Wagendorp, Bert | Masser Brock

Bert Wagendorp - Masser BrockWat is waarheid? De vraag die Pilatus ooit stelde toen het ging om de vraag wie Jezus van Nazareth was, is actueler dan ooit. We leven immers in een tijd waarin nepnieuws en alternatieve feiten het zicht op de waarheid vertroebelen. Masser Brock is de hoofdpersoon van de gelijknamige roman van Bert Wagendorp en columnist bij De Nieuwe Tijd. Tijdens zijn werk als (onderzoeks)journalist en columnist zie je hem een weg zoeken tussen nieuws en mening over dat nieuws. Hij krijgt te maken met feiten en verzwegen feiten, objectieve weergave en manipulatie. Waarheid blijkt een begrip dat op diverse manieren kan worden ingevuld.  Uiteindelijk gaat het om de vraag of de waarheid überhaupt wel bestaat. Massers idee dat je als journalist de waarheid en niets dan de waarheid dient, blijkt een illusie.

Wagendorp, net als Masser columnist, beschrijft in zijn roman Masser Brock een aantal situaties waarin waarheden, halve waarheden en leugens aan de lezers van De Nieuwe Tijd worden gepresenteerd onder een schijn van feitelijkheid. Het verzwijgen van de naam van een betrokkene bij drugscriminaliteit en het niet bekendmaken van de precieze toedracht rond het sneuvelen van een aantal militairen in Afghanistan laten zien dat nieuwsfeiten nog iets anders zijn dan waarheden. En is dat per se verkeerd? Wagendorp roept vragen op en zet aan het denken! De waarheid ongecensureerd naar buiten brengen kan ongewenste consequenties hebben.  Het verzwijgen of verdraaien verdraagt zich echter niet met de journalistieke ethiek. Botsende belangen zijn soms een sta- in-de-weg voor de waarheid.  En dit geldt voor zowel ‘grote’ politieke als voor ‘kleine’ persoonlijke belangen.

Interessant is de verhaallijn waarin Masser Brock en zijn oud-collega Bonna Glenewinkel onderzoek doen naar een mol binnen de redactie. Hoe is het mogelijk dat er tientallen jaren van binnenuit invloed op het nieuws werd uitgeoefend uit naam van de Binnenlandse VeiligheidsDienst? Beïnvloeding van het nieuws, in welke vorm dan ook, is dus niet alleen een hedendaags verschijnsel. Ook in de tijd van de Koude Oorlog probeerden diverse partijen op de een of andere manier invloed op de publieke opinie uit te oefenen.

Wagendorp beperkt zich niet alleen tot het hoofdthema van ‘Masser Brock’, maar besteedt ook vrij veel aandacht aan de jeugd van Masser en zijn keuze voor de journalistiek. Daarnaast wordt de ontstaansgeschiedenis van De Nieuwe Tijd uitgebreid verteld. Voor sommige lezers is dit wellicht iets te veel van het goede, maar het heeft mij wel uitermate geboeid.  De wijze waarop Wagendorp zijn personages beschrijft, maakt het verhaal levendig.  Bonna Glenewinkel is een prachtmens met haar scherpe opmerkingen en bij tijd en wijle cynische kijk op de journalistieke wereld. In premier ‘Tup’ herkennen we onze altijd goedlachse premier Rutte. Daarnaast maken zijn familieleden van Masser een completer personage.

Wagendorps thematiek is zeer actueel, zeker nu we als nieuwsconsumenten ons nieuws op talloze manieren vergaren wat het onderscheid tussen nieuws en nepnieuws nog moeilijker maakt. Hij schreef deze roman overigens in de periode juli 2015 – december 2016 en had toen wellicht niet verwacht dat de verschijning ongeveer samen zou vallen met de aandacht voor alternatieve feiten en de fixatie op nepnieuws van de Amerikaanse president Trump. Een aardige bijkomstigheid.

Kooten, van M. | Het wonder van het Westland

Voor me ligt Het wonder van het Westland. Een degelijk, keurig verzorgd en prettig leesbaar boek over een zeer populaire dominee van vroeger tijd: ds. Jac. van Dijk (1913 – 1984). Uitgeverij De Banier uit Apeldoorn heeft er, zoals bij veel andere boeken die ze uitgeven, een fraai boek van gemaakt. De inhoud zelf komt van een andere markante persoonlijkheid binnen de kring van bevindelijk-gelovigen, ds. M. van Kooten (Elspeet).

