Meister, Marie de | De stilte van Thé

De stilte van Thé - Marie de Meister

Marie de Meister, die eerder onder het pseudoniem Rikki Holtmaat, de verhalenbundel De Koningin van Lombardije en de romans Het gebroken woord en De vertellers publiceerde, heeft met De stilte van Thé  een indrukwekkend boek geschreven.

Sophie Keller, een gevierd journaliste, gelukkig met haar partner Baauwe,  wordt geconfronteerd met een diep verborgen pijn in haar bestaan als ze een reportage maakt over het recht van adoptiekinderen om te weten wie hun ouders zijn. Een periode vol verdriet, onmacht en onzekerheid breekt aan, te meer daar Sophie letterlijk niet in staat is deze gevoelens met haar naasten te delen. Om te herstellen moet ze de confrontatie aan en onder ogen zien dat de versie van haar verleden die ze zichzelf heeft voorgehouden en die ze ook haar partner en de meeste van haar vriendinnen heeft wijsgemaakt niet meer houdbaar is.

De Meister maakt in De stilte van Thé gebruik van wisselingen in tijd en perspectief om een beeld te geven van de kinder- en jeugdjaren van Sophie in een groot rooms-katholiek gezin.  In die fragmenten zien we hoe Sophie haar vragen heeft over  de afwezige  en met geheimzinnigheid omgeven tante Thé . Over tante Thé mag niet gepraat worden, stilte is het parool. Maar dat kan niet voorkomen dat Sophie haar fantasie de vrije loop laat en daarin de werkelijkheid dicht weet te benaderen.

Als lezer weet je inmiddels veel meer over tante Thé dan Sophie. Uit de jaarlijkse briefwisseling met de in het klooster ingetreden zus Magda krijg je een beeld van Thé dat in eerste instantie moeilijk te rijmen is met het beeld dat Sophie later van haar schetst.

Knap laat De Meister de ontwikkeling zien die Thé doormaakt en die je haar keuzes enigszins laat begrijpen. Enigszins, want eigenlijk snap je haar totaal niet. Hoe komt iemand zo ver dat ze God verkiest boven haar kind? En is er dan geen weg terug?

Het zijn de vragen waar Sophie  mee worstelt. Ze wil graag antwoorden maar de angst om afgewezen te worden is levensgroot en is dat niet nog erger dan geen antwoorden te krijgen?  Er zijn tevens vragen die boven het verhaal over Thé en Sophie uitstijgen. Waar houdt het recht om te weten wat de ander bewoog op? Waar houdt het recht om te zwijgen en de ander de antwoorden te onthouden op?  De Meister zet je aan het denken.  Clara, een oude non, toont je een weg. Soms blijft er niets anders over dan elkaars keuzes en grenzen te aanvaarden, met alle pijn die dat geeft.

De stilte van Thé is een ontroerend en prachtig geschreven boek dat je stilzet bij wezenlijke vragen. De structuur van het boek houdt de spanning erin en  toont het verhaal vanuit verschillende perspectieven die elkaar aanvullen.  De cover van het boek, een zwaan in een mistige polder, benadrukt de stilte die zo’n belangrijke rol in het leven van Sophie speelt.

 

Heaberlin, Julia | Black Eyed Susans

Black Eyed Susans - Julia Heaberlin1996. Een seriemoordenaar vermoordt een meisje en gooit haar bovenop een stapel lijken in een kuil in een veld vol Black Eyed Suzans. Maar Tessie, zoals zijn laatste slachtoffer heet, is niet dood. Ze ligt met haar mond vol zand en haar ogen wijd open te staren, recht in het halfvergane gezicht van een van de eerdere slachtoffers. Een ervaring zo shockerend dat ze meent dat ze de dode meisjes hoort spreken en haar vragen om niet te rusten voor de moordenaar achter slot en grendel zit.

