Hertmans, Stephan | Oorlog en terpentijn

hertmans oorlog en terpentijn36 publicaties heeft Stefan Hertmans op zijn naam staan voor hij durft te beginnen aan het publiceren van de geschriften van zijn grootvader, die hij dan al 30 jaar in zijn bezit heeft. Het levert een stilistisch juweel van een roman op, die het beeld schetst van een man die een speelbal is van het lot. Zijn jeugd wordt beschreven (waaronder een gruwelijk ongeluk in een ijzersmelterij), de bewondering voor en vroege dood van zijn vader.

Zijn vader was kunstschilder, gespecialiseerd in kerkschilderingen. Er was steeds minder werk voor hem en een langdurige klus in Engeland kon hij niet weigeren. Maar hij moest er tijden voor bij zijn gezin weg naar een klimaat dat hem niet lag: er komt een gebroken man thuis die niet lang meer leeft.

Ook de ontwikkeling van grootvaders schilderstalent, zijn heldenmoed tijdens de verschrikkingen van de loopgravenoorlog in België en zijn huwelijksleven daarna: het wordt allemaal in woorden uitgehouwen. De heldenmoed die grootvader vertoont in de eerste wereldoorlog, de gruwelijkheden die hij ziet: ‘ …biddend tot Onze-Lieve-Vrouw kroop ik langs dode koeien, paarden met opengereten balg, dode soldaten met weggeschoten gezichten, zonder een levende ziel tegen te komen, behalve misschien die ene jammerende jongen ergens in het duister. Soms zette ik mijn hand vol op het opengereten lijf van een dode…’

Volgens mij zit het zo: Hertmans laat je eerst van zijn grootvader houden, met zijn innemende, zachte karakter en zijn adoratie voor zijn vader. Maar net als je voldoende van hem houdt, stuurt hij hem de oorlog in, waardoor het is alsof die gruwelen de lezer hoogstpersoonlijk overkomen. Dat het na de oorlog niet meer zomaar goed ging met grootvader, mag voor zich spreken.

Hertmans bedient zich van zijn geheugen, foto’s en beeldschone gissingen om het deel dat zijn grootvader niet beschreef op te tekenen en geeft een indringende weergave van de memoires van zijn grootvader. Het verhaal ontstijgt echter de persoonlijke zoektocht van Hertmans en geeft een goede indruk van de hel die de Eerste Wereldoorlog in België was. Een geweldig boek en de terechte winnaar van de AKO-literatuurprijs 2014.

Thomése, P.F. | De onderwaterzwemmer

Thomése onderwaterzwemmer‘De vader en de zoon komen tevoorschijn uit het rijshout en laten hun bleke, met reuzel ingevette lichamen stil als zilvervissen in het duistere water glijden.’ Met deze openingszin zet Thomése de toon: dit wordt een ietwat bevreemdend literair hoogstandje. Tegen het einde van de Tweede wereldoorlog besluiten een vader en een zoon bij Wellseind de Maas, die de scheidslijn tussen bevrijd en bezet gebied is, over te zwemmen om zich aan te sluiten bij de bevrijders. De zoon haalt de overkant, vader niet. De jongen wordt weliswaar opgevangen door vreemden, maar die weten niet veel beters te doen dan hem even stiekem (nu met een boot) terug te brengen naar gene zijde. De jongen loopt een even groot als irrationeel schuldgevoel op: doordat hij niet nog langer is blijven wachten, heeft hij zijn vader verraden, zo redeneert hij. Ook zijn moeder stelt hij teleur, zo vindt hij. Hij had zijn vader moeten tegenhouden. Het maakt van de jongen een overbezorgde volwassene, met een schuldgevoel dat hij torst waar hij gaat.

In het tweede deel, als hij met zijn vrouw Afrika bezoekt, krijgt hij opnieuw te maken met verlies en opnieuw laat hij zichzelf niet vrijuit gaan. Ook deze keer raakt hij in oorlogsomstandigheden verzeild en handelt hij te laat. Dat is in elk geval de conclusie die hij zelf trekt en zijn dochter Nikki gelooft hem. Hun relatie verwatert.