In Het wonder van het Westland lezen we in de inleiding: ‘Er zijn trouwens ook allerlei hardnekkige misverstanden die over hem een eigen leven gingen leiden. Het wordt tijd dat die rechtgezet worden.’ Zo gingen de geruchten dat Jac. van Dijk een broer zou zijn van een bekende acteur in de vorige eeuw: Ko van Dijk. Een bekende persoonlijkheid die meewerkte en meeschreef aan tal van films en hoorspelen. Het bleek en bleef een hardnekkig gerucht. Jac. van Dijk zelf zei hier vaak op dat hij ook een toneelspeler was. Hij kon goed mensen nadoen, imiteren. Van ‘Malle Pietje’ tot bekende predikanten uit die tijd. Door zijn grappen, talige spitsvondigheden en meer stond hij ook wel bekend als de ‘Wim Kan van de kansel’.

In 15 boeiende hoofdstukken geeft Van Kooten helder weer, in chronologische volgorde, Van Dijks jeugd, zijn studiejaren, zijn omkering naar God, de verschillende gemeentes waarin de dominee heeft gestaan, zoals Monster, Garderen en Nijkerk, zijn politieke visie en zijn staan in die politiek, zijn werk als godsdienstleraar op een christelijke school in Den Haag en tot slot staat Van Kooten stil bij de laatste jaren en het sterven van dominee Jac. van Dijk.

De bekende schrijver Rik Valkenburg vroeg ooit eens aan Van Dijk of het geen verloochening was van het ambt om de overstap te maken naar het onderwijs.  Hierop sprak Van Dijk: ‘Ik zag het als mijn roeping de jonge mensen dagelijks in aanraking te brengen met de Bijbel in zijn geheel. (…) Ik vroeg vanmorgen nog aan een jongen uit ‘s- Gravenzande hoe Elia (een Bijbelse profeet, red.) bij de beek Krith aan brood was gekomen. Hij antwoordde: Dat bracht de bakker en die zei dat het van God was.’

Vele herinneringen aan Van Dijk en vele bijzondere en soms ook grappige belevenissen worden aan de lezer opgediend. Ook zijn vriendschap met de erudiete, gerenommeerde dichter Gerrit Achterberg komt aan bod. Zo zit het boek vol met prachtige doorkijkjes, mooie vergezichten en lezenswaardige anekdotes.

Het wonder van het Westland is uiteindelijk een bewogen levensgeschiedenis geworden. Een boek over een man met grote diepten en duidelijke hoogten. Een boek over een man die aan depressies leed en die met tranen kon zeggen dat hij zijn houvast had in God.

Voor de liefhebber van literatuur, tot slot, nog een treffend gegeven. Van Dijk bepleitte dat dominees meer moderne literatuur tot zich zouden moeten nemen. Van Dijk citeert professor Van Ruler: ‘Ik zou wensen dat de dominees wat meer oude schrijvers gingen lezen. Zij zouden dan de moderne dichters ook beter verstaan.’

Frost, Mark | De Paladijnse voorspelling

Het Harry Potter-tijdperk is voorbij. Welkom Will West! Schrijver Mark Frost komt met een razendspannende en razendsnelle trilogie met als hoofdpersoon Will West. Frost is bekend vanwege zijn grensverleggende tv-serie Twin Peaks, die hij samen schreef en produceerde met David Lynch.

De Paladijnse voorspelling is het eerste deel uit een serie van drie. We maken kennis met Will. Al snel in het eerste hoofdstuk voel je haarscherp aan dat er iets staat te gebeuren: ‘Later, en niet eens veel later, wilde hij dat hij was blijven staan, terug was gelopen, haar had vastgepakt en nooit meer had losgelaten.’ De Paladijnse voorspelling is mooi geconstrueerd: het begint met een opdracht voorin het boek, gevolgd door een motto van dichter Ralph Waldo Emerson. Hierna lees je een cursief gedrukt stukje dat onheilspellend overkomt. Dan start hoofdstuk 1, getiteld Een dinsdag als alle andere. Een dinsdag die juist niet zo verloopt als alle andere. En ergens voel je dat met deze titel juist ook aan.

De Paladijnse voorspelling voelt aan en leest als Harry Potter. De setting, een dure en bijzondere kostschool, doet denken aan Zweinstein uit de Harry Potter-reeks. Studenten, bijzondere leraren, veel geheimzinnigheid en mysterie. Alle ingrediënten zijn aanwezig om er een goed verhaal van te maken. ‘Zorg voor een geordend brein’. Het is regel nummer 1 van de Lijst van Regels van vader West. Helemaal achterin het boek vind je de complete lijst van Regels waarnaar te leven: 98 regels die heel veel meegeven over het leven van de mens, regels die in de verte doen denken aan de Tien Geboden uit de Bijbel. De meeste van de Regels komen nadrukkelijk terug in het verhaal, ze vormen als het ware de rode draad door het boek heen.