Heden. Tessa, zoals de volwassen Tessie zich noemt, is inmiddels een werkende moeder die als binnenshuis architecte haar brood verdient. Er is inmiddels iemand veroordeeld voor de zaak uit 1996, en deze persoon zit in de dodencellen en zijn dood is aanstaande. Tessa heeft twee hele goede vrienden. De een is een mensenrechtenactivist en de ander een officier van justitie. De mensenrechtenactivist vraagt zich af of ze de juiste man te pakken hebben en brengt Tessa aan het twijfelen. Daar komt nog bij dat Tessa op enig moment in haar eigen achtertuin een bedje vers geplante Black Eyed Susans aantreft, wat haar op het idee brengt dat dat wel afkomstig moet zijn van de seriemoordenaar, die op deze lugubere wijze aangeeft dat hij nog steeds naar haar op jacht is. Een race tegen te klok om de schijnbaar onschuldig vastzittende man te redden.

Heaberlin verwerkt, behalve een spannend verhaal, ook veel andere thema’s. Zo is Tessa moeder geworden, wat maakt dat ze behoorlijk beschermend is tegenover haar purerende dochter die daar niks van moet hebben. Ook het thema doodstraf wordt besproken: wat doe je als er gerede twijfel is gerezen? In Amerika valt er dan blijkbaar niet heel veel meer te doen, en moet je van goeden huize komen om een zaak heropend te krijgen. Het meest pregnante thema vind ik misschien nog wel de vriendschap van Tessa met haar jeugdvriendin Lydia. Meiden kunnen op een leeftijd van 16 jaar zo aan elkaar verknocht raken, dat hun levens door elkaar beginnen te lopen. Als dat dan plotseling wordt beëindigd, gaat niet elke meid daar goed mee om.

Al met al een onderhoudend verhaal van Heaberlin. De twee tijdlijnen, die ook nog eens een keer worden doorspekt met dialogen in het hoofd van Tessa en Tessie, zijn wel een beetje warrig af en toe. Koppie erbij houden als je dit boek pakt. Verder goed geconstrueerd. Je ziet het voor je hoe de jonge Tessie een getuigenverklaring in de mond wordt gelegd, waarop de man wordt veroordeeld. De spanning die de vraag of je al die jaren later nog steeds achter je getuigenis kunt staan waardoor een man gaat sterven oproept, is mooi opgebouwd. Gokje: het boek zal door dames meer gewaardeerd worden dan door mannen.

Spits, Jerker | Staalhelmen en curryworst

Staalhelmen_en_c_566ecf105105dAan de hand van 15 typisch Duitse fenomenen neemt Duitslandkenner Jerker Spits de lezer mee op reis door de eeuwenoude cultuurgeschiedenis van Duitsland: Staalhelmen en curryworst is daarmee een feit. Jerker Spits schrijft voor diverse media waaronder Trouw en De Groene Amsterdammer. Hij heeft Duitse taal- en letterkunde gestudeerd en woonde lange tijd in Duitsland. Gepokt en gemazeld, ondergedompeld in ‘Germanij’, vertelt hij op aanstekelijke en levendige wijze over zijn Duitsland.

Jerker Spits is helder in zijn voorwoord: ‘Dit boek richt zich op de lezer die meer wil weten over de Duitse cultuur.’ En even verderop: ‘Ik wil laten zien waarom de Duitse cultuur niet alleen je hoofd, maar vooral ook je hart raakt.’ De hoofdstukken zijn onafhankelijk van elkaar goed te lezen, je kunt er in grasduinen en zelf de volgorde bepalen waarin je alles tot je neemt.

Een paar onderwerpen die de revue passeren:

  • Volkswagen, Mercedes Benz en Porsche. Tja, je ontkomt er niet aan: ‘In september 2015 deed een schandaal de Duitse auto-industrie op haar grondvesten schudden.’ Voorzien van talrijke (smeuïge) details neemt Spits de lezer mee door de autogeschiedenis van Duitsland. Vooral het verhaal over de auto van keizer Wilhelm is aandoenlijk.
  • Barnsteen. Wat heeft Duitsland met barnsteen? En wat is de betekenis van de barnsteenkamer? Een mysterieus gegeven…
  • Literatuur heeft in deze geschiedschrijving ook zijn plaats. Van Grimms Worterbuch tot Gunther Grass, van boekverbrandingen tot Lutherbijbel. De blikken trommel, een van Grass’ bekendste werken, spreekt enorm tot de verbeelding. Van Grass wordt gezegd: ‘Hij spreekt de natie aan op haar politieke geweten, in de veronderstelling dat ze een dergelijk geweten heeft.’ 
  • De Duitse taal verwijst vaak naar het bos. Veel spreekwoorden zijn ontleend aan het woud: ‘Es juckt die Eiche nicht, wenn die Sau sich an ihr krazt’. De vertaling laat ik graag over aan de liefhebber.
  • Goethe, hoe kan het ook anders, heeft zijn (literaire) stempel gedrukt op het land. Spits zegt hierover in zijn dankwoord ( ‘Danke schon’): ‘Hanco Jurgens en Jacco Pekelder hebben me bij de les gehouden en voorkomen dat ik bij elk hoofdstuk weer over mijn idolen Goethe en Thomas Mann begon.’
  • En uiteraard komt de Duitse staalhelm voorbij alsook de culinaire curryworst. Het gedeelte dat handelt over de curryworst in de literatuur is vermakelijk. Over de staalhelm schrijft Spits: ‘De Duitse helm was beter dan de Franse (…) De helm stond symbool voor een nieuwe, moderne oorlogsvoering en voor eensgezindheid. Iedereen droeg een staalhelm.’

