Oranje, Corien | Afspraak in Portugal

Corien Oranje is de schrijfster van het actieboek in de Week van het Christelijke Boek 2017. Deze wordt gehouden van 22 maart tot en met 1 april. Uitgeverij Jongbloed en de BCB (Brancheorganisatie voor het Christelijke Boeken- en Muziekvak, red.) sloegen de handen ineen en zorgden voor een prachtig vormgegeven boek: Afspraak in Portugal.

Oranje is een veelzijdig auteur: ze verzorgt vertalingen van boeken, schrijft veel kinderboeken en is theologe van huis uit. Maar het proces dat ze voor Afspraak in Portugal heeft moeten ondergaan is te vergelijken met een bevalling, maar dan een van het afschuwelijke kaliber. Voor het eerst in haar schrijfhistorie heeft ze een fictieboek voor volwassenen geschreven, een novelle.

Dankbaar en blij zijn we met de geboorte van Afspraak in Portugal. Met dit boekje heeft Corien Oranje zich weten te scharen in de rij van kwalitatief goede christelijke (fictie)auteurs. Ze bekent in ieder geval kleur met deze ‘roadtrip’ naar Portugal. Het is de kleur oranje die de cover siert. Fel in het oog springende sinaasappels, waarvan er op zijn minst een van de boom gevallen is. Symbool voor verlies, afscheid, verdriet. Symbool voor het verhaal zelf. Interessant gegeven is ook dat oranje en sinaasappel etymologisch aan elkaar verwant zijn, nagenoeg hetzelfde betekenen.

Het verhaal is duidelijk: Leo, die net zijn vrouw heeft verloren na een ernstige ziekte, blijkt zelf ook ernstig ziek te zijn, uitgezaaide longkanker. Hij had zijn vrouw Lilian beloofd om nog eenmaal terug te gaan naar Portugal, naar de plaats waar ze destijds op huwelijksreis zijn geweest. Hier ligt voor beide mensen een kostbare, dierbare herinnering waar Leo met zijn dochter Jennifer nooit over gesproken heeft. Wanneer Jennifer, die haar vader niet alleen wil laten gaan, aanbiedt mee te gaan op reis in een oud VW- busje, begint voor hen een avontuurlijke en spirituele reis op weg naar een definitief einde. Als halverwege de roadtrip Evert-Jan, een goede vriend van Jennifer, zich bij het tweetal aansluit, verandert er iets in de relatie tussen vader en dochter. Langzaam maar zeker vallen er schellen van de ogen en ontstaat er meer en meer begrip voor elkaar.

Rode draad door Afspraak in Portugal is het motto, ontleend aan Psalm 139: 9-10: ‘Al verhief ik mij op de vleugels van de dageraad,/ al ging ik wonen voorbij de verste zee,/ ook daar zou uw hand mij leiden,/ zou uw rechterhand mij vasthouden. Corien Oranje weet op een invoelende manier, soms geëmotioneerd, dit terug te laten komen in haar boek. Het boek is vanuit wisselend perspectief geschreven: dan weer kijk je door de ogen van Leo, dan weer door de ogen van Jennifer. Dit wisselt beurtelings. Ik kan me goed voorstellen dat dit best lastig is om je zo te verdiepen in karakters. Zeker in het besef dat je een novelle schrijft en niet bezig bent met een roman. In 110 pagina’s weet Oranje heel mooi en integer de karakters neer te zetten. Overigens zou het heel interessant zijn om met Jennifer verder te gaan in een roman. Een roman, waar ik zeker van ben dat die er gaat komen.

Theologe als ze is, verweeft Oranje heel subtiel soms Bijbelse gegevens in haar boek: ‘Een oranje brancard stijgt omhoog, en wordt door onzichtbare handen opgenomen in de helikopter. En een wolk onttrekt hem aan mijn ogen.’  Stof ben je en tot stof zul je terugkeren. Ook al een motief dat terugkeert in het boek. Kort na de dood van Lilian ervaart Jennifer het volgende: ‘Om ons heen begon het normale leven op gang te komen. Aan de andere kant van de muur zette de buurvrouw de stofzuiger aan, alsof het een heel gewone dag was, een dag waarop je eindelijk de stofnesten onder het bed onder handen neemt.’

In Afspraak in Portugal speelt het geloof een belangrijke rol. In het leven van Jennifer en Evert-Jan schuurt het geloof zoals het zand tussen je tenen schuurt. Die realistische visie op geloof maakt deze novelle tot een geloofwaardig verhaal.

Een van de meest bijzondere aspecten van deze novelle is de communicatie tussen met name Leo en Jennifer: elkaar voortdurend afstoten, tegelijk ook de hunkering naar elkaar, het zoeken van geborgenheid en elkaars nabijheid. Knap verwoord! ‘Hij moest al maanden hebben geweten dat er wat mis was, maar hij had het mijn moeder willen besparen. En misschien was dat wel wat hij nu aan het doen was: mij van zich afstoten om mij te beschermen (…)’

Zoals met elk geboren kind is het ook met de geboorte van Oranjes eerste ‘kindje’: het heeft voeding, liefde, aandacht nodig. Groei is onontbeerlijk. En Oranje een beetje kennende zullen deze dingen voor haar uiteindelijk, toewerkend naar een roman, geen probleem hoeven te zijn.