Will is een bijzondere jongen met bijzondere gaven. Dat blijkt wanneer hij voor een bepaald examen het hoogste cijfer haalt. Hij wordt gerekruteerd voor een exclusieve en mysterieuze particuliere school. Einde oefening wat betreft zijn leven ‘onder de radar’. En dat was nou juist de bedoeling van de ouders West. Wanneer Will merkt dat hij gevolgd/ geschaduwd wordt door mannen met donkere hoeden en zwarte pakken is hij zijn leven niet zeker. Zijn familie wordt bedreigd. Will vlucht naar het Centrum, waar hij leert om zijn opmerkelijke gaven op een goede manier in te zetten in de strijd tegen het kwaad. Een serie gebeurtenissen en bizarre onthullingen zorgen ervoor dat Will belandt in een strijd die al eeuwenoud is. Een strijd tussen het Goede en het Kwade.

De Paladijnse voorspelling heeft een filosofische, religieuze, historische en spirituele inslag. Het boek staat vol met mooie verwijzingen naar andere boeken, verhalen, (buiten)-Bijbelse bronnen. Die intertekstualiteit maakt het boek het lezen waard. ‘Je moet op jezelf vertrouwen. (…) Leren vertrouwen op je instincten als de wereld zegt dat je dat niet moet doen. Vertrouw op jezelf voorbij het bereik van de ratio of de meningen van anderen.’

De evolutie van de mensheid speelt een redelijk belangrijke rol in De Paladijnse voorspelling:  ‘Maar voor het grootste deel van de natuur geldt dat hun lotsbestemmingen in hun code zijn geschreven – als beperkingen – en dat die absoluut onontkoombaar zijn.’ Dat maakt het voor sommigen wellicht minder aantrekkelijk om te lezen. De liefhebbers van fantasy en van een flinke dosis spanning zullen met De Paladijnse voorspelling ruimschoots aan hun trekken komen!

Harper, Jane | De droogte

Wanneer ik de flaptekst lees van De droogte, geschreven door Jane Harper, kan ik niet anders dan enthousiast zijn. De quotes van bekende thrillerauteurs smaken naar meer. Dit boek kan niet anders dan echt goed zijn. Niets is minder waar.

Het verhaal is eenvoudig, weinig sprankelend. Een typisch plattelandsstadje in Australië, Kiewarra genoemd, wordt geteisterd door hitte en droogte. En dan gebeurt het nogal eens dat het humeur van verschillende mensen er ook flink onder lijdt. Als je smacht naar water, naar verlossende regen, en het komt niet. Tja, dat is vragen om moeilijkheden. Men is de wanhoop nabij. Wanneer 3 gezinsleden dood aangetroffen worden, met de bekende vliegen die op de lichamen en de geur afkomen, nemen de spanningen zienderogen toe. Luke Hadler heeft zijn gezinnetje vermoord en daarna zelfmoord gepleegd. Dat is althans wat we moeten geloven. Aaron Falk, die naar de begrafenis gaat van zijn vriend Luke, gaat op onderzoek uit. Tegen wil en dank wordt hij betrokken bij het onderzoek naar de vermeende zelfmoord. Vragen stapelen zich op en Falk wordt gedwongen zijn verleden en dat van zijn vriend en anderen uit Kiewarra onder de loep te nemen. Verleden en heden dreigen samen te vallen. Dan blijkt dat de zaak een geheel andere wending neemt.

Het taalgebruik in De droogte is mooi: ‘De hitte van de namiddag viel als een deken over hem heen. (…) Maar met een huid die de ene helft van het jaar het blauwige waas van magere melk had en de andere helft een kankerachtig cluster van sproeten vertoonde, deinsde Falk er niet voor terug de goede smaak te tarten.’ Harper beschrijft het plot in relatief korte zinnen. Dat leest heel vlot. Hiermee zorgt ze ervoor dat de spanning ook toeneemt. Ze werkt geregeld toe naar een climax.

Ronduit irritant zijn de vele flashbacks. Zit je net een beetje in het verhaal, komt er weer een flashback. Die zijn dermate kort van aard dat het verhaal vervolgens snel weer verder gaat in het heden. Wanneer dit een enkele keer gebeurt, is dat geen probleem. Maar zo vaak als nu, is verre van prettig. Het houdt op. De verhaallijn stokt hierdoor.