De grote verschillen tussen Oost en West worden op een heldere en speelse manier goed uitgewerkt en neergezet in Staalhelmen en curryworst.  Na een korte intro per hoofdstuk waarin hij grofweg aangeeft wat er gaat komen in het daaropvolgende gedeelte beschrijft hij in relatief korte hoofdstukken de fenomenen van nul tot nu. Jerker Spits laat zien wat we vandaag de dag kunnen leren van de Duitse cultuurgeschiedenis en plaatst de onderwerpen in een breder historisch perspectief.  Een kanttekening tot slot: dit boek had nog meer aan waarde kunnen toenemen als er bij de hoofdstukken meer beeldmateriaal was opgenomen.

Hickham, Homer | Albert moet naar huis

Albert moet naar huis - Homer HickamHet zijn de zware jaren van de Grote Depressie in Amerika. Een jong stel besluit een roadtrip te maken van West-Virginia naar Orlando. In de auto zitten de net getrouwde Homer en Elsie, Albert en een haan waarvan niemand snapt wat ‘ie er doet. So far, so good? Inderdaad, maar Albert is een alligator, en Elsie houdt meer van hem dan van Homer. Op een dag is Homer het zat, en besluiten ze de alligator naar Florida te brengen, waar hij thuishoort.

Onderweg beleven ze tientallen avonturen, net zoals De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween. Ze blazen een fabriek op, zijn betrokken bij smokkelingen op zee en overleven ternauwernood een tornado. Ze raken vaak van het rechte pad, maar dat gebeurt nou eenmaal als je een alligator op de achterbank van je zwarte Buick hebt.
De roadtrip van Homer en Elsie gaat echter over veel meer dan een alligator thuisbrengen. Tussen de gebeurtenissen door lees je over liefde, verlangen, hoop en acceptatie. Acceptatie dat het lot (in het boek kismet genoemd) je leven bepaalt. Dat is namelijk nogal een dingetje bij Elsie.

Schrijver Homer Hickham is de zoon van Homer en Elsie. ‘Dit boek is een familielegende waarvan ik graag zeg dat alles waar is behalve die delen die niet waar zijn en die toch ook waar zijn. Ik wilde laten zien hoe en waarom mijn ouders 60 jaar bij elkaar bleven terwijl ze het bijna nooit met elkaar eens waren.’

Albert moet naar huis is vergelijkbaar met de boeken van Jonas Jonasson. Ze zijn luchtig, grappig en on the road. En ook Homer en Elsie ontmoeten onderweg belangrijke historische figuren, zoals de schrijvers John Steinbeck en Ernest Hemingway. Het lukt Hickham om ongeloofwaardige gebeurtenissen geloofwaardig over te laten komen. De thematiek in het boek is niet zwaar en dat blijft zo als er serieuzere onderwerpen aan bod komen. De diepere laag is soms even zoeken, maar wel veel duidelijker aanwezig dan in de boeken van Jonasson. Dit maakt het boek een verhaal dat je in een ruk uitleest, en vertwijfelt achterlaat na de laatste bladzijde omdat je je afvraagt wat je net in lieve vrede hebt gelezen. Gelukkig wacht je dan een verrassing op de allerlaatste pagina’s.

