus 88’ blijkt de ik-persoon een ander te zijn dan ze dacht; in ‘De beer’ transformeert een auteur  in een beer die uiteindelijk geen van beide blijkt te zijn. Het lukte me niet altijd een-twee-drie de clou te vatten, maar de verhalen hielden me wel bezig en is dat niet de bedoeling van literatuur? De meeste verhalen eindigen vrij abrupt wat er eveneens toe leidt dat ze je niet meteen loslaten.

Verbeke snijdt actuele thema’s aan: de door bezuinigingen geplaagde zorg waarin voor echt persoonlijk contact steeds minder ruimte is; de problematiek van immigranten die hun plekje in de (Vlaamse) samenleving moeten vinden, onbevredigende relaties, al is dat wellicht een probleem van alle tijden en plaatsen.

Het taalgebruik vond ik op een enkele plaats onnodig grof wat me enigszins irriteerde. De wijze waarop Verbeke haar personages opvoert en situaties beschrijft, vond ik daarentegen plezierig om te lezen.

Sterk, Albertine | Weduwen huilen niet

boekomslag Weduwen huilen nietIn haar tweede roman Weduwen huilen niet neemt Albertine Sterk (1943) ons mee naar Rusland, boven de poolcirkel. De onderzeeër Koersk is verongelukt (NOS video) en een Nederlands bedrijf heeft de opdracht om het schip te bergen. Loe Stein wordt ingehuurd om te vertalen tussen het bergingsbedrijf en de weduwen van de omgekomen bemanning. Loe vertrekt vol onzekerheid naar Rusland, onwetend hoe het met haar minnaar Rogier gaat, die net een ongeluk heeft gehad. Als ze in Rusland aankomt krijgt ze met nog meer onzekerheid te maken. De weduwen lijken haar in eerste instantie niet te accepteren. Als Loe vervolgens wel geaccepteerd lijkt te worden, moet ze uitkijken om niet tegenover haar opdrachtgever (het bergingsbedrijf) te komen te staan.

Albertine Sterk (echte naam Bettie Kool) vertelt een origineel verhaal waarin ze het veelbeschreven thema verlies combineert met het thema onzekerheid. In de problemen van Loe en de weduwen zitten sterke parallellen. Loe heeft verdriet omdat ze haar minnaar achter heeft gelaten, maar zit ook met onzekerheid over hem. In die onzekerheid en in dat verdriet is zij helemaal alleen. De weduwen zitten natuurlijk ook met verdriet om hun verlies, maar ook met vragen. Hoe lang zijn de mannen in leven gebleven? Wat verzwijgt de overheid voor hen? De weduwen worden ondanks de hulp van Loe niet gehoord en staan alleen.

Sterk gebruikt korte zinnen en poëtische beschrijvingen zonder onleesbaar te worden.

Hijgend zakte ik neer op een van de bankjes bij het Historisch Museum. Op een koperen plaat naast de deur las ik dat het gesloten was. Terwijl ik uitkeek over de stad aan de baai probeerde ik op adem te komen. Ik zat niet lang alleen. Aan het eind van de bank schoof een oudere man aan. Een treurig lachje kreukelde zijn wangen terwijl hij van opzij even naar me keek. (p. 14)

Deze mooie beschrijvingen gebruikt Sterk veel minder voor de emoties van Loe en de mensen om haar heen. De schrijfstijl blijft dan ook redelijk zakelijk. Pas laat in het boek verandert dit en komen emoties naar boven drijven bij Loe en de weduwen. Of dit een bewuste keuze is (de titel is immers Weduwen huilen niet) kan ik niet zeggen. Het gebrek aan emoties in combinatie met een gebrek aan spanning zorgde ervoor dat ik pas rond de vijftigste bladzijde in het verhaal kwam. Gelukkig bleef Sterk daarna mijn aandacht vasthouden.