In het derde deel komt hij tot verzoening met zichzelf, mede door herstel van vroegere relaties. Thomése staat bekend als een stilist, een mooischrijver. Dat is in dit boek ook weer een herkenbare kwaliteit. Tegelijk zijn de omstandigheden af en toe bijna absurd, wat het moeilijk maakt om tot eigening van de emoties te komen, wat in Schaduwkind juist zo goed lukte. Ook in dat boek ging het over verlies en de verwerking daarvan. Thomése huldigt het standpunt dat hij zichzelf als schrijver probeert buiten zijn tekst te houden (lees bijvoorbeeld Elsbeth Etty hierover). Het lukt hem aardig, maar je merkt zijn levenslange zoektocht naar woorden voor dat ene erge dat hem overkwam. Hoe dan ook: Thomése hoort zeker bij het beste wat Nederland te bieden heeft.

Marías, Javier | Zo begint het slechte

zo begint het kwade‘Thus bad begins and worse remains behind.‘ Deze zinssnede, die letterlijk in het nieuwste boek van Javier Marías voorkomt, komt uit het klassieke drama Hamlet van Shakespeare en inderdaad is ook dit verhaal een tragedie te noemen. En zo is op basis van de titel al duidelijk dat dit verhaal niet goed kan aflopen.

Juan de Vere werkt als persoonlijke assistent voor de wereldberoemde filmmaker Eduardo Muriel en gaat vertrouwelijk met hem om. Muriel heeft een bijzondere relatie met zijn vrouw: hij scheldt haar te pas en te onpas uit, wil niks met haar te maken hebben, maar scheidt niet van haar. Het intrigeert Juan bijzonder, maar hij durft er niet naar te vragen, want zijn werkgever is niet gesteld op al te veel nieuwsgierigheid.

Op een kwade dag stelt Muriel Juan de vraag wat te doen als er beschadigende geruchten zijn tegen een goede vriend en die verdenkingen zijn van ernstige aard. Moet je je dan van die vriend ontdoen op basis van een roddel? Moet je hem ernaar vragen? Moet je het negeren? Muriel weet zich er geen raad mee en vraagt Juan de vriend in kwestie te observeren, teneinde te achterhalen of het gerucht klopt. Al snel zit Juan er tot over zijn oren in.

Op de omslag wordt Javier Marías neergezet als de grootste Spaanse schrijver van het moment en als potentieel Nobelprijswinnaar. Het zal waar zijn. De klasse druipt van het proza af. Alle personages worden fysiek en karakterologisch tot in detail beschreven en tot leven gebracht. De gebeurtenissen ontvouwen zich aanvankelijk traag, de auteur gaat uitgebreid in op de geschiedenis van Spanje en hij lardeert het verhaal met allerlei illustratieve verwijzingen naar de cinematografie. Maar naarmate het boek vordert neemt het tempo toe en ontrolt zich een briljante plot.

Ik heb het boek gelezen met pijn in mijn buik: hoewel de schrijver prachtig schrijft, staat elke pagina vol met de ellende die een ongelukkig huwelijk met zich meebrengt. Geen personage, hoe sympathiek en rechtschapen ook, houdt schone handen. Het boek ademt een sfeer van onzuiverheid, achterdocht en erotische drijfveren. De schrijver corrumpeert de lezer en dat is natuurlijk ook de kracht van een groot schrijver: hij laat de lezer niet vrij.

En zo zit niet alleen elk personage, maar ook de lezer vast in de wurggreep van het kwade en is elke handeling slechts een opmaat naar groter kwaad dat nog moet komen. De afwezigheid van genade, van goed of van verlossing: het is verstikkend en bijna niet te harden. Qua techniek een topboek, qua boodschap deprimerend.

Robinson, Marilynne | Lila

lilaHet dorp Gilead kennen we inmiddels uit het gelijknamige vorige boek van Marilynne Robinson. Draaide dat boek vooral om dominee John Ames en zijn zesjarige zoontje, dit boek gaat er in feite aan vooraf. Het volgt vooral Lila, die in Gilead verzeild raakt en voorzichtig contact opbouwt met dominee John Ames en uiteindelijk met hem trouwt.

Lila is geboren in een gezin dat ronduit ongelukkig was. Compleet verwaarloosd wordt ze op enig moment meegenomen door een zwervende jonge vrouw, die haar zo lang ze kan verzorgt. Deze Doll wordt een moederfiguur voor Lila, ze beschermt haar tegen de grote boze buitenwereld (zonodig met geweld) en ze is de enige in wie Lila voor de volle honderd procent vertrouwen stelt. Maar ook Doll kan Lila niet oneindig beschermen en op dus moet Lila op eigen benen staan, met als enige verdediging het mes dat ooit van Doll was.