Albert moet naar huis - elsiereads

Halsema, Femke | Pluche

foto PlucheFemke Halsema naast het pluche

Op 11 januari 2011 verliet Femke Halsema de Tweede Kamer waar ze in 1998 als kersvers Kamerlid voor GroenLinks haar entree maakte. Halsema geeft in Pluche een eerlijk, voor zo ver dat voor een outsider te controleren is,  beeld van zichzelf, een interessante blik in het reilen en zeilen van de volksvertegenwoordiging en de interne besognes van GroenLinks en een soms onthutsend beeld van politici die partijpolitieke en electorale belangen wel erg bepalend voor hun handelen  laten zijn.

Tijdens haar periode als volksvertegenwoordiger heeft Halsema de samenleving drastisch zien veranderen. Ze besteedt uitvoerig aandacht aan de  moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh en de gevolgen daarvan, de paspoort-affaire rond Ayaan Hirsi Ali en de opkomst van Geert Wilders. Een economische crisis, militaire missies in het buitenland en de opeenvolgende verkiezingen omdat verschillende kabinetten hun termijn niet volmaakten, vroegen eveneens om aandacht. Ze  laat zien welke impact dit alles ook op haar persoonlijk leven heeft gehad.

Halsema beschrijft hoe haar politieke opvattingen een ontwikkeling hebben doorgemaakt.  Ze geeft aan weg te groeien bij het meer traditionele linkse gedachtegoed en stelt dat ‘GroenLinks zich moet ontwikkelen als een progressieve beweging die niet gericht is op het in stand houden van allerlei regelingen maar op het bevrijden van mensen uit elke vorm van afhankelijkheid, van de markt en van de staat’.

Ze presenteert GroenLinks meer en meer als links-liberaal en vrijzinnig met een grote nadruk op het vrije woord en de vrijheid om anders te zijn. ‘Juist in tijden dat klassieke burgerlijke vrijheden worden geofferd aan de dreiging van moslimterreur, het ideaal van culturele ontplooiing dreigt te bezwijken onder integratieproblemen en de vrijheid om anders te zijn bijna synoniem wordt aan openbare-orderisico’s is het voor GroenLinks van groot belang om haar progressieve traditie te benadrukken.´ Een uitspraak  die sinds 2004 nog niets aan actualiteit ingeboet heeft.

Halsema hecht grote waarde aan het debat, ook als je de ander niet kunt overtuigen, maar omdat het de basis van een democratische samenleving is  en treffend vond ik haar volgende uitspraak: ‘Vooral met André Rouvoet praat ik veel. Meestal passeren onze opvattingen elkaar als schepen in de nacht, maar dankzij hem leer ik dat het democratische gesprek ook waarde heeft zonder dat je elkaar vindt.’

Halsema toont zich in Pluche een gedreven, enthousiast, maar ook kwetsbaar mens. Kwetsbaar in de politiek waar je moet scoren om mee te tellen, ook als het politieke tij je niet mee zit en het regeringspluche onbereikbaar lijkt. De idealist Halsema moest het soms afleggen tegen de waan van de dag en de onmacht die ze daarbij ervaren heeft is voelbaar. Naast politica was ze ook partner, moeder, dochter en vriendin en het was zoeken naar een manier om werk en privé te combineren. Dat lukte  niet altijd en ook daarin is Halsema heel eerlijk en toont ze haar kwetsbaarheid.

Pluche is een goed leesbaar boek en het boeide mij van begin tot eind. Allerlei politieke kwesties uit een nog nabij verleden passeerden de revue en dat was een klein feestje van herkenning. De foto’s die in het boek zijn opgenomen dragen daar ook zeker aan bij. Je hoeft je niet verwant te voelen met de opvattingen van Halsema om dit boek toch met veel plezier te lezen. Een beetje interesse in de politiek komt natuurlijk wel van pas.

Jensen, Jens Henrik | De hondenmoorden

9200000040419161Strak gecomponeerd, snel en spannend: De Hondenmoorden is opnieuw een thriller uit Scandinavië die er mag zijn. Plaats van handelen: Denemarken. Hoofdpersoon: Niels Oxen, een aan lager wal geraakte en hoogst onderscheiden soldaat van Denemarken. (een type a la Marco Kroon, stel ik me voor, met uitzondering van ‘het aan lager wal geraakt zijn’.) Niels leer je al snel kennen als een vuilnisbaketer: ‘Hij stopte een pond gehakt in zijn rugzak. Hij was een professionele vuilnisbaketer geworden.’ In het eerste hoofdstuk word je geconfronteerd met een dode, opgehangen hond: ‘Het was alsof de hond zijn nek had gestrekt in een wanhopige poging om de allerlaatste geur van zijn leven op te snuiven. Tevergeefs. Zijn snuit had de amandelbloesem boven zijn kop niet kunnen bereiken.’

