Over Willem van Hartskamp

Bibliofiel. Passie voor onderwijs. Fervent wandelaar.

Steinz, Pieter | Lezen met ALS

naamloosPieter Steinz is niet meer. Een erudiete en bekende man heeft zijn strijd gestreden. ‘Of het nu om leven gaat of om dood, wij vragen alleen om werkelijkheid. Als we werkelijk op sterven liggen, laat ons dan de kou in onze uiterste ledematen voelen; als we leven, laten we ons dan aan onze taak wijden.’

In Lezen met ALS: literatuur als levensbehoefte neemt Pieter Steinz de lezer mee op reis door zijn ziekte naar het onverbiddelijke einde. Hij neemt de lezer mee naar tal van boeken die een onuitwisbare indruk op hem hebben gemaakt en heel veel betekenis hebben gegeven aan zijn leven, zijn ziekte, zijn strijd tegen ALS. En het is een ontroerend, waardevol en heftig boek geworden. Pieter Steinz krijgt het voor elkaar dat je als lezer je geheel identificeert met Steinz. Zijn benauwdheid wordt jouw benauwdheid, zijn ziekte wordt jouw ziekte. Zijn liefde, zijn passie voor het geschreven woord jouw passie. 52 columns over iets meer dan 52 boeken, 52 columns waarin hij zijn ziektegeschiedenis maar ook zijn jubel over het leven zelf beschrijft. Rauw, dan weer liefelijk, hard en direct, dan weer met een (ironische) lach, verdrietig en lusteloos, dan weer met opgeheven hoofd en blij, zo toont Pieter Steinz de lezer de werkelijkheid zoals die is, zoals die binnendringt in je bestaan. Voor even is zijn werkelijkheid mijn werkelijkheid.

Op 26 april (2014) schrijft Pieter Steinz: ‘Dat zal je altijd zien. Op de dag dat ik trots meldde dat ik sinds mijn diagnose nog geen nacht slecht had geslapen, zette de slapeloosheid in.’ Om dan te vervolgen met de Verzamelde gedichten van J.C. Bloem: ‘Denkend aan de dood kan ik niet slapen, en niet slapend denk ik aan de dood.’ Overdag verdiept Pieter zich in de poëzie van Bloem waarin hij op verschillende plaatsen aantoont hoe waar deze poëzie is. Om te eindigen met een loffelijke parodie op Bloem: ‘Dit heb ik bij mijzelven overdacht, filosoferend op een miezerige morgen. Een staat van insomnia waaraan na een week een eind kwam door een intakegesprek op het Centrum voor Thuisbeademing.’

Pieter Steinz had zich verzoend met zijn ziekte. Zijn motto ontleent hij aan dat van de trouwe haas uit Het sleutelkruid van Paul Biegel. Deze haas bewaakt het welzijn van de zieke koning Mansolein: ‘Zijn hart moet opgedraaid worden met sleutelkruid, en zolang dat er niet is, moet het maar met geroosterd brood.’

Literatuurliefhebber Pieter Steinz beschreef in het NRC in een weekboek zijn leven met ALS. Het werd een boek over leZen met ALS: ‘Over de troost van het lezen heb ik dus weinig te zeggen. Daar staat tegenover dat ik me de afgelopen twee jaar niet zou kunnen voorstellen zonder mijn favoriete boeken. En als er iets is waar ik plezier aan heb beleefd, dan was dat wel het schrijven over de boeken waarvan ik hou. Dat mag met recht een vertroosting genoemd worden.’

Earle, Phil | Billy

billyPhil Earle heeft een lezenswaardig boek geschreven. Billy (14) is een tehuiskind. Hij zit er al vanaf zijn zesde. Hij verblijft er al 8 lange jaren. Billy is een herrieschopper en een lastpak. De Kolonel, Ronnie, heeft zijn handen vol aan hem en moet vaak rapporten over hem schrijven. Billy zorgt vaak voor onrust in het tehuis en deinst er niet voor terug om zijn vuisten te gebruiken mocht iemand iets doen wat hem niet aanstaat. Hij wordt het liefst met rust gelaten. Zo gebeuren er geen nare dingen, is de redenering van Billy. Wanneer hij zich, na een beoordelingsgesprek in het tehuis, probeert  zo goed mogelijk te gedragen blijkt dat er tegen hem is gelogen. Het liefst stort hij in en wil hij zich opnieuw in zijn oude routine begeven. Maar omwille van Louie en Lizzy (9), zijn halfbroertje en halfzusje, blijft Billy, hoe moeilijk het ook voor hem is, sterk. En alsof dat al niet erg genoeg is, komt Billy nog ergens achter. Boosheid en verdriet nemen de overhand, dat flink uit de hand loopt. Zo stapelt het ene probleem zich op na het andere.