De eerste ontmoetingen met de dominee zijn breekbaar. Lila is gewend aan medemensen die ten allen tijde voor zichzelf kiezen en weet niet goed te reageren op de vriendelijkheid van de dominee. De dominee is op zijn beurt niet gewoon aan de directe reacties van Lila en wordt gedwongen om na te denken over zijn eigen bestaan en overtuigingen. Langzaamaan groeien de man en de vrouw naar elkaar toe en trouwen ze.

Het boek gaat over liefde. Niet simpelweg over verliefdheid en de ups en downs van een relatie, maar over liefde in al z’n dimensies. Het falen in een relatie, de moeite die mensen hebben om volledig op een ander te vertrouwen, het gebrek aan zelfvertrouwen om de partner te zijn die je verwacht wordt te zijn en de achterdeurtjes die je steeds voor jezelf openhoudt, voor als je partner toch niet blijkt te zijn wie je dacht dat hij was.

Zo heeft Lila steeds een mes bij zich dat ze ooit van Doll kreeg. Ze weet dat Doll het heeft moeten gebruiken en dat de gevolgen ervan haar leven lang meedroeg, maar toch ziet ze het als haar laatste werkelijke wapen. Als dat wapen op enig moment buiten haar bereik komt, is het alsof er een pijler onder haar bestaan wegvalt. Ze moet er nu volledig op vertrouwen dat haar nieuwe omgeving het beste met haar voor heeft.

Elders in het boek komt Lila een jongeman tegen die het leven leidt dat zij zo lang heeft moeten leiden en ze probeert hem te helpen, maar ze ontmoet hetzelfde wantrouwen als ze zelf hanteerde toen haar hulp geboden werd. Prachtig gespiegeld.

Het wordt nergens zo gezegd, maar ik lees er een prachtige bevindelijke geschiedenis in. De symboliek sijpelt beeldschoon door de zinnen en woorden door. Elke christen moet leren zich toe te vertrouwen aan de onvoorwaardelijke liefde van God. Elke christen valt zich daarin zo vaak tegen en dreigt ten onder te gaan in de schaamte die daarbij komt kijken. Maar dan toch steeds weer terug te kunnen komen en te merken dat die liefde onverminderd daar is.

Rosenberg, Joel C. | De ontsnapping

De-ontsnappingRosenberg schrijft over het algemeen zeer gedetailleerd en spannend. In dit boek, dat meer indrukwekkend dan spannend is, overtreft hij zichzelf. We maken kennis met Jacob Weisz, die ternauwernood aan de Duitsers weet te ontsnappen, maar wel moet aanhoren hoe zijn ouders worden gefusilleerd op verdenking van bescherming van zijn oom Avi. In wanhoop gaat hij op zoek naar zijn oom, via wie hij bij het verzet komt. Hij helpt onder andere een groep joden bevrijden uit een trein die op weg gaat naar een concentratiekamp. Maar de bevrijding loopt niet zoals gepland en hij kan niet anders dan zich laten insluiten in de trein, waardoor hij in Auschwitz terechtkomt. Hij neemt dan noodgedwongen de naam aan van een van de joden die wel is ontsnapt.

De gruwelen die hij daar aanschouwt, mogen niet onopgemerkt blijven. Hij weet steeds de wederwaardigheden op schrift te stellen en te verbergen. Hij maakt ook vrienden in het kamp, die hem helpen om een ontsnapping te beramen.

Rosenberg schrijft zonder literaire pretenties. De boeken zijn rechttoe rechtaan, met vooral veel aandacht voor voortgang in het verhaal. Voor lezers die houden van vaart in een vertelling is dat fijn. Voor lezers die ook genieten van af en toe een mooie zin of een sfeervolle beschrijving is het boek misschien wat te zakelijk. Wel is Rosenberg erg goed geïnformeerd en zeer realistisch. Hij weet altijd details te berde te brengen waardoor zijn boeken waarheidsgetrouw overkomen. Vaak buigt hij zich over het Midden-Oosten conflict, dat hij altijd vanuit Joods perspectief bespreekt. Rosenberg was dan ook adviseur van zowel hoge Amerikaanse als Israëlische politici.

Vrijwel altijd neemt Rosenberg ook de tijd om iets van zijn christelijke levensovertuiging te delen. In dit geval doordat de joodse hoofdpersoon goed bevriend raakt met een protestantse dominee. De twee vinden elkaar, ondanks het verschil in religie. Mooi!