Wanneer Niels besluit een geïsoleerd bestaan te gaan leiden in de noordelijke bossen, ver weg van het hectische leven, belandt hij op zeker moment op het terrein van kasteel Norlund. Ongewild wordt Niels geconfronteerd met een opgehangen hond. Samen met zijn onafscheidelijke metgezel, zijn trouwe viervoeter Mr. White, komt Niels in een moordzaak terecht waarin dode mannen en dode honden een grote rol spelen. Als blijkt dat  oud-ambassadeur Corfitzen, maar ook andere hoge politici en vooraanstaande mensen doelwit zijn van een of meerdere moordenaars pakt Niels Oxen samen met de onorthodox-werkende agente Margrethe Franck de handschoen op en werken ze toe naar een ‘grande finale’. Afwisselend worden ze geholpen dan weer tegengewerkt door de Jutlandse politie en de geheime dienst. Wederzijds vertrouwen dan weer groot wantrouwen binnen de politiediensten zorgt voor de nodige onrust. De enkele losse eindjes en mysterieuze, onopgeloste zaken laten je snel uitkijken naar het tweede deel, Schaduwmannen, dat in mei 2016 verschijnt.

Tegen de achtergrond van De Hondenmoorden speelt de natuur in Denemarken een mooie rol. Jensen weet met smaak het landschap te beschrijven en je voelt als het ware de regen, je hoort de geluiden van het bos, je ervaart de spanning als Niels jaagt op wild. Ook geloof speelt een rol, bescheiden weliswaar, maar desalniettemin aanwezig: ‘Geloven… Ik heb teveel gezien om te geloven.’ (…) ‘Je moet vrede sluiten met je demonen. Bied ze het hoofd en accepteer ze. Je kunt alleen ontvangen – en geven – als je vrede in je ziel hebt. En als je dat niet kunt, dan leef je niet. Ik zal morgen voor je bidden.’

Kortom: Een goed geschreven verhaal, flitsende acties en een plot waar je u tegen zegt (een tikje ongeloofwaardig, maar welk verhaal is dat niet?) vormen de ingrediënten van dit eerste deel en tegelijk de opmaat naar het tweede deel.

Joubert, Irma | Hildegard

Hildegard - Irma JoubertHildegard is het nieuwste boek van Irma Joubert, die na Het meisje uit de trein een flinke staat van dienst heeft opgebouwd. Opnieuw een boek waarin geloof, hoop en liefde een belangrijke rol spelen, volgens Joubert zelf in het onderstaande filmpje.

Het verhaal begint met Hildegards jeugd, enig kind van een Duits echtpaar in Rusland. In het holst van een kwade nacht wordt ze gewekt door haar nanny en vlucht ze voor de communisten met haar ouders naar Königsberg, waar de familie van haar moeder een landgoed heeft. Daar groeit ze op in betrekkelijke rust. Ze krijgt een opvoeding zoals een kind van adel dat krijgt. Contact met haar moeder heeft ze niet veel. Tot het moment dat de eerste wereldoorlog uitbreekt en Hildegard besluit in een geïmproviseerd hospitaal te gaan werken. Siegfried, een vriend van haar vader is daar arts en na de oorlog arrangeert haar vader een huwelijk met hem, om een toekomst veilig te stellen voor haar, maar ook voor zichzelf. Opnieuw lijkt een periode van zorgeloos leven aan te breken in de luxe omgeving van haar echtgenoot, en hoewel de omgang met twee zoons uit een eerder huwelijk best lastig verloopt, krijgt ze zelf twee zoons. Maar opnieuw doemt een oorlog op en het ergste wat een moeder kan overkomen, gebeurt: een zoon komt om. En zo valt Hildegard van de ene ellende in de andere, hoewel Esther, voortgekomen uit een poging tot troost van Siegfried, haar oogappel en zon van haar leven is.