De stijl en het taalgebruik maken dat het enigszins literair aandoet. Maar van een thriller is in de verste verte geen sprake; het is eerder een aardige detective. Het begin van het boek is mijns inziens nog het aardigst. Maar daarna zakt het verhaal in. Het laatste stuk, de finale, is goed, maar redelijk voorspelbaar. Uiteindelijk is de sfeer in het boek nog het meest goed te noemen.

De conclusie is helder. Ik heb begrepen dat het verhaal verfilmd gaat worden. Het zal mij benieuwen hoeveel sterren die film zal gaan opleveren.

 

 

Schermer, Marijke | Noodweer

In Noodweer staat het water letterlijk en figuurlijk aan de lippen. Het buitendijks gelegen huis van Emilia en Bruch wordt door de overlopende rivier bedreigd, maar ook hun relatie dreigt ten onder te gaan. Zonder te weten wat de achtergrond precies is, voel je als lezer al direct de onderhuidse spanning. Er lijkt noodweer op komst.

Na afloop van het toneelstuk dat ze zojuist hebben gezien, raken Bruch en Emilia elkaar in het gedrang kwijt. Emilia dwaalt wat rond in het gebouw en op een leeg balkon wordt ze plotseling van achteren vastgegrepen. Het is een grap van een vriend, maar Emilia’s heftige reactie – ‘een vlam panische angst’ – maakt duidelijk dat hier veel meer aan de hand is dan schrikken van een (misplaatste) grap.

Schermer maakt al snel duidelijk welke traumatische ervaring in volle hevigheid Emilia van haar stuk brengt. Emilia heeft Bruch, met wie een mogelijke relatie in het verschiet lag, nooit verteld wat ze heeft meegemaakt. Maar nu blijkt dat ze deze ervaring niet verwerkt heeft, en wat nu?

Bruch en Emilia hebben inmiddels een leven samen opgebouwd, hebben twee zoontjes en hebben zich ver buiten Amsterdam in het rivierengebied gevestigd. Schermer roept veel vragen op wat mij bijna dwong om zowel door te lezen als me te identificeren met zowel Emilia als Bruch. Kun je na zoveel jaren nog met je verhaal op de proppen komen, wat betekent dat voor je relatie? Waarom heeft Bruch al die jaren het zwijgen van Emilia ogenschijnlijk zo gemakkelijk geaccepteerd? Waarom gekozen voor een huis in buitendijks gebied, waar zo veel risico aan verbonden is? Voelen ze zich bij elkaar zo veilig dat ze dat voor lief nemen? Gaandeweg worden steeds meer scheurtjes in de relatie zichtbaar en het dreigende water symboliseert de kwetsbaarheid. Het einde van het boek is verrassend. Er blijken meer geheimen te zijn.

Schermer zet je aan het denken. De vragen die ze oproept over openheid, transparantie en kwetsbaarheid in een relatie zijn vragen die iedereen raken. Het zijn ook vragen die iedereen persoonlijk moet beantwoorden en het is te prijzen dat Schermer de antwoorden niet voor je invult.

Noodweer leest plezierig, al is het jammer dat enkele, mijns inziens overbodige, vloeken het boek ontsieren.

Windmeijer, Jeroen | Het Pauluslabyrint

Het Pauluslabyrint levert Jeroen bepaald geen Wind(m)ei(j)eren op. Een stoere cover en een dito verhaal zorgen ervoor dat Leiden in last is! Tijdens het startschot voor het plaatsen van ondergrondse vuilcontainers in de binnenstad van Leiden stort de burgervader met graafmachine en al in een diep gat. Onder de bodem bevindt zich, zo blijkt na onderzoek, een compleet gangenstelsel. In dit gangencomplex wordt een jongen ontdekt, volledig onder het bloed. Levend. Wie is deze vreemde jongeman? Hoe is hij hier beland? Als kort na elkaar universitair docente Judith Cherev, van joodse komaf, en hoogleraar Arnold Tiegem spoorloos verdwijnen gaat hoofdpersoon Peter de Haan ( Petrus… de haan kraait… lijdensverhaal van Jezus Christus…?) op onderzoek uit. Na mysterieuze berichten op zijn telefoon gekregen te hebben moet Peter noodgedwongen op ontdekkingsreis door Leiden. Om de geheimzinnige puzzel te kunnen oplossen moet hij kriskras door de stad heen om zo de code te kraken. Om zo zijn collega Judith weer terug te krijgen. Hora est… maar wiens uur heeft geslagen?