Munstermann, Hans | Mischa

Mischa Mp Cover M‘Toen de bel ging had Rosa Weber, zoals meestal, een goed humeur. Ze was vroeg opgestaan, had de ramen opengezet en een tijdje naar buiten gekeken.’ De openingszinnen van Mischa vormen de griezelige en paradoxale opmaat naar een verhaal dat zeer tragisch is, vol vragen zit en een gruwelijk verloop kent. De lezer maakt kennis met een oudere dame van 65 jaar, een keurig verzorgde vrouw waar niets op aan te merken valt. Wanneer de deur opengaat en de politie op de stoep staat, stort haar leven in. Haar oudste zoon, Christiaan, is door de politie gearresteerd. Hij wordt verdacht van het ontvoeren van het jongetje Mischa. Een zaak die het hele land heeft opgeschrikt. De media hebben het nergens anders meer over. Altijd gaat een dergelijke zaak aan jezelf voorbij, totdat het lot (?) jou treft. Als het blijkt te gaan om je bloedeigen zoon… Rosa gelooft het niet, kan en wil het niet geloven. Er moet een vergissing in het spel zijn. Naarmate de uren en dagen verstrijken stapelen de bewijzen zich op, alles wijst in de richting van Christiaan. Vanaf de eerste dag dat de dader is gearresteerd en Nederland beseft wie het is, gaat het bergafwaarts met de hoofdpersoon, Rosa Weber. (de moeder van…)

Rosa sluit zich meer en meer af van de buitenwereld. Ze durft niet meer de straat op. Ze verwaarloost zichzelf.  Ze kan hooguit terugvallen op haar andere zoon, Thomas en dochter Sabine. Maar wanneer die langzaam maar zeker het geloof in hun broer Christiaan opgeven en duidelijk wordt dat hij de dader is, zakt het leven van Rosa definitief als een kaartenhuis in elkaar. De liefde van de moeder voor haar zoon die in de gevangenis zit en in afwachting is van zijn rechtszaak, wordt hartverscheurend beschreven. In rijke, beeldende taal en over het algemeen in korte zinnen weergegeven, geeft de auteur Hans Munstermann blijk van een zeer invoelend, empathisch vermogen. Hij kruipt helemaal in de huid en de geest van Rosa.

Ondanks het feit dat je de dader kent, wil je weten of het echt zo is, hoe Christiaan het zo ver heeft kunnen laten komen, wat zijn motieven zijn en welke rol zijn moeder in dit alles speelt. Tot het einde toe blijft het ongewis, je voelt haast aan dat er ergens een wending komt, dat er een keer ten goede is. Rosa houdt ondanks haar vreselijke pijn, machteloosheid en verdriet, vast aan haar geloof: ‘Ieder mens moest een band hebben met een hogere kracht, anders kon je leven zomaar omvallen.’(…) ‘Ze prevelde onwillekeurig een regel uit de Bijbel. Liefde is lankmoedig, niet bitter. Temidden van wanorde en chaos en het modderen.’(…) ‘Ze had heel haar leven het geheim van haar geloof bij gedragen. Een breekbaar restant. Een scherf. Dat was blijkbaar haar ware geloof, dat ze niet liet vallen. Deze overgebleven scherf zou houvast bieden.’ Na lezing van Mischa zal blijken of Rosa daadwerkelijk rust en vrede vindt in haar geloof. De geestelijke en mentale strijd die hevig woedt in Rosa zorgt ervoor dat je vlot doorleest, op weg naar een even onvermijdelijk als onverbiddelijk einde.

Munstermann heeft zijn vakmanschap bewezen met Mischa. Een literaire thriller en een zinderende psychologische roman in een. Terecht dat dit boek genomineerd was voor de Gouden Boekenuil 2014.

 

Dis, Adriaan van | Ik kom terug

ik kom terugIn ‘Ik kom terug’ beschrijft Adriaan van Dis de moeizame relatie die hij onderhield met zijn moeder in haar laatste dagen. Hij portretteert haar als een krachtige vrouw, met een hang naar het esoterische, haast magische. Ze bewaart verschillende geheimen voor hem, waar ze vervolgens wel mee koketteert. Ze belooft hem te vertellen wat hij wil weten, maar laat hem beloven haar te helpen met het einde van haar leven.

