Autobiografische verhalen verkopen goed, zeker wanneer het een schokkend verhaal is. De hoofdpersoon in het verhaal van Christine Angot heet ook Christine Angot. Autobiografisch, is dan je eerste gedachte. Maar het staat nergens op of in het boek, er is geen persoonlijke noot van de schrijver, geen voorwoord, geen nawoord. De schrijver moet duidelijk iets over zichzelf kwijt, maar mengt dat met fictie en vermijdt het daarom autobiografisch te noemen.
Een onmogelijke liefde, zo heet het laatste boek van de Franse Christine Angot. Het begint met een idylle: twee gelijkgestemde zielen vinden elkaar, vullen elkaar in alles aan en raken voor altijd aan elkaar verknocht. Maar: Pierre wil niet trouwen. Hij, van goede afkomst, is niet uit dat hout gesneden, zegt hij. Rachel, joods en van lage komaf, vindt het allemaal best, zolang Pierre maar bij haar blijft. Maar zijn carrière brengt hem door heel Frankrijk en het aantal ontmoetingen wordt steeds minder. Rachel raakt echter wel zwanger van hem. Ze stelt hem op de hoogte, maar hij toont weinig belangstelling, laat staan dat hij besluit met haar te trouwen. Sterker nog, hij weigert aanvankelijk het kind zijn naam te laten dragen. Pas na lang aandringen erkent hij zijn dochter en geeft hij haar het recht zijn naam te gebruiken. Rachel houdt hoop dat hij ooit volledig voor haar zal kiezen, maar dat blijkt ijdele hoop als hij meldt getrouwd te zijn. Toch blijft ze erop aandringen dat vader en dochter met elkaar om blijven gaan, in de hoop op goede kansen voor haar dochter. Een vergissing, zo blijkt, want zijn minachting voor haar gaat zo ver dat hij zich aan zijn dochter vergrijpt. Het leidt tot een onmetelijke en schijnbaar onoverbrugbare afstand tussen moeder en dochter.
Een verschrikkelijk verhaal, met de dochter als lijdend voorwerp. Je zou een melodramatisch verhaal verwachten, maar niets is minder waar. Het verhaal wordt uit het perspectief van de moeder verteld. Al haar handelingen worden beschreven en het lijkt allemaal logisch wat ze doet. De schrijfster toont al haar begrip voor de keuzes van de moeder en is af en toe zelfs bewonderend, bijvoorbeeld over haar moeders reactie nadat hij vertelde getrouwd te zijn: ‘Ze heeft niet gehuild waar hij bij was. (…) Hij probeerde haar te strelen. Ze duwde hem weg. Hij bleef aandringen. Ze heeft hem bij ons thuis laten overnachten. Maar vroeg in de ochtend: “Nu ga je weg!”‘
Het boek is vooral een onderkoelde analyse van wat er allemaal is gebeurd. Op momenten doet de schrijfster me denken aan Marga Minco, zo’n afstand tot het erge, zo’n koelte in het vertellen. Het lijkt erop dat de schrijfster erop is gebrand om erachter te komen hoe het allemaal heeft kunnen gebeuren, waarom haar vader deed wat hij deed, waarom haar moeder deed (of juist niet deed) wat ze moest doen. Vader komt er erg slecht vanaf: ‘Het draaide allemaal om afwijzing. je werd afgewezen vanwege je (joodse, red.) identiteit. En die afwijzing ging zo ver dat hij je dochter dat heeft aangedaan.’ Maar ook moeder krijgt het voor de kiezen, als de dochter haar verwijt haar in de steek te hebben gelaten en niets te hebben gezien.
Angot schrijft prachtige, strakke literatuur. In Frankrijk is ze veelgelauwerd en razend populair. De vraag is waarom dat in Nederland niet het geval is. Misschien heeft het thema incest, dat in haar oeuvre zo’n belangrijke plek inneemt, ermee te maken. Dat is nou niet direct een thema waar je voor je lol induikt. Misschien is het de Franse entourage met de voor ons bijna onvoorstelbare hiërarchische verhoudingen die daar nog volop in zwang zijn. Misschien is het onbekendheid. Hoe dan ook: aan de kwaliteit ligt het niet. Geweldig boek.