Uitgeverij HarperCollins brengt het tweede boek uit van Jeroen Windmeijer. Na De bekentenissen van Petrus nu dus Het Pauluslabyrint. Jeroen is antropoloog en verdiept zich graag in vaderlandse, Romeinse en religieuze geschiedenis. In Het Pauluslabyrint  smeedt hij feit en fictie aaneen tot een volledig narratieve beschouwing op de historische en Bijbelse figuur Paulus. Wat is waarheid omtrent deze Paulus? Welke rol heeft hij gespeeld in de (Bijbelse) geschiedenis? Jeroen weet als volleerd verteller de lezer mee te nemen op deze spannende puzzeltocht om zo zelf te oordelen wie Paulus was.

Na lezing van dit boek is er de mogelijkheid om in Leiden zelf de speurtocht te maken. Een kaartje met gegevens achterin het boek geeft meer informatie. Het mooie hiervan is dat het verhaal tot leven komt en voorgeschoteld wordt als een waar verhaal. Jeroen maakt deze thriller compleet met eindnoten en een lijst van geraadpleegde literatuur.

Een waarschuwing voor christelijke lezers is op zijn plaats. Jeroen Windmeijer gaat op zo’n manier om met Paulus dat christenen zich er niet (volledig) in zullen herkennen. De wijze waarop hij Paulus neerzet is heel anders dan de christenen zullen belijden. Dit zagen we ook bij bijvoorbeeld De Da Vincicode van Dan Brown. Ook niet-christelijke lezers zullen wellicht moeite hebben met de enorme hoeveelheid aan informatie uit de geschiedenis en de Bijbel. Iets meer gedoseerd aanbieden had gescheeld kunnen hebben. Bijbelteksten worden Schriftkritisch uitgelegd. Het motto voorin het boek is ontleend aan Johannes 6: 54-56.

Tot slot, het boek is keurig opgedeeld in delen: proloog, raaf, bruidegom, soldaat, leeuw, pers, zonneloper, vader, epiloog. De delen worden afgewisseld met zogenoemde visioenen waarin we Paulus op de voet volgen aan de hand van tal van Bijbelteksten. De namen van de verschillende delen zijn afkomstig uit het Mithraisme, een officiële godsdienst uit het Romeinse Rijk. Deze cultus samen met de figuur Paulus komen op een boeiende wijze tot bloei in Leiden. Als je deze elementen zo bijeen weet te brengen, dan ben je een begenadigd schrijver.

‘Hij die niet eet van mijn lichaam en drinkt van mijn bloed, zodat hij een wordt met mij en ik met hem, zal de verlossing niet kennen.’

 

 

Oranje, Corien | Afspraak in Portugal

Corien Oranje is de schrijfster van het actieboek in de Week van het Christelijke Boek 2017. Deze wordt gehouden van 22 maart tot en met 1 april. Uitgeverij Jongbloed en de BCB (Brancheorganisatie voor het Christelijke Boeken- en Muziekvak, red.) sloegen de handen ineen en zorgden voor een prachtig vormgegeven boek: Afspraak in Portugal.

Oranje is een veelzijdig auteur: ze verzorgt vertalingen van boeken, schrijft veel kinderboeken en is theologe van huis uit. Maar het proces dat ze voor Afspraak in Portugal heeft moeten ondergaan is te vergelijken met een bevalling, maar dan een van het afschuwelijke kaliber. Voor het eerst in haar schrijfhistorie heeft ze een fictieboek voor volwassenen geschreven, een novelle.

Dankbaar en blij zijn we met de geboorte van Afspraak in Portugal. Met dit boekje heeft Corien Oranje zich weten te scharen in de rij van kwalitatief goede christelijke (fictie)auteurs. Ze bekent in ieder geval kleur met deze ‘roadtrip’ naar Portugal. Het is de kleur oranje die de cover siert. Fel in het oog springende sinaasappels, waarvan er op zijn minst een van de boom gevallen is. Symbool voor verlies, afscheid, verdriet. Symbool voor het verhaal zelf. Interessant gegeven is ook dat oranje en sinaasappel etymologisch aan elkaar verwant zijn, nagenoeg hetzelfde betekenen.

