Welkom in de donkere kant van wereldstad Londen. De kant die je liever niet ziet, niet wilt leren kennen. Maar waar je ingezogen wordt door de vaardige pen van thrillerschrijfster Sharon Bolton. De achterflap van Blijf waar je bent is veelzeggend: ‘Als geen ander weet ze de sfeer van de donkerste kanten van deze stad te beschrijven.’ Winnares van de Mary Higgins Clark Award en genomineerd voor vele andere Awards… het is duidelijk: we hebben te maken met een schrijfster van formaat.
Blijf waar je bent wordt gepresenteerd als een literaire thriller. Dit predicaat is een stempel dat gedrukt wordt door de uitgever. Helaas zijn de meeste literaire thrillers niet bepaald literair. Zo ook Blijf waar je bent. Diepgang ontbreekt, vaart ontbreekt (hoewel dit later in het boek redelijk goed gemaakt wordt) en karakters worden niet heel diep uitgewerkt en uitgespit.
Blijf waar je bent is een deel uit een reeks met hoofdpersoon Lacey Flint, een jonge politie-agente die door een traumatische gebeurtenis voor onbepaalde tijd thuiszit. Ze wordt tegen wil en dank toch weer betrokken bij een heftige moordzaak. Hoofdpersoon in dit deel is de 12-jarige Barney. Een seriemoordenaar is actief in een bepaalde wijk in Londen. Slachtoffers: jonge kinderen, leeggebloed. Al gauw gaan de geruchten dat een vampier erachter zou zitten. Dracula wordt genoemd, omdat de ‘modus operandi’ sterk lijkt op die van graaf Dracula, uit het gelijknamige boek Dracula van Bram Stoker. Niet voor niets is het motto voorin dit boek een citaat uit Dracula…Opvallend is ook dat de slachtoffers alleen jongetjes zijn. Dan zet de dader onder een valse naam op Facebook diverse aanwijzingen en aankondigingen. Een volgend slachtoffer komt eraan. De bekende race tegen de klok begint. Dan valt de ietwat geheimzinnige Barney ten prooi aan de moordenaar…Flint, buurvrouw van Barney, wordt erbij gehaald. Zij heeft de taak de enge moordenaar een definitief halt toe te roepen.
Eerlijk is eerlijk, voorkennis van voorafgaande delen ontbreekt bij mij. Dat maakt het lezen toch lastiger. Desondanks vind ik het verhaal traag verlopen. Bolton weet wel die typische duistere kant van Londen op te roepen met fraaie en goedgekozen woorden: ‘Overdag waren de muurschilderingen vervaagd en zag je hier en daar bladderende verf. In de donkere uren werden ze door de oranje gloed van de straatlantaarns tot leven gewekt. De groene bossen om de hekken hadden diepte en wekten de illusie van geheimen die zich verscholen achter enorme bomen, de nachtelijke sterrenhemel achter de skateboardbaan leek oneindig. Zonder het onbarmhartige licht van de zon leken zelfs de piraten naar hem te kijken.’
Het einde van het verhaal is verrassend, heel verrassend. Dat zorgt er bij mij voor dat het boek toch een voldoende haalt en het oordeel goed krijgt.