Geert Mak z’n nieuwste boek gaat over Jan Six. Hij is het schoolvoorbeeld van een 17e eeuwse, geslaagde man. Hij kwam op 14 januari 1618 ter wereld. Hij maakte deel uit van een rijke familie die lakens verfde en daar geld als water mee verdiende. Jan was niet gemaakt voor dergelijk vakmanschap en hield zich vooral bezig met kunst, literatuur en het bestuur van de stad.
Hoewel de kunst en de literatuur zijn hele leven belangrijk voor hem bleven, stak hij er vooral in zijn jonge, ongehuwde jaren veel tijd in. Ook hij maakte de reis naar Italië, zoals zoveel van zijn tijdgenoten deden. Het doel van de reis was het opbouwen van een zakelijk netwerk, maar ook het opdoen van culturele bagage. Jan geniet met volle teugen en als hij terug is in Amsterdam maakt hij al snel naam als cultuurkenner en verzamelaar (hij kaapte met zijn bijna onbeperkte financiële kracht menigmaal een cultuurschat onder de neus van concurrenten weg).
Maar er moet een vrouw in zijn leven komen. Er moet, schrijf ik, want het huwelijk is duidelijk heel strategisch gesloten. Het gaat om de dochter van Nicolaes Tulp, een van de invloedrijkste burgermeesters van Amsterdam van die tijd. Wel invloed, niet zoveel geld was een uitstekende keus voor Jan, die veel geld had, maar nog wel wat invloed wilde. Daarna raakt de kunst wat meer achterop en is Jan vooral bezig het politieke spel te spelen en bestuurlijke (lees lucratieve) functies veilig te stellen voor zichzelf en zijn vriendjes.
Ook de vriendschap van Jan Six met Rembrandt van Rijn komt duidelijk in het boek naar voren. Dat is helaas niet gunstig voor Rembrandt, want die komt weliswaar geniaal in beeld, maar vooral ook als onbetrouwbaar, schuldenmakend, harteloos en asociaal.
Prachtig laat Geert Mak zien hoe Jan Six zich ontwikkelt van losse jongeman, die vooral feest viert en achter de vrouwen aanzit (of in elk geval één) tot een man die zijn verantwoordelijkheid neemt in zijn dagelijks leven, zijn huwelijk en in de stad. Six dient zo als een mooi exempel om een hele tijd door te lichten.
Geert Mak beschrijft vervolgens ook de afstammelingen van Jan Six, maar die staan toch vooral in de schaduw van hun machtige voorvader. Opvallend is wel dat ze vrijwel allen steeds opvallen in hun omgeving en altijd weer een vooraanstaande plek pakken, hetzij in het maatschappelijke, hetzij in het zakelijke leven.
Fantastisch boek. Het enige waar ik me een beetje aan stoorde in dit boek is de vele speculaties die Mak maakt, over liefdes van Jan, over de gunsten die hij kreeg of verleende, enzovoort. Vaak in de vragende vorm, maar wat mij betreft toch te speculatief. Daar bediende hij zich in eerdere boeken een stuk minder van.