Strak gecomponeerd, snel en spannend: De Hondenmoorden is opnieuw een thriller uit Scandinavië die er mag zijn. Plaats van handelen: Denemarken. Hoofdpersoon: Niels Oxen, een aan lager wal geraakte en hoogst onderscheiden soldaat van Denemarken. (een type a la Marco Kroon, stel ik me voor, met uitzondering van ‘het aan lager wal geraakt zijn’.) Niels leer je al snel kennen als een vuilnisbaketer: ‘Hij stopte een pond gehakt in zijn rugzak. Hij was een professionele vuilnisbaketer geworden.’ In het eerste hoofdstuk word je geconfronteerd met een dode, opgehangen hond: ‘Het was alsof de hond zijn nek had gestrekt in een wanhopige poging om de allerlaatste geur van zijn leven op te snuiven. Tevergeefs. Zijn snuit had de amandelbloesem boven zijn kop niet kunnen bereiken.’
Wanneer Niels besluit een geïsoleerd bestaan te gaan leiden in de noordelijke bossen, ver weg van het hectische leven, belandt hij op zeker moment op het terrein van kasteel Norlund. Ongewild wordt Niels geconfronteerd met een opgehangen hond. Samen met zijn onafscheidelijke metgezel, zijn trouwe viervoeter Mr. White, komt Niels in een moordzaak terecht waarin dode mannen en dode honden een grote rol spelen. Als blijkt dat oud-ambassadeur Corfitzen, maar ook andere hoge politici en vooraanstaande mensen doelwit zijn van een of meerdere moordenaars pakt Niels Oxen samen met de onorthodox-werkende agente Margrethe Franck de handschoen op en werken ze toe naar een ‘grande finale’. Afwisselend worden ze geholpen dan weer tegengewerkt door de Jutlandse politie en de geheime dienst. Wederzijds vertrouwen dan weer groot wantrouwen binnen de politiediensten zorgt voor de nodige onrust. De enkele losse eindjes en mysterieuze, onopgeloste zaken laten je snel uitkijken naar het tweede deel, Schaduwmannen, dat in mei 2016 verschijnt.
Tegen de achtergrond van De Hondenmoorden speelt de natuur in Denemarken een mooie rol. Jensen weet met smaak het landschap te beschrijven en je voelt als het ware de regen, je hoort de geluiden van het bos, je ervaart de spanning als Niels jaagt op wild. Ook geloof speelt een rol, bescheiden weliswaar, maar desalniettemin aanwezig: ‘Geloven… Ik heb teveel gezien om te geloven.’ (…) ‘Je moet vrede sluiten met je demonen. Bied ze het hoofd en accepteer ze. Je kunt alleen ontvangen – en geven – als je vrede in je ziel hebt. En als je dat niet kunt, dan leef je niet. Ik zal morgen voor je bidden.’
Kortom: Een goed geschreven verhaal, flitsende acties en een plot waar je u tegen zegt (een tikje ongeloofwaardig, maar welk verhaal is dat niet?) vormen de ingrediënten van dit eerste deel en tegelijk de opmaat naar het tweede deel.