Het verhaal is duidelijk: Leo, die net zijn vrouw heeft verloren na een ernstige ziekte, blijkt zelf ook ernstig ziek te zijn, uitgezaaide longkanker. Hij had zijn vrouw Lilian beloofd om nog eenmaal terug te gaan naar Portugal, naar de plaats waar ze destijds op huwelijksreis zijn geweest. Hier ligt voor beide mensen een kostbare, dierbare herinnering waar Leo met zijn dochter Jennifer nooit over gesproken heeft. Wanneer Jennifer, die haar vader niet alleen wil laten gaan, aanbiedt mee te gaan op reis in een oud VW- busje, begint voor hen een avontuurlijke en spirituele reis op weg naar een definitief einde. Als halverwege de roadtrip Evert-Jan, een goede vriend van Jennifer, zich bij het tweetal aansluit, verandert er iets in de relatie tussen vader en dochter. Langzaam maar zeker vallen er schellen van de ogen en ontstaat er meer en meer begrip voor elkaar.

Rode draad door Afspraak in Portugal is het motto, ontleend aan Psalm 139: 9-10: ‘Al verhief ik mij op de vleugels van de dageraad,/ al ging ik wonen voorbij de verste zee,/ ook daar zou uw hand mij leiden,/ zou uw rechterhand mij vasthouden. Corien Oranje weet op een invoelende manier, soms geëmotioneerd, dit terug te laten komen in haar boek. Het boek is vanuit wisselend perspectief geschreven: dan weer kijk je door de ogen van Leo, dan weer door de ogen van Jennifer. Dit wisselt beurtelings. Ik kan me goed voorstellen dat dit best lastig is om je zo te verdiepen in karakters. Zeker in het besef dat je een novelle schrijft en niet bezig bent met een roman. In 110 pagina’s weet Oranje heel mooi en integer de karakters neer te zetten. Overigens zou het heel interessant zijn om met Jennifer verder te gaan in een roman. Een roman, waar ik zeker van ben dat die er gaat komen.

Theologe als ze is, verweeft Oranje heel subtiel soms Bijbelse gegevens in haar boek: ‘Een oranje brancard stijgt omhoog, en wordt door onzichtbare handen opgenomen in de helikopter. En een wolk onttrekt hem aan mijn ogen.’  Stof ben je en tot stof zul je terugkeren. Ook al een motief dat terugkeert in het boek. Kort na de dood van Lilian ervaart Jennifer het volgende: ‘Om ons heen begon het normale leven op gang te komen. Aan de andere kant van de muur zette de buurvrouw de stofzuiger aan, alsof het een heel gewone dag was, een dag waarop je eindelijk de stofnesten onder het bed onder handen neemt.’

In Afspraak in Portugal speelt het geloof een belangrijke rol. In het leven van Jennifer en Evert-Jan schuurt het geloof zoals het zand tussen je tenen schuurt. Die realistische visie op geloof maakt deze novelle tot een geloofwaardig verhaal.

Een van de meest bijzondere aspecten van deze novelle is de communicatie tussen met name Leo en Jennifer: elkaar voortdurend afstoten, tegelijk ook de hunkering naar elkaar, het zoeken van geborgenheid en elkaars nabijheid. Knap verwoord! ‘Hij moest al maanden hebben geweten dat er wat mis was, maar hij had het mijn moeder willen besparen. En misschien was dat wel wat hij nu aan het doen was: mij van zich afstoten om mij te beschermen (…)’

Zoals met elk geboren kind is het ook met de geboorte van Oranjes eerste ‘kindje’: het heeft voeding, liefde, aandacht nodig. Groei is onontbeerlijk. En Oranje een beetje kennende zullen deze dingen voor haar uiteindelijk, toewerkend naar een roman, geen probleem hoeven te zijn.

 

 

IJzelenberg, Catharina | Het ruisen van de zee

Het ruisen van de zee, een roman waarin De Ramp nog niet voorbij is. De watersnoodramp van 1953 staat in ons nationale geheugen gegrift. In de getroffen gebieden word je eraan herinnerd door gedenktekens voor de slachtoffers, een museum, een route langs plaatsen die een bijzondere herinnering oproepen. De sindsdien aangelegde Deltawerken zijn onze nationale trots en hebben in zekere zin de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden ontsloten met alle mogelijkheden van dien.

Voor mensen die de ramp zelf meegemaakt hebben, zoals Catharina IJzelenberg als klein meisje, is de ramp nog altijd een gebeurtenis, wellicht trauma, die een belangrijke rol in hun leven speelt.  Het ruisen van de zee gaat over Anton Rentier. Op 31 januari 1953 is hij vijf jaar oud en woont met zijn ouders op een boerderij bij Ouwerkerk. Zijn vader probeert, met het zogenaamde dijkleger, de dijk te behouden en het water tegen te houden, maar komt niet meer thuis. Was hij nog op weg naar huis en heeft Anton hem in het water zien verdwijnen?

