Schemerige, sprookjesachtige plekken waar je niet mag komen, omdat het er gevaarlijk is en omdat er wel eens iemand is verdwenen en omdat niemand precies weet wat er allemaal gebeurt. De Blauwe Hel is zo’n gebied, in het Utrechtse deel van de Gelderse Vallei. Het is een ontoegankelijk trilveen, dat zijn duivelse benaming dankt aan het verraderlijke karakter van de bodem, die bij betreding golft onder je voeten als was het een levend wezen dat je wakker maakt. De kleur in de naam dankt het gebied waarschijnlijk aan de blauwgroene kleur van de blauwe zegge, die er veel voorkomt.
Uitstekend gekozen decor voor een spannend verhaal: je hoort de geluiden uit het gebied, je ziet de nevels tussen de bomen door drijven en je gedachten gaan als vanzelf naar de geheimen die het gebied moet herbergen. Het duurt dan ook niet lang, of de ondertoon van het kwaad doet zich in het eerste boek van de veelbelovende auteur Ella Marjon horen. Eerst zacht – een gedwongen huwelijk, niet zo’n zorgzame man, daarna luider – onbetekenende voorwerpen verdwijnen, er wordt geslagen, tot het angstaanjagend wordt – een kind verdwijnt en de verdenking van misbruik van kinderen doet de onschuld ineenkrimpen. Marjon vertelt het verhaal van een gelukkig stel dat trouwt en het ouderlijk huis van de bruidegom betrekt aan de rand van het wondermooie veengebied De Blauwe Hel. Al gauw dient het eerste kind zich aan en het geluk lijkt niet op te kunnen. De vrouw, Margot, vat echter geïntrigeerd door de zweem van geheimzinnigheid, een nadrukkelijke belangstelling op voor het gebied en de nog niet heel lang geleden in het gebied verdwenen jongeman. Ze bevraagt haar schoonouders over de zaak, maar die reageren met een voor hun doen ongewone stuursheid. Intussen beginnen er ook onverklaarbare zaken te gebeuren: een paar handschoenen verdwijnt, om plotseling ergens langs de weg te liggen. Er verdwijnt een schaaltje aardbeien. Als dan uiteindelijk het kindje van het echtpaar verdwijnt, is het genoeg. De man, Ewout, laadt een geweer, dat ze kort daarvoor in de tuin hadden gevonden.
Marjon vlecht er een ander verhaal doorheen. Het is het verhaal van Margje, een meisje dat in een onbezonnen moment belooft te trouwen met de zoon van een welgestelde boer. Eenmaal in het huwelijk, dat van meet af aan tegenvalt, durft ze zich er niet van los te maken, trouw en verantwoordelijk als ze is. Ze ondergaat het huwelijk, maar al snel blijkt dat kinderen uitblijven, waar zij uiteraard de klappen voor opvangt. Haar schoonmoeder komt te overlijden, haar man raakt invalide: niets wijst op een zonnige toekomst voor het gezin. Dat bevalt de schoonvader niet en hij zint op een list om de zaken naar zijn hand te zetten.
Als je bedenkt dat Marjon zich waagt aan een uitermate actueel thema: seksueel misbruik van kinderen, dan krijg je toch respect voor haar. Ze wordt niet zwart-wit, door de toch al verdorven misbruiker alles in de schoenen te schuiven. Ze heeft oog voor de achtergrond van de dader en ze brengt haarfijn de onmacht en passiviteit van de omgeving in beeld. De kerk had ook makkelijk de zwarte piet kunnen krijgen, maar ook daarvoor past ze. Ze zet daar iets moois tegenover: in alle ellende biedt ze, op een subtiele manier, een uitweg naar boven.
Het is een sterk debuut. Vooral het verhaal dat in het verleden speelt, spreekt tot de verbeelding. De liefdeloosheid van de schoonfamilie, waarbij geld altijd boven de mensen gaat, de hardheid van het boerenbestaan, de wanhoop van Margje. Het is intriest en steeds voel je: dit is niet het ergste, straks wordt het nog erger. Knap is ook dat Marjon al strooit met aanwijzingen nog voor het verhaal goed en wel op gang is. Aanwijzingen die knap op hun plek vallen en de omvang van de rotte plek in volle grootte aantonen. Het verhaal dat in het heden speelt is een stuk minder sterk. Die situatie is betrekkelijk gelukkig en dan doet zich de moeilijkheid voor die veel schrijvers ervaren: geluk is bar moeilijk geloofwaardig te beschrijven. Geluk blijft in werkelijkheid veel vaker onuitgesproken, opgesloten in blikken, gebaren en aanrakingen. Marjon vergrijpt zich aan het beschrijven van de gênante dingen die iedereen doet als hij verliefd is, maar die in een boek meestal niet tot hun recht komen. Ook de dialogen tussen Margot en haar schoonmoeder zijn van dat soort zoetsappigheid. Maar dat is dan ook het enige wat minder is.
Voor wie alvast een voorproefje wil: op www.vimeo.com staat onder de titel De Blauwe Hel een sfeervol filmpje dat het verhaal in beeld brengt.