Hildegard wordt voortdurend uit haar comfortzone gehaald. Iedere keer als je denkt dat haar bedje gespreid is en ze een zorgeloos leven kan gaan leiden, slaat het noodlot toe. Erg veel leed voor een mensenleven, maar wie bedenkt dat enorme aantallen mensen twee oorlogen met een enorme disruptieve werking te verstouwen kregen, kan zich voorstellen dat een dergelijke portie leed geen uitzondering moet zijn geweest. Geloof, hoop en liefde, zegt Joubert. Het zit er allemaal wel in, maar het is zeker geen opgelegde bekeringsgeschiedenis.

Het boek zet de deur naar het gevoelsleven van Hildegard wagenwijd open. De lezer kan zich goed voorstellen wat een verdriet Hildegard moet verwerken en dat de hopeloosheid af en toe nabij is. Het is dus goed nieuws dat Hildegard het eerste deel is van een trilogie.

Grossman, David | Komt een paard de kroeg binnen

Komt een paard de kroeg binnen - David Grossman‘Twee Israëlische kolonisten en een Araboesj (scheldnaam voor Arabier) lopen door de Kashba. Ineens horen ze een luidspreker van het legere aankondigen dat over vijf minuten de avondklok ingaat voor Arabieren. Een van de kolonisten neemt het geweer van zijn schouder en jaagt de Araboesj een kogel door het hoofd. De andere kolonist staat er een beetje van te kijken. ‘Braverman, waarom deed je dat?’ Waarop Braverman hem aankijkt en zegt: ‘Luister, ik weet waar hij woont, hij was nooit van zijn leven op tijd aangekomen.”

Deze en andere keiharde grappen, sommige actueel, sommige plat, sommige al erg oud vormen het decor van de nieuwste roman van Grossman. Een cabaretier geeft een voorstelling in Netanja voor een publiek dat zich verheugt op een avond vol grappen en bijtende spot richting de vijandelijke arabieren. Speciaal voor deze avond heeft hij een oude jeugdvriend een gepensioneerde rechter, uitgenodigd. Ze zijn elkaar jaren uit het oog verloren, maar omdat de rechter bekend staat om zijn al te eerlijke oordelen, vraagt de cabaretier hem een voorstelling bij te wonen en hem te analyseren.

Maar eigenlijk begint de cabaretier vanaf minuut een zijn levensverhaal te vertellen, maar dat is helemaal niet grappig en dus helemaal niet naar de verwachting van het publiek, dat voortdurend mort en roept om grappen. Om ze te lijmen gooit de cabaretier zijn beste moppen eruit, maar kan niet voorkomen dat uiteindelijk de zaal vrijwel helemaal leegloopt.

Het is het eerste boek van Grossman nadat zijn zoon omkwam in het Israelisch-Palestijnse conflict. Hoewel het verhaal niet letterlijk gaat over het verlies van een zoon, gaat het wel over de rol van entertainment in het leven van de kunstenaar. Kan hij nog vlakweg vermaken, zonder dat de gruwelijke werkelijkheid voortdurend aan de oppervlakte komt in zijn verhaal? Stoot hij zijn publiek niet van zich af, dat helemaal niet gediend is van verdriet, diepgang of zelfkritiek?

Het is een beetje een geconstrueerd boek geworden en dat zit hem erin dat stand up comedy vaak grappig wordt door de timing en miming van de cabaretier. Dat is niet te vangen in een boek, dus het relaas van de verdrietige cabaretier komt wat mij betreft niet over, en de wisselwerking tussen artiest en publiek wil maar niet gaan leven. Maar de literaire kant van het boek, het verwerkingsproces van de cabaretier, is beeldschoon beschreven en stelt een vraag die ik niet verklap, maar waarvan ik vurig hoop dat Grossman er niet zelf mee heeft hoeven dealen, gezien de gebeurtenissen in zijn leven.

Klebold, Sue | Het besef van een moeder

0b68c9fe5d7e0ed8cf56147004da1462_cache_‘Op 20 april 1999 bewapenden Eric Harris en Dylan Klebold zich met geweren en explosieven en liepen Columbine High School binnen. Ze doodden twaalf leerlingen en een leraar en verwondden vierentwintig anderen alvorens zichzelf van het leven te beroven. Het was de ergste schietpartij op een school in de geschiedenis. Dylan Klebold was mijn zoon.’