In Billy komt heel erg het thema woede en verdriet naar voren. Billy heeft veel woede en verdriet in zich. Hoe hij daar mee omgaat, wisselt sterk. Soms uit hij het en soms houdt hij het voor zich.

 Als je door de ogen van andere mensen kijkt in het boek, bijvoorbeeld de leraren van Billy, dan is het te snappen dat ze hem een etterbak vinden. Ik persoonlijk vond dat niet. Ik wist de redenen waarom hij dingen deed. Vanaf het begin voelde ik met Billy mee en ik kan niet anders zeggen dan dat ik hetzelfde had gedaan. Slecht, maar begrijpelijk. Het boek is een leuk boek voor jongeren. Phil Earle richt zich vooral tot de jongeren: het taalgebruik sluit goed aan op deze doelgroep. Er wordt niet gevloekt, maar de begeleiders hebben bij Billy een net iets andere (minder nette) naam. Door wat er allemaal met Billy gebeurt en door wat hij allemaal doet, wil je natuurlijk weten hoe hij alles weer recht krijgt, wat ervoor zorgt dat je blijft lezen. Dit boek laat zien dat achter elk mens toch wel iets goeds schuilt, daar ben ik van overtuigd. Soms is het gewoon wat moeilijker het te vinden. Billy is een leuk, ontspannend boek om op een vrije dag lekker in je luie stoel te lezen!

Vandermeeren, Hilde | Stille grond

9789021458632-img_De Vlaamse schrijfster Hilde Vandermeeren (1970) heeft haar meest persoonlijke thriller ooit afgeleverd: Stille grond. Ook weer niet zo verwonderlijk: het is nog maar haar derde thriller. Wel bijzonder is dat deze thriller haar raakt, omdat ze zelf deel uitmaakt van een eeneiige tweeling: ‘Zo heb ik ooit naar een spiegel gezwaaid omdat ik dacht dat mijn zus daar liep. Dit boek is dan ook opgedragen aan mijn spiegelzus.’

Opmerkelijk gegeven is dat van Hilde Vandermeerens hand in maart2016 een kort verhaal gepubliceerd is in een gerenommeerd tijdschrift uit de VS: Ellery Queen’s. Dit tijdschrift publiceert spannende verhalen van over de hele wereld. Een hele eer dus.

Stille grond neemt je mee naar het Glasgow van 1983. Een meisjestweeling ligt in bed. Juist in deze stormachtige (!) nacht verdwijnt de ene helft van de tweeling: Rosie Thompson. Ze wordt gelicht van haar stapelbed en verdwijnt geheel spoorloos. In de dertig jaren die volgen groeit een jonger zusje van de tweeling op: Eve Thompson. Eenmaal volwassen wordt Eve docent wiskunde aan de Universiteit van Glasgow. Dan krijgt ze het ontstellende bericht dat iemand in een biechtboek in een kapelletje de volgende boodschap heeft achtergelaten: ‘Het spijt me wat er gebeurd is met Rosie Thompson. Moge God me vergeven.’  Eve gaat op jacht, op zoek naar haar verdwenen zus. Een ogenschijnlijk eenvoudig plot ontwikkelt zich tot een geraffineerde thriller. Er zit veel, heel veel meer achter deze ‘simpele’ verdwijning. De spanning wordt flink opgevoerd door Vandermeeren. Als uiteindelijk ook het leven van Eve zelf op het spel staat, mondt dit verhaal uit in een zinderend slot. Het definitieve einde van het verhaal is ontroerend en onverwacht. Kortom, alle elementen zijn aanwezig om van Stille grond ook echt een literaire thriller te maken.

