‘Thus bad begins and worse remains behind.‘ Deze zinssnede, die letterlijk in het nieuwste boek van Javier Marías voorkomt, komt uit het klassieke drama Hamlet van Shakespeare en inderdaad is ook dit verhaal een tragedie te noemen. En zo is op basis van de titel al duidelijk dat dit verhaal niet goed kan aflopen.
Juan de Vere werkt als persoonlijke assistent voor de wereldberoemde filmmaker Eduardo Muriel en gaat vertrouwelijk met hem om. Muriel heeft een bijzondere relatie met zijn vrouw: hij scheldt haar te pas en te onpas uit, wil niks met haar te maken hebben, maar scheidt niet van haar. Het intrigeert Juan bijzonder, maar hij durft er niet naar te vragen, want zijn werkgever is niet gesteld op al te veel nieuwsgierigheid.
Op een kwade dag stelt Muriel Juan de vraag wat te doen als er beschadigende geruchten zijn tegen een goede vriend en die verdenkingen zijn van ernstige aard. Moet je je dan van die vriend ontdoen op basis van een roddel? Moet je hem ernaar vragen? Moet je het negeren? Muriel weet zich er geen raad mee en vraagt Juan de vriend in kwestie te observeren, teneinde te achterhalen of het gerucht klopt. Al snel zit Juan er tot over zijn oren in.
Op de omslag wordt Javier Marías neergezet als de grootste Spaanse schrijver van het moment en als potentieel Nobelprijswinnaar. Het zal waar zijn. De klasse druipt van het proza af. Alle personages worden fysiek en karakterologisch tot in detail beschreven en tot leven gebracht. De gebeurtenissen ontvouwen zich aanvankelijk traag, de auteur gaat uitgebreid in op de geschiedenis van Spanje en hij lardeert het verhaal met allerlei illustratieve verwijzingen naar de cinematografie. Maar naarmate het boek vordert neemt het tempo toe en ontrolt zich een briljante plot.
Ik heb het boek gelezen met pijn in mijn buik: hoewel de schrijver prachtig schrijft, staat elke pagina vol met de ellende die een ongelukkig huwelijk met zich meebrengt. Geen personage, hoe sympathiek en rechtschapen ook, houdt schone handen. Het boek ademt een sfeer van onzuiverheid, achterdocht en erotische drijfveren. De schrijver corrumpeert de lezer en dat is natuurlijk ook de kracht van een groot schrijver: hij laat de lezer niet vrij.
En zo zit niet alleen elk personage, maar ook de lezer vast in de wurggreep van het kwade en is elke handeling slechts een opmaat naar groter kwaad dat nog moet komen. De afwezigheid van genade, van goed of van verlossing: het is verstikkend en bijna niet te harden. Qua techniek een topboek, qua boodschap deprimerend.