Sue Klebold schrijft in Het besef van een moeder in heldere taal een absoluut tragisch verhaal op. 16 jaar lang heeft zij geworsteld met die ene, allesomvattende vraag: waarom mijn zoon? Ze vertelt waarom ze dit boek moest schrijven: het is een missie. ‘Door wat ik heb geleerd weet ik dat we in actie moeten komen, dat we in kaart moeten brengen wat we kunnen doen om tragedies zoals mijn zoon die heeft aangericht te voorkomen en om te verhinderen dat kinderen in stilte lijden.’

In Het besef van een moeder roept Sue Klebold ouders op om verder te kijken dan het oppervlakkige masker dat veel kinderen dragen. Wat gaat er schuil in het hart en in het hoofd van hun kind(eren)? Praat met, maar meer nog luister naar je kind. Zie je kind! Klebold neemt het zichzelf tot op de dag van vandaag ernstig kwalijk dat ze verschillende signalen niet heeft herkend of kon herkennen. Ze geeft zichzelf voortdurend de schuld maar groeit gaandeweg het verhaal in het besef dat ze niet de schuldige is. Ze groeit in het besef dat ze als moeder alles voor haar kind gedaan heeft, een goede opvoeding heeft kunnen bieden en hem een leven heeft gegeven overeenkomstig de goede (christelijke) normen en waarden. En toch… gaat het op die ene lentedag in april gruwelijk mis…

Het eerste hoofdstuk begint met de dag waarop het ongelooflijke gebeurde. Hoe ze het nieuws ontving. Wat ze voelde, dacht, de pijn, het verdriet, maar ook de zekere ontkenning, het wordt eenvoudig, maar o zo emotioneel opgeschreven. Eerlijk en open verwoordt Sue haar diepste emoties: ‘Die helse rit van 41 kilometer naar huis was de eerste stap in wat mijn levenstaak zou worden: in het reine komen met het onmogelijke.’ In de daaropvolgende hoofdstukken krijg je een kijkje in haar opvoedkeuken. Je leert het gezin Klebold goed kennen. Je leert Dylan kennen. Je kruipt voor een deel in zijn leven. Dan de indringende vraag die Sue zelf oproept: ‘Wat hebben jullie in vredesnaam gedaan dat zoveel woede in een kind heeft veroorzaakt? Hoe kan het dat jullie niet zagen wat er aan de hand was?’

Kort na de geboorte van Dylan heeft Sue een naar voorgevoel. Ze is van nature niet bijgelovig, maar ze had een diep, verontrustend gevoel dat haar sterk deed huiveren. ‘Het was alsof er een roofvogel overvloog, die zijn schaduw over ons wierp. Toen ik naar het volmaakte bundeltje in mijn armen keek, werd ik overspoeld door een sterk voorgevoel: dit kind zou me enorm veel verdriet bezorgen.’ Cliché, maar waar… dit fragment bezorgde me kippenvel.

Er staat ontzettend veel (uitgebreid) beschreven in Het besef van een moeder. Teveel om aan te roeren. Een ding nog: uiteindelijk bekruipt je meer en meer het gevoel dat Sue Klebold toch ernstig naïef is. De signalen waren er overduidelijk. Iedereen zag ze. Maar zij niet… ‘Ik begon te beseffen dat ik heel goedgelovig was geweest.’ Haar besef is het besef van de lezer. Haar naïviteit vermengt met de grote waarom-vraag levert een leerzaam, onthutsend en indringend persoonlijk relaas op.

 

Dröge, Philip | Moresnet

Philip Dröge - MoresnetOnderzoeksjournalist, schrijver en columnist Philip Dröge  geeft in ‘Moresnet, opkomst en ondergang van een vergeten buurlandje’ een interessant inkijkje in de geschiedenis van een ministaatje aan de grens van Nederland. Het is non-fictie die leest als een roman.