‘Ik zoek Rosie, zei Eve moeizaam. ‘Mijn zus. Ze verdween dertig jaar geleden. Ze had een moedervlek op haar linkerschouder.’ Op het eerste gezicht vertoonde de mollige vrouw met haar lange, witte haren weinig gelijkenis met de donkerharige en frêle Ruby die Eve nu kende, maar iets aan haar manier van voortbewegen en de klank van haar stem kwamen Eve bekend voor.Traag ontblootte de vrouw haar linkerschouder (…)’ 

Vandermeeren kan knap schrijven. Met name de sfeer in Stille grond wordt minutieus uitgedacht en uitgewerkt. Een Vlaamse schrijfster die zich verdiept in het Schotse leven en treffend de omgeving beschrijft, kom ik niet vaak tegen. Het taalgebruik is van hoog niveau en niet doorspekt met typisch Vlaamse woorden. Al met al een ‘plezant’ verhaal!

Sandford, John | Galgenveld

naamloosGalgenveld: de 24e Lucas Davenport-thriller. Een plot, zo gruwelijk dat het nauwelijks voor te stellen valt. Het is mijn kennismaking met de puissant rijke politieman Lucas Davenport. Dure merkkleding dragend en in een luxe auto rijdend doet Davenport zijn werk. En toch… ergens blijft hij heel gewoon, heel menselijk. John Sandford, pseudoniem voor journalist en Pulitzer Prize- winnaar John Roswell Camp, weet dit karakteristieke personage nauwgezet en levendig te schilderen.

John Sandford is bekend geworden door zijn serie boeken over Lucas Davenport. Hij weet van a tot z te boeien. Maar eerst het verhaal: de jonge Layton Carlson jr. heeft het voor elkaar; op een broeierige, mooie zomeravond gaat hij met zijn vriendinnetje naar een verlaten boerderij op het Amerikaanse platteland. Ik laat het verder maar even over aan de gedachtegang van de nieuwsgierige thrillerlezer… Er is echter wel een probleem: een allesoverheersende en vreselijke stank hangt er. De geliefden gaan op onderzoek uit en trekken vervolgens letterlijk en figuurlijk een ‘beerput’ van jewelste open. Niet een lijk, maar vele lijken worden naar boven gehaald. Waarvan enkele ernstig verminkt, zonder hoofd. De slachtoffers blijken, na langdurig onderzoek, over vele jaren vermoord te zijn. Elke zomer een moord, de klok tikt, de moordenaar waart nog steeds rond. Het moet iemand van de ‘locals’ zijn, maar wie? Nadat een van de relatief belangrijke agenten in het verhaal door de moordenaar gedood wordt, omdat hij te dichtbij kwam, stelt Lucas Davenport echt alles in het werk om de gestoorde moordenaar te vinden. Een ware race tegen de klok begint.

De sfeer wordt goed neergezet door John Sandford. Je voelt, ruikt, ziet, ervaart werkelijk de verschrikkingen, maar ook het klimaat in de staat Minnesota, de boerendorpjes met zijn inwoners, de jacht op de moordenaar en de zinderende angst. Het voelt al met al heel beklemmend. De schrijver weet, ondanks het feit dat je al vrij snel helder krijgt wie de moordenaar is, voor enkele bizarre verrassingen te zorgen. Het plot zit goed in elkaar en het personage Davenport is goed neergezet. Een thriller voor de liefhebber die wel wat gewend moet zijn. Echter, het taalgebruik is zo slecht, zoveel vloeken passeren, dat Galgenveld het predicaat oké ontvangt. Een auteur van dit kaliber heeft het toch niet nodig zulk vulgair taalgebruik te hanteren? Of is dit iets van de vertaler? Jammer, en zeker een gemiste kans.

Rozing, Erik | De psychiater en het meisje

naamloosEen heerlijk debuut van psychiater en schrijver Erik Rozing. Hij beschrijft in De psychiater en het meisje de wereld van de psychiatrie van binnenuit. Rozing kent deze wereld dan ook als geen ander. Je zo kwetsbaar opstellen en schrijven over je eigen beroepsgroep met Edgar Simons als arts-assistent/psychiater in de hoofdrol, vereist de nodige moed en zelfreflectie. Rozing bewijst dat hij dit alles in zijn schrijversmars heeft.