 

 

Berg, van den, Rien | Aslander

Aslander“ Aslander keek omhoog. Hij zag geen zonsondergang en geen sterrenhemel. Zijn ogen liepen vol, het licht van de lampen liep uit in vierpuntige stralenkransen. Tranen, dacht Aslander. Tranen zijn van God.”

Een emotioneel, dichterlijk slot van een strak literair prozadebuut van journalist (ND), dichter-dominee en schrijver Rien van den Berg (1970). Een slot dat je bij de strot grijpt, dat je nog lang zal heugen.

Van den Berg was de auteur van het actieboek voor de Week van het christelijke boek (2012) op initiatief van de BCB (de Brancheorganisatie voor het Christelijke Boeken- en muziekvak). In een interview met EO Visie vertelt de schrijver dat hij het heel eng vindt om te debuteren en dat nog wel met een detective. Van den Berg kan opgelucht ademhalen. Zijn thrillerdebuut is geslaagd.

Aslander is het eerste deel van een serie die zal draaien om de hoofdpersoon Lammert Aslander, een hippe, moderne dominee (lang haar en liefst jeans dragend) van een frisse , eigentijdse ‘proeftuingemeenschap’ uit Leiden. Nadat Aslander uitgeblust raakt door een ernstig incident in zijn gemeente, wordt hem aanbevolen er een tijdje tussenuit te gaan. Hij vertrekt naar Ameland om een weekje uit te waaien en zijn hoofd leeg te maken. Een tijd van bezinning in de stille week naar Goede Vrijdag en Pasen. Op het moment dat de veerboot naar Ameland vastloopt op de Waddenzee (en Lammert vastloopt met zijn ambt) ontmoet Aslander enkele medepassagiers met wie hij in gesprek raakt over een moordzaak op het eiland (een vastgelopen politieonderzoek). Tegen wil en dank raakt Aslander betrokken bij deze misdaad en wordt hij gedwongen als detective op te treden. Dominee-detective Lammert Aslander is geboren.

Gaandeweg het lezen bekruipt je meer en meer het gevoel dat de hoofdpersoon Lammert Aslander dezelfde is als de schrijver-dichter/dominee Rien van den Berg. Wie de markante persoon van hem weleens heeft gezien, zal enkele trekjes herkennen in de persoon Aslander. Een dergelijke vereenzelviging maakt deze detective geloofwaardig.

Ook de kwaliteiten van de dichter Van den Berg ziet men vertaald in fraaie beeldspraak en mooie zinsneden: “De vrouw, Aslander schatte haar tegen de zestig, had het gezicht van een roofvogel. Alert, scherp, dreigend. Haar handen, de magere vingers gekromd, lagen roerloos op het tafelblad. Stil als een biddende slechtvalk.” Egge, de psychiater in het boek, vertelt op blz. 72/73: “Hartenkenner? Ik wroet in de donkerste gangen van de menselijke geest. Als een blinde mol zonder tomtom.”

Van den Berg hanteert een vlotte pen. Door de soms korte, afgemeten zinnen leest het verhaal lekker weg en wordt de spanning juist opgebouwd. De spanning zit hem meer in de onderlinge relaties dan in de situaties of gebeurtenissen. Geen harde actie, geen snel geweld, maar diep voelbare, intens geestelijke spanningen verhogen de ‘suspense’.

De dialogen zijn met een menselijke, ingehouden oprechte emotie neergezet, tegelijk ervaar je als lezer dat deze gesprekken geestelijk en (soms) geestig verlopen. Ook de dubbele boodschap en de verborgen symboliek maken het lezen van dit boekje tot een bescheiden feest der herkenning. Menig keer wordt de spiegel de lezer voorgehouden zonder moraliserend te willen zijn.

De lijdenstijd, Goede Vrijdag en Pasen spelen een symbolische rol van betekenis in deze religieuze detective. Door het hele boek heen kom je deze motieven tegen zoals op blz. 123: “ …het lijdende knechtje in Leiden…” (subtiel!) en op blz. 128 op het eind van het boek: “Het gaat niet om de fouten die je maakt. Het gaat erom dat je eruit opstaat.”

Aslander: een boek dat veel vragen oproept, een boek dat zo mogelijk nog minder antwoorden geeft! Mysteries blijven over. Als lezer blijf je achter met een ‘unheimisch Gefuhl’. Bijzonder is dat Rien van den Berg op zijn website de lezer oproept om mee te denken over de verhouding tussen Lammert Aslander en de geheimzinnige Mila, een vrouw van bijzondere schoonheid. Het laatste hoofdstuk, de ‘epiloog’, vormt het theologische en psychologische raamwerk van het verhaal waarin alles samenvalt.

De sfeer van de Wallanderserie van Henning Mankell, het mysterieuze van Aslan (uit de Narnia-serie), de psychologische diepgang van Ted Dekker en het poëtische van Rien van den Berg maken Aslander tot wat het geworden is: een verrassend goed debuut dat oproept tot persoonlijke bezinning.