Weduwen huilen niet is geen boek dat in een top tien terecht zal komen, maar het is zeker wel de moeite waard om te lezen.

Budgen, Anne | Boven de straat hangt een witte lucht

Met Boven de straat hangt een witte lucht heeft Anne Budgen een zeer lezenswaardig boek geschreven. Het heeft de vorm van een dagboek. Fragmentarisch qua vorm, afgewisseld met stukjes uit Opwekkingsliederen, gedichtenflarden en Bijbelverzen. Het is het dagboek van Anna Meesink, een veertienjarig meisje dat opgroeit in een orthodox-christelijk gezin. Het boek begint op 17 januari 1993; je leest over drie pepermunten en twee guldens die klaarliggen op de keukentafel. Het is vlak voor kerktijd. Nog snel even de schoenen pakken die ergens onder het bed staan. Psalmboek in je tasje stoppen. Op de fiets springen en gaan! Boven de straat hangt een witte lucht. De lente komt eraan. Het is de voorbode voor het nieuwe leven dat Anna wacht.

Anne Budgen laat zien hoe in het streng-christelijke gezin scheuren beginnen te ontstaan. Vader en moeder gaan uit elkaar. Vader hoort stemmen. Oudste broer Han wil niet meer naar de kerk. Moeder gedraagt zich anders dan vroeger: minder streng, minder op regels gericht. Anna, beginnende puber, is gauw beïnvloedbaar, hoewel ze ook zelf nadenkt. Haar hoofd bevat wel honderd kamers en ze puilen allemaal uit. Zo chaotisch als ze is, zo ‘chaotisch’ is de structuur van dit boek. Wanneer haar buurvrouw haar uitnodigt eens mee te gaan naar de pinkstergemeente nemen de twijfels toe bij Anna over haar christelijke wortels, haar staan in het geloof, haar houding jegens God en christenen. ‘Ik heb de Heilige Geest ontvangen. Ik was in de pinkstergemeente en de preek was voor mij! Het ging over je helemaal aan Jezus geven en jezelf afleggen voor Zijn Aangezicht. Het gaat niet om ons maar om Hem.’

Nauwkeurig, gedetailleerd verwoordt Anna Meesink haar gevoelens en wat ze allemaal denkt, ervaart en meemaakt in het geloof. Haar vragen, haar kritische houding ten aanzien van de traditie, het komt allemaal voorbij. Ze laat zich meevoeren door de taal, door woorden en het Woord. (de Bijbel, red.) Op 4 september 1994 vertelt ze: ‘Vanochtend kreeg ik een woord tijdens de dienst in de pinkstergemeente. ‘Dochter, ik zie je worsteling met Mij en met Mijn Woord. Je twijfelt. Ga in het water zoals ook ik het water in ging en gedoopt ben.’ Was dat voor mij? (…) Ik voel soms weerstand. Dan ga ik alles analyseren…’

Boven de straat hangt een witte lucht is de debuutroman van schrijfster en dichteres Anne Budgen (1979). Opvallend vind ik dat dit verhaal verschenen is bij een niet-christelijke, meer algemene, toonaangevende uitgeverij. Het is een specifiek boekje geworden, christenen zullen zich herkennen in de taal die gebruikt wordt, de Bijbelverzen die geciteerd worden, de verschillende liederen die bij passende gelegenheden, situaties en omstandigheden opgetekend staan. De geloofstwijfel die uitgewerkt wordt in het leven van Anna is die van veel christenen wellicht. Het staan in een bepaalde traditie en de vraag naar schijn en zijn in het leven van christenen fungeert als een spiegel voor de ziel. De toon die Budgen gebruikt, is die van waardering en hier en daar een milde vorm van zelfspot. Negatief is ze nergens. Boven de straat hangt een witte lucht kan zich qua inhoud meten met Franca Treur.