‘Na zes jaar vwo, nog eens ruim zes jaar studeren en anderhalf jaar specialiseren (…) was ik in een toneelstuk beland waarin ik geld verdiende door mij wakker te laten bellen als iemand anders niet kon slapen.’ Met deze karakterisering leer je Edgar Simons kennen. Er is dan al het nodige gebeurd in zijn 27-jarige leven: zijn vriendin Aisha heeft hem verlaten voor haar neef, met wie ze hoopt te trouwen, en na een stevige inschattingsfout heeft een patiënt suïcide gepleegd. Een rechtszaak hangt hem boven het hoofd. Hierdoor staat hij onder verscherpt toezicht van de professor en een supervisor. Hij twijfelt gedurig over zijn kwaliteiten als psychiater. Dan leert hij in een hectische tijd van zijn leven de 23-jarige Stella kennen, een aantrekkelijke borderlinepatiënte. Met al haar humor en wisselende stemmingen begint Edgar meer en meer gevoelens voor haar te ontwikkelen. Dat die liefde wederzijds is, wordt al redelijk snel duidelijk. Maar dat deze relatie gedoemd is te mislukken, staat ook vast. Heen en weer geslingerd tussen zijn professionele, therapeutische relatie en de diepere gevoelens die hij voor haar koestert, wordt hij wanhopig en twijfelt hij steeds meer en meer aan zichzelf.

Erik Rozing vertelt en beschrijft zeer aanstekelijk de lotgevallen van Edgar en Stella (met name het uitje naar Walibi met de patiënten!), de andere patiënten op de afdeling, de depressieve oma van Edgar, die veel te veel drinkt en steeds maar weer aangeeft dat ze dood wil. Jammer is echter dat de karakters van de verschillende personages matig worden uitgediept. Rozing weet ze wel zo neer te zetten dat je van de personages gaat houden. Ook is het boek mijns inziens iets te dik. Op een gegeven moment weet je wel hoe oma in het leven staat en dat ze geregeld borreltjes (jenever) drinkt. Rozing had iets minder in herhaling mogen vallen. Het taalgebruik is echt minder: veel vloeken en negatief taalgebruik. Ondanks enkele (stevige) minpunten is De psychiater en het meisje een heerlijk boek om te lezen, kent het een vlotte verteltrant, bezit het veel humor en geeft het boek een interessante en levendige blik achter de schermen van de psychiatrie inclusief therapieën en vaktaal.

Schilperoord, Inge | Muidhond

Inge Schilperoord - MuidhondMet Muidhond heeft Inge Schilperoord een goed verhaal geschreven. Beklemmend en ingehouden. Schilperoord vertelt en beschrijft het leven van Jonathan nadat hij uit de gevangenis komt. Wegens gebrek aan bewijs wordt Jonathan, die op jonge, kleine meisjes valt, vrijgelaten. Hij trekt in bij zijn moeder. Eenmaal bij haar ingetrokken maakt hij lange wandelingen met zijn hond Milk door de duinen. Het dorp waar zijn moeder woont wordt omschreven als een Katwijk aan Zee. Hier komt hij af en toe los van zijn vele piekergedachten. De natuur rondom het dorp brengt hem tot rust. Hier voelt hij zich vrij.

Dan ontmoet hij een buurmeisje. Langzaam maar zeker, tegen wil en dank, ontwikkelt zich een bepaalde relatie tussen deze twee. Jonathan voelt zich sterk aangetrokken tot het kwetsbare, jonge meisje. Tegelijk beseft hij dat hij zich ver van haar moet houden, omdat hij weet dat dit niet kan. Zijn seksuele gedachten nemen ondanks alles toch de overhand: ‘Het moest voorbij zijn, dacht hij, hij moest het doen. Van haar enkels liet hij zijn blik in gedachten omhoog kruipen (…) wilde haar in gedachten bij haar middel vastpakken, maar werd tegelijkertijd misselijk van zijn eigen fantasie.’

Jonathan, die van zijn psychiater, talrijke opdrachten moet doen thuis en alles moet bijhouden in een schrift, houdt zich hier goed aan. Wanneer het hem te veel wordt, trekt hij zich terug op zijn slaapkamer en noteert zijn geprikkelde gedachten en maakt hij opdrachten die hem van binnen, mentaal, weer wat rust geven. Maar loskomen van het meisje doet hij niet. Die getroebleerde relatie en de ingehouden spanning in het verhaal stuwen het tot een heftige climax.