Prachtig is de symboliek met een afgesloten opbergkist, waarmee het boek opent. Zoon en moeder, lijnrecht tegenover elkaar, trekkend aan een kist waarvan de zoon niet weet wat hij bevat en waarvan de moeder niet wil dat hij erin kijkt. Het symboliseert de hele relatie tussen de twee: zij lijkt altijd meer te weten, geniet van de kennisvoorsprong, speelt haar kinderen tegen elkaar uit, zodat niemand precies weet waar hij aan toe is. Elke poging om de geheimen bloot te leggen, worden door moeders in de kiem gesmoord. Moeder beantwoordt ook geen vragen, ze vertelt wat haar uitkomt. Als het onherroepelijke einde is gekomen, maakt zoon de kist open en treft niets aan dan een foto van haar moeder en de handschoenen die ze droeg toen ze trouwde. Een schrijnend beeld van de leegte – het gemis van haar eigen moeder – die ze verborg.

Van Dis probeert een mengsel van tragiek en komedie en dat zal niet iedereen waarderen. Sommige teksten zijn ongetwijfeld grappig bedoeld, maar komen cynisch en soms grof over. Toch ontroert het verhaal bij tijd en wijle wel, bijvoorbeeld als hij een tas koekjes staat plat te stampen. Het is de wanhoop van een man van zestig die in het reine probeert te komen met zijn halsstarrige moeder en via haar met zijn verleden. En schrijven kan Van Dis. Vooral verderop in het boek staan prachtige vondsten: ‘Je karakter slijt niet als je ouder wordt, het kookt in. We worden allemaal een bouillonblokje van onze eigen soep.’

Dekker, Ted | Anno Domini 30

anno domini 30Francine Rivers, Bodie Thoene en Lynn Austen gingen hem al voor: ze schreven een roman waarin Bijbelse personen figureren. Namen de andere schrijvers steeds een Bijbels figuur als hoofdpersoon, Ted Dekker kiest ervoor de hoofdpersoon fictief te laten zijn, maar haar wel in ontmoeting te brengen met vele authentieke bijbelfiguren.

We volgen de verstoten dochter van de koning van de Kalb (een bedoeïenenstam). Deze koning wordt van de troon gestoten door zijn onbetrouwbare zoon. Om haar volk te redden, moet ze naar Palestina gaan om om hulp te vragen van de koning Herodes. Maviah, zo heet ze, wordt de inzet van een grove machtsstrijd. Onrecht op onrecht wordt haar aangedaan, maar ze zet door. En juist als de nood het hoogst is, ontmoet ze een rabbi die op dat moment rondreist in Palestina. Hij zet haar op het spoor van haar uiteindelijke verlossing.

Ted Dekker staat erom bekend dat hij spannende verhalen vertelt en dat hij daar niet zelden symbolische lagen in aanbrengt. Dit boek is maar matig spannend. Natuurlijk is het allemaal gruwelijk wat de hoofdpersoon overkomt, maar gruwelijkheden maken een boek niet per se spannend. De aaneenschakeling van ontmoetingen (de apostelen, Nikodemus, Maria en Stefanus) is gezocht. Ook de Bijbelse verwijzingen die Dekker in dit boek stopt, zijn maar weinig subtiel. De zoon die zijn vader van de troon stoot (Absalom en David) de woestijnreis naar het beloofde land, de ster die naar Jeshua (Jezus) leidt: het is allemaal niet te missen en erg nadrukkelijk. Maar daarvan kun je nog zeggen dat het bedoeld is voor de minder Bijbelvaste lezer.

Ronduit hinderlijk vind ik persoonlijk de monologen van de hoofdpersoon, waarin Dekker op een bijna dogmatische manier de bekeringsgeschiedenis van Maviah beschrijft. Ook de beschrijving van de eerste vrouw van Herodes, die opgewonden raakt van een strijder die Maviah meebrengt, is bijna koddig.

Wat mij betreft is dit een eenmalig uitstapje van Dekker en gaat hij gauw weer verder met het schrijven van thrillers, waarin de Bijbelse betekenis voor de fijnproever elegant verstopt zit.

Capote, Truman | In koelen bloede

in-koelen-bloedeTruman Capote werd met ‘In koelen bloede’ wereldberoemd door zijn pionierswerk op het gebied van de ‘faction’, romans van het waargebeurde verhaal. Dit werk werd de basis voor een heel genre, waarvan op Nederlandse bodem Tomas Ross een goed voorbeeld is.

Toen Truman in 1959 een bericht las over een moordzaak in Kansas, besloot hij, gesponsord door de publicerende krant, er naar toe te gaan en de zaak uitgebreid op te schrijven. Het resulteerde in een bloedstollend verhaal, omdat je vanaf het begin weet dat het de waarheid is. Weliswaar een door Capote aangevulde en ingekleurde waarheid, maar toch.

