In deel 2 van Dossier Metselaer met als titel Genadeklap richt Loes den Hollander zich allereerst heel persoonlijk tot de lezer. Ze waarschuwt de lezer terecht voor dit tweede deel. Het valt niet te lezen zonder de voorkennis van deel 1: Aangetast. Haar advies om de juiste volgorde te hanteren heb ik me ter harte genomen.
Qua opbouw voldoet het boek aan het eerste deel. Ook hier maak je het verhaal als lezer mee vanuit verschillende perspectieven, personen: Gideon, Rifka, Bea en Matthias. Zo krijg je een compleet beeld van de gebeurtenissen, omstandigheden en ervaringen van de hoofdpersonen. De structuur zorgt ervoor dat je het verhaal goed kunt volgen, want een zekere complexiteit kent dit boek wel. Den Hollander weet in dit spannende en verrassende vervolg continue de vinger op de zere plek te leggen. En dat dat pijn doet bij de verschillende personages moge duidelijk zijn…
Het is lastig een gedegen samenvatting te geven van dit deel. Je geeft al snel de clou uit handen. Een poging: nu eenmaal bekend is geworden wat er met Tamara Metselaer gebeurd is, belandt de schuldige achter de tralies. Een ieder probeert nu de draad van het gewone leven op te pakken. En toch… door de gedoseerde spanning die Den Hollander langzaam maar zeker wat opvoert, voel je als lezer aan dat er zaken niet kloppen. Wat is het verhaal achter de tragische gebeurtenissen? Welke rol speelt Bea, de moeder van Rifka in het grotere geheel? Er is met elk personage wel wat mis. Grondig mis… Individuele geheimen, diepgewortelde haat- en nijdgevoelens komen bovendrijven: ‘Iets in hem weet zeker dat hij deze vrouw uit zijn buurt moet houden. Ze is de moeder van het meisje dat hij heeft doodgereden en het kan niet kloppen dat ze vrede met hem wil sluiten. Dat zal geen enkele moeder in haar hoofd halen. Vrede is een station te ver.’
De plaats voor religie en het geloven in een hiernamaals wordt hier en daar ook aan de orde gesteld. Twijfel, ongeloof en verharding lijken te winnen. ‘Zou er iets zijn na het leven? Ze heeft dat nooit geloofd, ook al maakte ze zichzelf de eerste tijd na Lieves dood wijs dat er zeker iets was waar je naartoe ging. Iets waar je elkaar later terugzag. (…) Ze sluit haar ogen en zoekt naar beelden van haar kind. Laat haar dansen, laat haar gelukkig zijn, laat haar verlangen naar de toekomst. Het lijkt wel of ze nu bidt.’
Wanneer je deel 1 kent, is het jammer dat er zoveel weer opgerakeld wordt wat je al lang weet. Het boek kent verschillende herhalingen die niet altijd noodzakelijk zijn. Dat kan de vaart er op sommige momenten uithalen. Maar uiteindelijk lees je toch door, omdat je absoluut wilt weten hoe de vork in de steel zit.