In Muidhond voel je eerder aan dan Jonathan zelf waar het noodlot hem brengt. ‘In zijn binnenste gloeide het ook. De warmte van zijn bloed, het koken, het stoven van zijn hoofd. Het was een straf, dacht hij. Een straf van de natuur. Of een straf van God. Een God in wie hij niet geloofde, maar van wie het toch niet vreemd leek als hij Jonathan zou straffen.’  Je voelt met alle vezels in je aan hoe het gaat aflopen. En toch… de ontknoping die Schilperoord in Muidhond in gedachten heeft voor de lezer, raakt. Verbijsterd blijf je achter. Langzaam het boek dichtslaand.

Inge Schilperoord weet op een trefzekere manier de pedofiel Jonathan te karakteriseren. Knap hoe ze zich heeft kunnen inleven in een personage waar je normaal gesproken je het liefst verre van houdt. Heel precies weet ze aan de hand van de vele natuurtekeningen de persoon van Jonathan vorm en inhoud te geven. Het thema en de stijl waarin ze schrijft en waarmee ze het thema body geeft zorgen samen voor een indrukwekkende leeservaring. Dit is zo’n boek waar je nog lang bij stilstaat, terwijl je het eigenlijk liever niet wilt.

 

 

Galidi, Al Rodaan | Hoe ik talent voor het leven kreeg

Hoe ik talent voor het leven kreeg - Rodaan Al Galidi‘Dit boek is fictie voor iemand die het niet kan geloven, maar non-fictie voor iemand die ervoor open staat. Of nee, laat dit boek non-fictie zijn, zodat de wereld waarin ik jarenlang heb moeten verblijven, verandert van fictie in non-fictie.’

Rodaan Al Galidi’s imponerende roman over wetten en regels in ‘asielzoekersland’ beklijft. Hij putte voor deze roman uit eigen ervaringen als asielzoeker. Hij woont sinds 1998 in Nederland. De weg ernaartoe was er een vol hobbels en valkuilen. In 2011 ontving Rodaan Al Galidi de Literatuurprijs van de Europese Unie. Kort erop zakte hij voor zijn inburgeringstoets.

Ik laat Rodaan Al Galidi aan het woord: ‘De verteller in dit boek ben ik niet zelf. Het is iemand die ik Semmier Kariem heb genoemd. Zo kon ik de schrijver blijven, zonder hoofdpersoon te zijn.’ Is het Al Galidi’s verhaal? Ja… en nee! Die onzekerheid maakt het juist boeiend dit uitgebreide en gedetailleerde verhaal tot je te nemen en ervan te genieten. Hoewel, genieten is niet altijd het juiste woord en zeker niet steeds op zijn plek. Het verhaal schuurt, schrijnt tussen je lezersogen. Dan weer een lach, dan weer een traan. De ene keer wrijf jij je in je ogen van verbazing, dan weer knipper je met je ogen, omdat je gewoonweg niet kunt geloven dat er zo intens fout omgegaan wordt met binnenkomende asielzoekers.

Semmier landt met het vliegtuig in 1998 op Schiphol. Via tal van wegen bereikt hij dan eindelijk Nederland. Hier vraagt hij asiel aan. ‘Hier zou ik mijn angst uittrekken als een oude gescheurde broek. Hier zou ik mijn voorzichtigheid weggooien als stinkende sokken met gaten.’ Na eerst in de cel ondergebracht te zijn, wordt hij verhoord. Deze verhoren zijn zielig en pijnlijk, hilarisch tegelijk. Het zijn vreemde gewaarwordingen die de lezer verwarren. De bureaucratie spat van bijna elke bladzijde af. Wanneer Semmier aankomt in het OC (opvangcentrum) in Haarlem wordt hij verantwoordelijk gesteld voor het zorgvuldig bewaren en omgaan met (jawel!) twee dekens, drie lakens, een handdoek, een kussen en een kussensloop. De regels hiervoor zijn absurd. De omgang met asielzoekers door de bureaucratische overheid is dieptriest te noemen, enkele uitzonderingen daargelaten.