Het verhaal dat hij opschrijft, gaat in grote lijnen als volgt: als twee jongemannen het gerucht opvangen dat ergens in Kansas veel geld opgeborgen ligt, waar ze makkelijk bij kunnen komen, besluiten ze het erop te wagen. Ze reizen af naar de afgelegen boerderij, overvallen de boer en zijn gezin en brengen hen op onmenselijke wijze om het leven. Na een kortstondige vlucht worden ze opgepakt en tot de dood veroordeeld. Het is in de tijd dat ze gevangen zitten in afwachting van hun dood dat Capote hen bezoekt en spreekt. Capote spreekt vrijwel alle betrokken en doet op onvergetelijke wijze verslag van zijn bevindingen.

De details die Capote naar voren brengt maken het geheel uiterst realistisch. Het is het taalgebruik van de beide jongens, de zenuwtrekjes die ze hebben, de rake typeringen en de zintuigelijke beschrijving van de gebeurtenissen die Capote geeft. Het maakt dat het verhaal gaat leven, dat het in je geheugen terecht komt als stond je er zelf bij toen het gebeurde.

het boek laakt allerlei ronkende, spanningmakende termen en sensatierijk trucs; het wordt op nuchtere toon verteld. Absoluut een boek van eenzame klasse, dat weliswaar pittig is en een tijdlang de volledige aandacht van de lezer eist, maar aan de andere kant geen seconde verveelt. En een nawoord is een nawoord, maar dit nawoord, geschreven door Maarten ’t Hart, zou je eigenlijk vooraf moeten lezen.

Mitchell, David | Tijdmeters

Mitchell TijdmetersDavid Mitchell is veelbesproken. Enerzijds wordt hij op eenzame hoogte gezet als virtuoos en het beste wat de huidige schrijverij te bieden heeft, aan de andere kant knappen mensen af op het ‘kijk-es-wat-ik-kan-gehalte’. Qua leeservaring ben ik geneigd in te stemmen met de eerste groep. Het verhaal wervelt via allerlei hoofdpersonen rond de belangrijkste hoofdpersoon Holly, een paranormaal begaafde dame die per toeval betrokken wordt in een strijd tussen twee groepen mensen die buiten de tijd zijn geplaatst. Dat klinkt absurd en dat is het ook.

In de eerste episode (1984) maken we kennis met Holly, een jonge meid die kwaad van huis wegloopt en tijdens haar vlucht aangesproken wordt door een vreemde dame die een bizar gesprek met haar voert, maar daarmee iets in haar hoofd plant wat haar in veel problemen zal brengen. Deze episode is, behalve deze gebeurtenis, geheel aards, hoewel het gevecht aan het einde van de episode ook wel erg bizar is. In de tweede episode (1991) staat Hugo Lamb centraal. Hij ontmoet Holly, maar maakt een keuze waardoor hij haar ook weer uit het oog verliest. En zo zijn de overige episodes (2004, 2015, 2025, 2043) steeds opgebouwd: Holly speelt een kleinere of grotere bijrol, maar het perspectief is steeds gericht op een andere figuur.

Hoe verder het verhaal vordert, hoe fantasievoller het wordt. We zijn het spelen met tijd van Mitchell gewend (vergelijk ook Wolkenatlas), maar ik vond de episoden die verder van de realiteit afstaan niet zijn sterkste. Hij beschrijft op enig moment een heel gevecht tussen de chromometristen en de anachoreten in de kapel van de schemering (ja, het staat er echt) en dan verliest hij wat mij betreft zijn geloofwaardigheid. En ook al weet je bij fantasy dat het irreëel is, toch moet een schrijver moeite doen om je dat te laten accepteren. Gelukkig bouwt hij het voorzichtig op en daarom lees je door. Tegelijk zit daar ook een deel van het probleem: een argeloze lezer krijgt pas ruim over de helft van het boek het idee dat hij fantasy zit te lezen.

Mitchell kan uitstekend personages tot leven brengen, schrijft prachtige dialogen en houdt goed tempo. Wel zijn verschillende personages behoorlijk grof in de mond en neigen decor en hoofdpersonen naar fantasy. Voor mensen die de strijd tussen goed en kwaad vooral Bijbels geduid willen zien, kan dat reden zijn om het boek niet te lezen. Want christelijk is dit boek niet.