Journaliste, tekst- en (kinderboeken)schrijfster Helga Warmels heeft een pareltje geschreven. Wat een ontroerend en intrigerend meesterwerkje! Een kleine roman met een grootse thematiek. Goede dagen leest als een trein, kent een bijzondere hoofdpersoon en is gesitueerd in een prachtige omgeving.
‘Gedwee schuifelde ze met hem mee, langs de lege koffers en de hometrainer, in hun eerste danse macabre van deze dag, hij achteruitlopend, zij vooruitsloffend, haar gerimpelde handen losjes in de zijne. Een trouwring droeg zij niet meer: die had hij, samen met zijn eigen ring, opgeborgen…’ Een schrijnende kennismaking met Arthur en Dieneke. Het verdriet, het gemis, de afstand, het wordt allemaal ervaren in de geciteerde scene. Dit voelbaar maken is wat Helga Warmels geregeld doet in haar roman. Knap gedaan! Des te schrijnender is de openingszin: ‘Bijna elke ochtend wanneer hij wakker werd, hoopte hij dat zijn vrouw dood naast hem lag.’
De vrouw van Arthur, Dieneke, is dementerend. Voordat het helemaal te laat is, gaan ze nog een weekje naar Zuid-Limburg. Ze nemen hun intrek in een zorghotel, in een voormalig klooster in Mechelen. Er wordt goed gezorgd voor Dieneke, ze is in professionele handen. Hier zal Arthur ook tot rust kunnen komen. Maar voordat ze goed en wel beginnen aan hun vakantie, gaat er wat mis op de heenweg: een vrouw voor hen in een rode Ford Ka rijdt een kat plat. Kronkelend ligt het dier op de weg. Arthur stopt en besluit de vrouw te helpen. Hij rijdt het dier definitief dood. Morsdood. Hij legt de kat opzij van de weg. Eenmaal aangekomen bij het hotel ontmoet hij de vrouw opnieuw. Loes heet ze. Hij voelt zich door haar aangetrokken. Of dit wederzijds is? Ook zij heeft een geliefde die dementerend is. Samen voeren ze gesprekken. Ook over de kat. Deze wordt door Arthur uiteindelijk opgehaald en bij het klooster begraven. (schuldgevoel!) Dit gaat echter niet zonder slag of stoot. Deze kat speelt gedurende het hele verhaal een haast symbolische rol. Het motief van dood, verdriet, pijn, gemis en begraven is voelbaar en zichtbaar aanwezig.
Warmels weet zowel de gesprekken tussen mensen als de gedachtes van Arthur over Dieneke, alsmede het trieste verleden van beide personen heel mooi te verwoorden, te componeren. Dit verleden gaat steeds vaker en steeds indringender een grote rol spelen bij Arthur naarmate het ook minder gaat met hem. De omstandigheden dwingen hem terug te denken aan toen. De woorden ‘goede dagen’ worden door de roman heen op treffende wijze verschillend benoemd en uitgelegd. Zelfs in deze positief getinte woorden schuilt het verdriet, de schaduwkant van de goede dagen licht op.
Gaandeweg het verhaal voel je scherp aan dat er wat mis is met Arthur. Zelfs wat er mis is. Alleen weet hij het zelf nog niet… De dood van Dieneke die eigenlijk aangekondigd wordt in de openingszin, komt uiteindelijk toch nog onverwachts. Maar dan begint het einde ook voor Arthur…
‘Hij wilde naar huis, terug naar Meppel. Hoeveel dagen zou die vakantie, die zogenaamde goede dagen die hem niets dan onrust brachten, hoelang zou die vakantie nog duren?’
Helga Warmels heeft een boek geschreven dat gezien mag worden als de opvolger van Hersenschimmen van Bernlef.