Semmier ontmoet tijdens zijn tragische asielqueeste in Hoe ik talent voor het leven kreeg vele uitzonderlijke asielzoekers. Die belevenissen met elkaar en hun omgang onderling worden uiterst gedetailleerd en bevlogen beschreven. Vanuit een ik-vertelperspectief, waarbij je er niet aan ontkomt te denken dat Semmier toch Rodaan Al Galidi is, word je meegezogen in een lange vrije val. Pagina na pagina wordt er in zeer beeldend taalgebruik een kijk gegeven op de talloze wetten en regels binnen de democratie en bureaucratie die Nederland heet. Het wordt nergens saai, dit zou je natuurlijk wel denken als het gaat over de bureaucratie in ons land. Rodaan Al Galidi heeft niet alleen talent voor het leven, hij beheerst de vertelkunst eveneens.

Het jarenlang wachten op een schriftelijk document waarin staat dat je dan toch mag blijven in Nederland, het dagelijks melden van een asielzoeker bij de balie in een AZC en het ellendige, vaak uitzichtloze bestaan in een AZC worden intens beschreven. Korte, puntige zinnen worden afgewisseld met verheven dialogen: ‘Meneer Kariem, gisteren heeft u zich niet gemeld’ zei de vrouw toen ze de volgende ochtend van het beeldscherm opkeek. ‘Ik was ziek en…’begon ik. ‘Een week geen geld,’ zei ze zonder mijn uitleg af te wachten. ‘Als u het melden twee keer overslaat, moet u het OC verlaten.’

De vele vouwtjes in mijn boek geven aan dat er nog veel meer te citeren valt. Ik bespaar het je. Hoe ik talent voor het leven kreeg moet gelezen worden en verdient een mooie plek in de boekenkast. Al was het alleen maar als een klein monumentje voor die duizenden asielzoekers die ‘Semmier Kariem’ heten.

Schwarz, Lydia | De kruisdraagster

dekruisdraagster.97890266214371Het eerste boek van Lydia Schwarz, De Kruisdraagster, is een knallend succes!

In de tweeëntwintigste eeuw van Europa lijkt de wereld perfect te zijn. Vrede, geen honger en geen ziektes. Anna Tanner, een studente van 20 jaar, zit in de tweede module van de Zelfontplooiingsniveaus. Haar toekomst ziet er positief uit. Wanneer ze per ongeluk op een groep vreemdelingen stuit, verandert haar wereld volledig. Anna komt achter dingen die ze nooit heeft geweten. Een vreselijke geschiedenis die ze niet kende openbaart zich. Geheimen komen aan het licht en de moeilijkheden stapelen zich op. Anna draagt een steeds grotere verantwoordelijkheid met zich mee en meer geheimen. De leugens worden met de dag meer. Vertrouwen wordt steeds moeilijker. Voorzichtigheid, geheimhouding en vertrouwen worden drie van de belangrijkste dingen in haar leven. Een boek over verraad, vertrouwen, liefde en vergeving.

In de wereld waarin Anna is beland, draait bijna alles om vertrouwen. Een misstap kan tot verraad, opsluiting en zelfs de dood leiden. Voorzichtigheid en geheimhouding zijn daarom van groot belang. Felix, een vriend van Anna, wordt echter wel door haar in vertrouwen genomen. Sinds de eerste dag ontfermde hij zich over haar en ze vond het niet erg als hij de leiding nam. Samen zitten ze nu al 4 jaar op het Humanium. De geschiedenisleraar van Anna, Adonis Magellan, wekt meteen een goed en warm gevoel bij Anna op. Langzaam weet hij haar vertrouwen te winnen en zij dat van hem. Anna moet voor geschiedenis een werkstuk maken en haar leraar helpt haar daarbij. Voor haar vertrouwenspersoon, Aquilina Akbaba, die ze elke avond moet ‘bellen’, is ze heel erg op haar hoede sinds ze geheimen met zich meedraagt. Komt haar vertrouwenspersoon dingen te weten dan zal een en ander negatief uitpakken.