Uitvinder, metallurg, chemicus en zakenman Jean-Jacques Daniel Dony heeft zijn zinnen gezet op een streek tussen Luik en Aken. Het is 1805 als hij Napoleon Bonaparte vraagt om in dit gebiedje metalen te mogen delven. Napoleon laat uitzoeken waarom Dony uitgerekend in dat gebied geïnteresseerd is  en hem wordt verteld  dat daar een grote ader van zinkspaat te vinden is. Er is een kleine groeve waar al eeuwenlang gegraven wordt naar het geelbruine mineraal.  Deze groeve is eigendom van een Frans staatsbedrijf, maar niet aantrekkelijk voor commerciële bedrijven omdat het zinkspaat zo moeilijk te bewerken is, dat er nauwelijks winst mee valt te behalen. Wat bezielt Dony? Hij ziet brood in de onderneming omdat hij een nieuwe methode om zink te winnen heeft uitgevonden waardoor hij grote hoeveelheden  zal kunnen produceren. Als hij van Napoleon zowel toestemming krijgt om te delven als ook een patent op zijn uitvinding lijkt  de weg naar succes en rijkdom open te liggen.  Napoleon wordt beloond met een prachtige draagbare zinken badkuip. Hoewel de zinkgroeve later in andere handen zal overgaan, is het de groeve die het lot van de streek rond Kelmis zal bepalen.

Als Napoleon definitief van het toneel verdwijnt, komen de overwinnaars in Wenen bijeen om de grenzen binnen Europa opnieuw te trekken.  Ook de grens tussen Pruisen en het Koninkrijk der Nederlanden moest worden vastgesteld en hierbij ontstond verschil van mening over het gebied rond Kelmis. Het gebiedje zelf stelde niet veel voor, maar de zinkgroeve was een potentiële bron van inkomsten en daarom voor beide landen aantrekkelijk. Na vaak en langdurig vergaderen werd er een apart verdrag opgesteld waarin het gebied een neutrale status kreeg en onder de naam Neutraal Moresnet een ministaatje tussen Pruisen en het Koninkrijk der Nederlanden vormde. Het zou een tijdelijke oplossing zijn, maar het lukte niet om tot een definitief besluit te komen. Toen in 1830 de staat België ontstond, deed dit land zijn rechten op Moresnet gelden, maar ook de Belgen kwamen er niet uit met de Pruisen.

Dröge beschrijft op een levendige manier hoe in Neutraal Moresnet een heel eigen samenleving ontstaat. Omdat de status van het landje onduidelijk is, moet er bij belangrijke beslissingen steeds onderhandeld worden met de buurlanden die beide nog steeds aanspraak op het gebied maken. Dit betekent voor de bevolking soms onzekerheid, maar biedt ook kansen. De problemen rond onder andere de rechtspraak, smokkel, ontduiken van dienstplicht, het illegaal stoken van alcohol, het gokken en  prostitutie stelt  hij in ‘Moresnet’ aan de orde. Hij vergelijkt Neutraal Moresnet met het Amerikaanse Wilde Westen, dat net als Moresnet aantrekkingskracht had op avonturiers en criminelen. Zij konden zich tamelijk veilig voelen in een landje waar de politiemacht uit slechts één veldwachter bestond en waar de uitvoerende macht in handen was van één burgemeester. Bovendien viel het gebied niet onder Pruisische of Nederlandse / Belgische rechtspraak maar was de Code Napoleon van kracht, die weliswaar zware straffen op bepaalde misdrijven had staan, maar ook in veel gevallen niet toegepast kon worden omdat de betreffende misdrijven er niet in voorkwamen. Waar in de omringende landen het gokken bijvoorbeeld door de overheid actief werd tegengewerkt, kon men in Neutraal Moresnet lange tijd zijn gang gaan, omdat de Code Napoleon niets vermeldde over casino’s of weddenschappen. Men heeft toen met behulp van het artikel over samenscholing een eind aan de ongewenste gokpraktijken moeten maken.

Interessant is ook het hoofdstuk over de pogingen van een Fransman, Gustave Roy, om Moresnet het Esperanto als taal te laten omarmen en het internationale hoofdkwartier van de Esperanto-beweging te laten zijn. Een neutraal land en een neutrale taal, Neutraal Moresnet een Amikejo (oord van vrienden). Het zal echter nooit zo ver komen. Uiteindelijk maakt de Eerste Wereldoorlog een einde aan het bestaan van dit bijzondere staatje.

Dröge verstaat de kunst om allerlei historische feiten op een boeiende wijze met elkaar in verband te brengen en zo een goed leesbaar boek te schrijven waar zeker liefhebbers van geschiedenis veel plezier aan zullen beleven.