De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik niet vermoed dat mensen die niets of niet veel op hebben met het christelijk geloof en het staan in een dergelijke traditie dit boekje zullen lezen. Daarvoor heb je toch inzicht nodig in en gevoel nodig voor de thematiek van het boek. Anne Budgen laat messcherp zien dat het helaas in veel kerken en bij veel christenen meer gaat om de buitenkant dan om de binnenkant, de vorm die overheersend is in plaats van de inhoud. Het leven van Anna toont aan dat de buitenwereld steeds meer vat krijgt op het innerlijke leven. En toch… helemaal loskomen van je christelijke wortels lukt je nooit. Die gedachte biedt uiteindelijk toch hoop en troost.

Evenboer, Tjarko | De stenen getuigen

‘Als er iets was waar Roderik jeuk van kreeg, dan was het wel religie. Hij vond het nutteloos, en volledig achterhaald door de wetenschap.’ Ziehier de introductie van hoofdpersoon Roderik Frederiks, Amsterdams rechercheur, rationalist en workaholic. Voor mij ligt het boek De stenen getuigen van Tjarko Evenboer. Een christelijk auteur, niet heel bekend. Tenzij je het boek De wereldwijde vloed kent. Een boek dat handelt over het verhaal van de zondvloed uit de Bijbel en andere, buiten-Bijbelse bronnen.

De cover van dit boek, uitgegeven bij Gideon, mag er zijn: onheilspellend, mysterieus en een duidelijke, nieuwsgierigmakende ondertitel. Qua dikte mag het boek er ook zijn, bijna 800 bladzijdes. Een boek waar je eens lekker voor kunt gaan zitten, zeg maar. Wat vormgeving betreft, nodigt dit boek zeker uit ter hand genomen te worden.

Niet alleen met Roderik maak je kennis, ook met de dochter van de vermoorde wetenschapper en hoogleraar Engelbert van Ameide, Valerie, is het aangenaam kennis te maken. Onder raadselachtige omstandigheden is de bewuste hoogleraar om het leven gekomen. Roderik heeft de zaak in onderzoek en stuit op een mysterie dat zijn hele rationele leventje op de kop gooit. En daarmee zet hij ook nog eens zijn carrière en zijn leven op het spel. Een serie kleitabletten over Noach, een super geheimzinnig genootschap met relaties in de hoogste kringen van Nederland, een middeleeuwse boekrol en een Antwerps monumentaal pand (inclusief geheim!) en uitstapjes naar verschillende buitenlandse steden vormen de talrijke ingrediënten van een verhaal dat, ondanks de dikte van het boek, vlot beschreven wordt. Het verhaal doet in de verte denken aan de verhalen van Dan Brown. Mede door toedoen van Valerie en andere personages om Roderik heen, door alle omstandigheden, vervelende, spannende situaties heen, raakt Roderik meer en meer in verwarring over dat wat hij dacht te weten en ten diepste nog lang niet wist. De balans tussen geloof en wetenschap is in een keer ver te zoeken. De vragen die Roderik stelt, die aan hem worden gesteld, veranderen zijn leven.

De stenen getuigen wordt op de achterkant genoemd  ‘een meeslepende pageturner’. Ik laat me er niet door afleiden. Het is absoluut spannend. Toch doet de stijl amateuristisch aan, dit wordt zeker veroorzaakt door legio spelfouten. Tientallen fouten in de zinsbouw en spelling doen hard afbreuk aan dit verhaal. En dat is zeer teleurstellend. Een beetje corrector had dit niet over het hoofd gezien en zaken rechtgetrokken. Dit gegeven maakt dat het boek uiteindelijk een magere voldoende van me krijgt.

De stenen getuigen is een boek dat in de eerste plaats christenen zeker zal aanspreken. Die lezen dan wel over de fouten heen. Maar de vraag die (altijd) overblijft: zal een niet-christelijke lezer dit boek snel ter hand nemen? En overtuigd raken van het geloof in de Bijbel? Als dat zo is, is de ‘missie’ van Tjarko Evenboer geslaagd.