‘De Kruisdraagster” is een geweldig goed geschreven boek. Keer op keer word je verrast door dingen. Vragen waar je een antwoord op denkt te hebben, lijken anders uit te pakken. Het heeft een goed begin en wekt meteen nieuwsgierigheid bij je op. Vragen die je tijdens het lezen krijgt, schreeuwen om antwoorden waardoor het moeilijk wordt uit de wereld van Anna te stappen. Doordat het in de ik-vorm is geschreven voel je je verbonden met Anna hoewel je dat niet altijd zou willen. Pijn en verdriet waar ook Anna mee te maken krijgt raken je misschien meer dan je wilt, omdat het zo heel goed is beschreven. Een verrassend boek met een goede boodschap. De wereld van Anna slokt je op. Hoewel het christendom de aandacht trekt in het boek en er vele dingen uit de Bijbel worden geciteerd probeert de schrijfster je niet bewust te overtuigen van het christendom. Een geweldig boek en zeker een aanrader voor alle mensen.  Ik zou zeggen: kom maar op met deel 2.

Haneveld Klein, Johan | De loser die wint

imagesJohan Klein Haneveld (1976) is een (literaire) duizendpoot. Hij is een groot film- en verhalenliefhebber, niet noodzakelijkerwijs in die volgorde en heeft veel, heel veel met dieren. Zo is hij ook eindredacteur bij het Tijdschrift voor diergeneeskunde en blogt hij graag. Op johankleinhaneveld.blogspot.nl vind je dan ook gedichten, recensies, besprekingen en diverse (theologische) beschouwingen van zijn hand. Hij heeft enkele romans geschreven waaronder Neptunus en De derde macht (sciencefiction) alsmede het theologische werk Indrukwekkende vrijheid.

Van zijn vaardige hand verschijnt nu De loser die wint… Als God je verhaal vertelt. Een aanstekelijke titel die direct de aandacht trekt. In de inleiding van dit boek eindigt hij met de veelzeggende woorden: ‘Ik ben er nu eenmaal van overtuigd dat deel gaan uitmaken van Gods Verhaal de beste manier is om te leven.’ Zo, die komt wel even binnen. Klein Haneveld start in het eerste hoofdstuk met een persoonlijke ontboezeming die de opmaat vormt voor de rest van zijn boek: ‘(…)ik moest heel veel van mezelf. Ik had een schema gemaakt van Bijbelstudieboeken die ik moest doorwerken, hield me aan vaste tijden van gebed met vaste onderwerpen, las dagelijks trouw vijf hoofdstukken uit de Bijbel, bezocht alle kerkdiensten en ook nog eens alle bijeenkomsten van de studentenvereniging. Maar dat alles deed ik niet met plezier.’ Klein Haneveld probeerde koste wat kost te voldoen aan het ideaalbeeld dat hij in zijn kerk had meegekregen. Hij kreeg een burn-out. Nadat hij stopte met al die zelfopgelegde activiteiten, zo schrijft hij, is hij weer gaan schrijven. En… gaan genieten!

De kerk als instituut legt je zo veel dingen op, zo beschrijft hij. Hiervan word je niet een beter mens. Hoe verhouden al die activiteiten zich met het staan in de christelijke vrijheid? Je moet zoveel van de kerk. Maar moet dit ook van God? Het zijn vragen die gesteld durven te worden. Vragen waar de lezer ook over na gaat denken. Waar je met anderen over spreekt. Je moet zoveel als christen… ‘Als je goed leeft, is God blij met je, en word je erkend door de kerk als een goed christen. Als je slecht leeft, moet je je schuldig voelen. Ik denk echter dat externe motivatiemiddelen zoals deze, gedoemd zijn te falen. Tegen de beperkingen die ons van buitenaf worden opgelegd, gaan we ons uiteindelijk verzetten, of we raken onze levensvreugde kwijt.’

Ons leven komt er anders uit te zien, zo betoogt de auteur, als we onze wereld duiden middels een ander verhaal. Een verhaal dat de ruimte geeft om helemaal jezelf te zijn. Maar welk verhaal is dat? Aan de hand van fragmenten uit onder andere de films The Lord of the rings, The Matrix Trilogy en op basis van diverse uitspraken van meer of minder bekende theologen laat Klein Haneveld zien dat het hier om Gods Verhaal gaat. Het Verhaal dat wanneer je juist zwak bent, je je kunt laten vullen door Gods kracht. Dat je eigen levensverhaal aan kracht wint, wanneer je je eigen leven verliest om wille van Zijn Koninkrijk. Gods genade wordt in zwakheid volbracht. Deze en meer paradoxale Bijbelse uitingen bespreekt hij. Hij beschrijft de verlangens die mensen hebben, die ze zoeken in andere verhalen: het verlangen naar waarheid, schoonheid en relaties. Deze verlangens komen samen in Het Grote Verhaal, dat van God, dat van de Bijbel. ‘Het Grote Verhaal speelt zich af in ons dagelijks leven, sterker nog: het Grote Verhaal is ons dagelijks leven. Ons optrekken met andere mensen, ons genieten van schoonheid, onze betrokkenheid bij de maatschappij: dat is het koninkrijk van God.’

