Voor me ligt Het wonder van het Westland. Een degelijk, keurig verzorgd en prettig leesbaar boek over een zeer populaire dominee van vroeger tijd: ds. Jac. van Dijk (1913 – 1984). Uitgeverij De Banier uit Apeldoorn heeft er, zoals bij veel andere boeken die ze uitgeven, een fraai boek van gemaakt. De inhoud zelf komt van een andere markante persoonlijkheid binnen de kring van bevindelijk-gelovigen, ds. M. van Kooten (Elspeet).
In Het wonder van het Westland lezen we in de inleiding: ‘Er zijn trouwens ook allerlei hardnekkige misverstanden die over hem een eigen leven gingen leiden. Het wordt tijd dat die rechtgezet worden.’ Zo gingen de geruchten dat Jac. van Dijk een broer zou zijn van een bekende acteur in de vorige eeuw: Ko van Dijk. Een bekende persoonlijkheid die meewerkte en meeschreef aan tal van films en hoorspelen. Het bleek en bleef een hardnekkig gerucht. Jac. van Dijk zelf zei hier vaak op dat hij ook een toneelspeler was. Hij kon goed mensen nadoen, imiteren. Van ‘Malle Pietje’ tot bekende predikanten uit die tijd. Door zijn grappen, talige spitsvondigheden en meer stond hij ook wel bekend als de ‘Wim Kan van de kansel’.
In 15 boeiende hoofdstukken geeft Van Kooten helder weer, in chronologische volgorde, Van Dijks jeugd, zijn studiejaren, zijn omkering naar God, de verschillende gemeentes waarin de dominee heeft gestaan, zoals Monster, Garderen en Nijkerk, zijn politieke visie en zijn staan in die politiek, zijn werk als godsdienstleraar op een christelijke school in Den Haag en tot slot staat Van Kooten stil bij de laatste jaren en het sterven van dominee Jac. van Dijk.
De bekende schrijver Rik Valkenburg vroeg ooit eens aan Van Dijk of het geen verloochening was van het ambt om de overstap te maken naar het onderwijs. Hierop sprak Van Dijk: ‘Ik zag het als mijn roeping de jonge mensen dagelijks in aanraking te brengen met de Bijbel in zijn geheel. (…) Ik vroeg vanmorgen nog aan een jongen uit ‘s- Gravenzande hoe Elia (een Bijbelse profeet, red.) bij de beek Krith aan brood was gekomen. Hij antwoordde: Dat bracht de bakker en die zei dat het van God was.’
Vele herinneringen aan Van Dijk en vele bijzondere en soms ook grappige belevenissen worden aan de lezer opgediend. Ook zijn vriendschap met de erudiete, gerenommeerde dichter Gerrit Achterberg komt aan bod. Zo zit het boek vol met prachtige doorkijkjes, mooie vergezichten en lezenswaardige anekdotes.
Het wonder van het Westland is uiteindelijk een bewogen levensgeschiedenis geworden. Een boek over een man met grote diepten en duidelijke hoogten. Een boek over een man die aan depressies leed en die met tranen kon zeggen dat hij zijn houvast had in God.
Voor de liefhebber van literatuur, tot slot, nog een treffend gegeven. Van Dijk bepleitte dat dominees meer moderne literatuur tot zich zouden moeten nemen. Van Dijk citeert professor Van Ruler: ‘Ik zou wensen dat de dominees wat meer oude schrijvers gingen lezen. Zij zouden dan de moderne dichters ook beter verstaan.’