Anton en zijn moeder blijven samen over en hebben een sterke band met elkaar. Gepraat over de ramp wordt er echter nauwelijks, het verdriet en de vragen worden diep weggestopt. Moeder is een gelovige vrouw die ook hecht aan de tradities die in orthodox-gereformeerde kringen in ere worden gehouden. Anton krijgt hier steeds meer moeite mee. Hij is kritisch en stelt vragen waar hij geen bevredigende antwoorden op krijgt. Anton probeert zonder de relatie met zijn moeder echt op het spel te zetten, toch zijn eigen weg te vinden.

Het lukt hem echter pas na het overlijden van zijn moeder echt zijn eigen keuzes te maken.  Na zijn studie Nederlands wordt hij docent in Zierikzee en geeft met passie les over literatuur. Een nieuwe leerling, Claudia, zet zijn leven op zijn kop. Ze roept gevoelens in hem op waar hij als docent niet aan toe kan geven, maar daarnaast vooral herinneringen aan het verlies van zijn vader. Hij gaat beseffen dat zijn leven voor een groot deel toch is bepaald door de weggestopte emoties over de vraag naar de laatste momenten uit het leven van zijn vader. Waarom is hij niet teruggekomen bij zijn gezin toen het nog kon?

De omgang met Claudia is voor Anton een manier om een weg te zoeken in de verwerking van die emoties. Claudia gaat echter in Utrecht studeren en leidt haar eigen leven. Een enkele keer komt ze bij Anton op bezoek die aan die ontmoetingen zijn hart ophaalt.  Uiteindelijk komt Claudia bij Anton met het bericht dat ze zwanger is van iemand met wie ze haar leven niet gaat delen. Ze vraagt of Anton het kind wil erkennen en wil opvoeden, in ieder geval zolang zij studeert. Anton stemt daarin toe en neemt de zorg voor dochter Clara op zich. Dit ging mij wat te gemakkelijk, walst Anton niet opnieuw over bepaalde emoties bij zichzelf heen?

‘Het ruisen van de zee’ is zeker een geslaagd debuut van IJzelenberg.  Ze laat op overtuigende wijze zien wat de gevolgen van verlies en verdriet zijn als er niet voldoende ruimte wordt gegeven aan of genomen voor de emoties die worden opgeroepen. Mooi vond ik de passages waarin over de zee werd geschreven. De alles vernietigende kracht, maar ook de schoonheid en kalmte werden met treffende beelden verwoord. De wijze waarop Anton uiteindelijk afscheid neemt van het geloof uit zijn jeugd wordt met respect en integer beschreven. Ik heb Het ruisen van de zee met plezier gelezen!

Schutt, Bill | Hellepoort

Twee voor mij volstrekt onbekende auteurs hebben een aardig verhaal neergezet: Bill Schutt en J.R. Finch schreven samen Hellepoort. Een fraaie mix van griezelen, oorlogsspanning en een vleugje thriller. Feiten en fictie worden prima vermengd. Vandaar dat je achterin het boek ook een uitgebreid nawoord kunt vinden waarin helder uiteengezet wordt wat nu feit en wat nu fictie is. Zo blijkt Bill Schutt zelf twee kolonies vampiervleermuizen verzorgd te hebben tijdens zijn studie aan Cornell University.

Het verhaal speelt zich af in 1944. De proloog start om precies te zijn op 16 februari 1944 aan de oevers van de rivier de Gniloy Tikich in Oekraïne. Dit gebied staat bekend als de Hellepoort: ‘Alleen de generaals wisten dat vijfenzestigduizend Duitse soldaten nu nagenoeg omsingeld waren in een saillant die diep uitstulpte in de Russische linies. Historici zouden deze saillant ( een uitstulping aan de frontlijn, red.) later de Tsjerkasy-pocket noemen. Voor degenen die daar ingesloten zaten, voor de mannen die het zouden overleven, zou het voor altijd bekend staan als de Hellepoort.’ Tijdens deze slag zien de soldaten ineens dat er vanuit de lucht meerdere parachutes worden gedropt met containers eronder bungelend. Na opening van deze containers komen de manschappen in aanraking met een korrelige substantie die naar bloemen ruikt. Het blijkt om een verschrikkelijk biologisch/chemisch wapen te gaan. Duizenden mannen creperen doordat ze in aanraking komen met deze stof.