Het is te prijzen dat Klein Haneveld deze zaken aan de orde stelt middels een inspirerend en helder verhaal. Het kan geen kwaad als er eens even aan de boom van je leven wordt geschud. Als je de christelijke zaak eens even van een andere kant beschouwt. Even afwijkt van de geëffende en vaak platgetreden (kerkelijke) paden. Klein Haneveld vertelt zijn verhaal tegen de achtergrond van Het Verhaal, zoals hij het noemt. Jouw levensverhaal in het licht van Gods Verhaal. Klein Haneveld dwingt niemand zijn visie over te nemen. Hij laat de definitieve antwoorden over aan de lezer.

FullSizeRender(1)

 

 

 

Voorhoeve, Anne | Kascha

kascha.9789026621468Anne Voorhoeve (Mainz, 1983) is een Duitse schrijfster. Ze wijdt zich sinds 2000 geheel aan het schrijverschap. Haar eerste roman, Liverpool Street, vertaald in het Nederlands, werd bekroond met de Buxtehuder Bulle 2007, een gerenommeerde Duitse prijs voor jeugdliteratuur.

Kascha verhuist met haar Sinti-familie naar een dorp in Noord-Duitsland, Groß-Mooren genaamd. In het dorpje wacht hen geen warm welkom. De inwoners lijken zich zelfs aan hen te storen. Voor Kascha is het een raadsel waarom. Net als wat er jaren geleden met familieleden van haar is gebeurd. De enige die zich niet aan hen stoort is de buurman, meneer Hugomüller. Een hevige sneeuwstorm zet alles op z’n kop in het dorpje. Door bepaalde omstandigheden zit Kascha dagenlang met haar vervelende nichtje Bettina opgescheept, door Kascha telkens tuthola genoemd. Uiteindelijk weten de Groß-Moorenaren samen te werken en komt de sneeuwstorm ten einde. Het leven is weer ‘normaal.’ Maar niet voor Kascha. Haar zus is weg en ze heeft een geheim dat alleen haar puro,( dat grootvader betekent), en tante Lonny weten. Dan komt een tweede sneeuwstorm opzetten. Deze sneeuwstormen zijn voor de Sinti-familie aangrijpende tijden.

Een belangrijk thema in het boek Kascha is verzoening. En iedereen gaat daar weer anders mee om. Kascha wil niet veel met de Groß-Moorenaren te maken hebben. Ze denkt dat de Groß-Moorenaren slecht van hun profiteren wanneer dat kan. Kascha is erg achterdochtig. Haar vader echter doet alles om in een goed blaadje bij de Groß-Moorenaren te komen, maar is wel voorzichtig door het verleden van zijn vrouw. Toch staat hij voor ze klaar, probeert alles zo goed mogelijk voor elkaar te hebben en probeert te zorgen voor het welzijn van de Groß-Moorenaren. Verzoening is bijna het enige wat hij wil. De moeder van Kascha denkt bijna hetzelfde als haar man, maar is veel voorzichtiger en nog steeds bang voor het verleden.

Het boek Kascha is een leuk boek voor als je even ontspanning zoekt. Het is een fijn jeugdboek en tijdens het lezen roept het boek best wat vragen op. Vragen waar je als lezer het liefst zo snel mogelijk antwoord op wilt hebben. Wel is het zo dat je soms een regel of stukje tekst even moet overlezen of herlezen om echt goed te snappen wat er gebeurt, wat er wordt gezegd of gedacht. Doordat het verhaal in de ik-vorm is geschreven leest het prettig. Zo heb je één persoon waarin jij je het meest inleeft. Een aanrader om je eens even lekker mee te ontspannen!