Vanaf hoofdstuk 1 (met telkens een gedetailleerde tijdsaanduiding erboven) gaan we een maand terug in de tijd en maak je kennis met kapitein MacCready. Hij krijgt de opdracht naar Brazilië te gaan en daar in het onherbergzame gebied rond de Amazone, diep in de jungle, zich te voegen bij zijn jeugdvriend en medewetenschapper Bob Thorne. Deze Bob leidt een teruggetrokken bestaan met zijn vrouw Yanni, een inheemse. Zij heeft bepaalde mysterieuze gaven en bijzondere kennis die later in het verhaal duidelijk wordt. Ze maken gezamenlijk een tocht naar een oeroude, in de mist verscholen vallei waar ze geconfronteerd worden met Duitse soldaten en een Japanse geleerde. Over welke geheimen beschikken de nazi’s daar? Wat speelt zich af in de doordringende en verstikkende mist?

Behalve dit geheimzinnige gegeven is er een verlaten onderzeeboot gevonden in een baai diep in de jungle. Nadat al een elite-eenheid van Rangers erop af gestuurd is (die vervolgens spoorloos verdween) is het de beurt aan MacCready om de zaak op te klaren. Wat heeft het een met het ander te maken? In een goed geschreven, spannend verhaal nemen de beide auteurs je mee op reis door de Braziliaanse jungle in de wetenschap dat er diep in het oerwoud iets zich verborgen houdt. Iets waar je nooit mee in aanraking zou willen komen.

Vuuren, Jet van | Papadag

Mijn eerste kennismaking met Jet van Vuuren is een stevige. Papadag is haar jongste vrouwenthriller. En wat voor een! Het was, eerlijk gezegd, toeval dat ik dit boek las. Ik kreeg het boek toegezonden door Karakter Uitgevers te Uithoorn. Niet aangevraagd, toch gekregen. Dat mag vaker gebeuren…

De cover toont een jonge vrouw in het wit, lopend naar de waterkant. Het gevoel dat ze op zoek is naar de ultieme bevrijding bekroop me, nog voor ik het boek las. In zekere zin een symbolische voorkant. Mooi! Dit negende boek van Jet van Vuuren, Papadag, is opnieuw gesitueerd rond een vrouwelijke hoofdpersoon. De kans dat ik me niet goed zou kunnen identificeren met haar ligt voor de hand. Toch is het Jet gelukt. Dat pleit voor haar. Je wordt van begin af aan het boek ingezogen, ingesleurd. Een messcherp plot ontvouwt zich voor je geestesoog.

In Papadag beschrijft Jet van Vuuren al relatief snel hoe Maud, de hoofdpersoon, denkt over haar moeder Heleen, de andere hoofdpersoon in het verhaal: ‘Ik noem mijn moeder ‘ma’, een benaming waar ze een hekel aan heeft. Als kind zei ik ‘mama’, wat later ‘mam’ werd. Na de scheiding wilde ze dat ik haar Heleen ging noemen. Ondenkbaar vond ik dat. Ik zie haar niet als mijn gelijke en zeker niet als mijn vriendin. Ze is mijn moeder, een slechte moeder, en daarom verdient ze het om kortweg ‘ma’ genoemd te worden. De minachting die in het woord doorklinkt was mijn enige wraak tot nog toe.’

Maud heeft de zorg voor haar dementerende moeder op zich genomen en neemt haar intrek vanuit het Zeeuwse in een flatgebouw, vlakbij haar moeder. Maud handelt niet alleen vanuit nobele motieven, maar is in feite op de vlucht voor een stalker. Bittere noodzaak dus! Via Facebook en andere kanalen wordt ze gechanteerd met informatie uit het verleden van haar moeder. Wie is haar moeder eigenlijk? En klopt het dat ze haar bloedeigen zus vermoord heeft? Vele zaken die het daglicht niet kunnen verdragen in deze razendspannende thriller…

Papadag is geschreven vanuit wisselende perspectieven in wisselende tijdsperioden. Om het heden te kunnen volgen en begrijpen, is het heel belangrijk dat je de geschiedenis kent. Vooral de psychologische kant van het verhaal, de druk, de stress en de aanhoudende onzekerheid over het lot van diverse personages verhogen de suspense erg. Een beetje sterk in de schoenen moet je wel staan om de thematiek van het verhaal en de soms gruwelijke omstandigheden aan te kunnen, met name het eind is echt zwaar. Een pluspunt is ook dat Jet heeft gekozen voor een originele setting: op en om de roeibaan en roeiclub. Aan het eind van het boek vallen de spreekwoordelijke puzzelstukjes bijna allemaal op zijn plaats. Toch blijf je licht onbevredigd achter. Een tikje gedesillusioneerd. Dit is wat mij betreft de kracht van Jet van Vuuren.