Over Willem van Hartskamp

Bibliofiel. Passie voor onderwijs. Fervent wandelaar.

Cronin, Justin | De oversteek

De ‘Justin Cronin-bijbel’ is bijna gereed. In januari 2017 zal deel 3 verschijnen: De stad van spiegels. Met dit boek zal zijn Oversteek-trilogie af zijn. 3 delen goed voor ruim 2200 pagina’s. Ga er maar aan staan! Justin Cronins dochtertje wilde dat pappa een boek zou gaan schrijven met in de hoofdrol een meisje. Dat is gebeurd. Met het schrijven van deze recensie waan ik me opnieuw in de surrealistische en (post)apocalyptische wereld voor, tijdens en na de uitbraak van een enorm dodelijk virus. Hier de neerslag van het lezen van zijn eerste boek uit de trilogie: De oversteek. (2010)

In De oversteek staat voorin aan wie Cronin zijn boek opdraagt: ‘Voor mijn kinderen, geen nare dromen.’ Om op de volgende bladzijde met deel 1 van dit boek te starten: ‘De ergste nachtmerrie van de wereld’. Een grotere tegenstelling is niet denkbaar. Cronin sust de lezer in eerste instantie bijna in slaap met zijn ‘opdracht aan’ om vervolgens genadeloos toe te slaan met de ‘ergste nachtmerrie’. De toon is gezet, de lezer kan aan het werk! Cronin opent het eerste hoofdstuk met een literaire omlijsting, namelijk met Sonnet 64 van William Shakespeare. Ik citeer het eerste stukje: ‘Zie ik, hoe fel de hand des Tijds de pracht / En praal verdierf van lang begraven tijd, / Hoe trotsche torens zijn ten val gebracht.’

Het lieve kleine meisje, Amy Harper Bellafonte ( hoofdpersoon), wordt direct geïntroduceerd door de auteur: ‘Voordat ze het Meisje zonder Verleden werd – Zij die uit het Niets Verscheen, de Eerste en de Laatste en enige, die duizend jaar leefde – was ze gewoon een klein meisje in Iowa dat Amy heette.’ Opvallend is de benaming die aan het meisje wordt meegegeven: de Eerste en de Laatste. De Bijbelse Alpha en Omega. Zie hiervoor het Bijbelboek Openbaring 1: 11 waar deze woorden letterlijk vandaan komen. De indruk wordt gewekt dat ze een soort Jezus is. Een Messiasachtige verschijning. Hiermee is niet alleen de toon gezet, maar geeft het cachet aan de inhoud van het verhaal. Dat Amy deze rol met glans vervult, met inachtneming van haar kind-zijn, wordt duidelijk wanneer we verder in het verhaal komen.

Cronin laat in het hele boek door proeven dat hij Bijbelse kennis en inzichten heeft en die intiem verweeft in zijn verhaal dat verteld moet worden: ‘Vertel eens: geloof je in de almachtige God, Peter?’ (…) Niet echt, ik denk dat het gewoon een woord is dat mensen gebruiken. Nou, dat is jammer. Heel jammer. Want de God die ik ken? Die zou ons altijd nog een kans geven.’ De non Lacey, die in de begintijd de zorg voor Amy had, voelt aan dat het einde van de wereld nabij is en laat zich duidelijk inspireren door Psalm 3.

De oversteek is een dik boek, bijna 1000 bladzijdes. Het voelt aan qua papier en dikte als een Bijbel. Maar wat een inspirerend, onvergetelijk en stoer verhaal! Het is zo vlot geschreven, het kan haast geen belemmering zijn al die honderden pagina’s. De schrijver houdt zijn lezers uren in de greep van zijn waanzinnig mooie verhaal; een mix van diverse genres: fantasyliteratuur, thriller, avonturenroman en psychologische roman. Het is een groots epos van een grootse schrijver. Dit boek doet niet alleen denken aan De beproeving (film:The Stand, 1994) van Stephen King, maar gaat er stevig overheen: Dag King, welkom Cronin!

Oh ja, nog een ding: het verhaal. Waar gaat het over? Tja, als je nieuwsgierig genoeg gemaakt bent, weet je het…over 1000 pagina’s! Neem en lees!

 

 

 

Minier, Bernard | Verduistering

Een lawine die over je heen dendert, een rollercoaster waarin je voortdurend heen en weer wordt geslingerd. Ik zou meer superlatieven kunnen vinden…Maar man, wat een geweldig goed boek! Oke, de clichés zijn niet van de lucht. Maar ik maak graag een uitzondering voor dit boek: Verduistering. Geschreven door de Franse schrijver Bernard Minier (1960). Hij groeide op in de Pyreneeën, werkte als douanebeambte en droomde van een bestaan als schrijver. Het is hem gelukt. En hoe!

Verduistering is prachtig opgebouwd. Het begint met een Ouverture, een proloog als het ware. Elk hoofdstuk dat volgt, heeft als titel een term uit de operawereld. ‘Ik heb altijd al van opera’s gehouden… Het is ongelofelijk hoeveel opera’s over zelfmoord gaan. Maar jouw probleem is dat je te veel waarde aan het leven hecht.’ Zo laat Mila, een van de belangrijkere bijpersonages, weten aan Christine (hoofdpersonage). Knap bedacht! Is er ook een overeenkomst tussen titel en inhoud van het betreffende hoofdstuk? Lastig in te schatten wanneer je niet bekend bent met diezelfde muziekwereld. Maar het doet zeker geen afbreuk. Het geeft daarentegen een zekere extra geladenheid, een toegevoegd spanningselement. Het laatste hoofdstuk is getiteld Finale, het is duidelijk waar het op uitloopt. Een epiloog maakt het verhaal af.

De (spannings)opbouw van het boek is meesterlijk. Een fraaie en geheimzinnige twist helemaal op het eind nodigt uit tot een vervolg. Nog mooier zou zijn als de auteur geen vervolg schrijft, maar de lezer in het extreem ongewisse laat.

Waar gaat het boek over? Radiopresentatrice Christine Steinmeyer ontvangt op kerstavond een mysterieuze, onheilspellende brief waarin aangegeven wordt dat zij degene is die iemand heeft aangezet tot zelfmoord. In eerste instantie denkt ze dat het een grap is, weliswaar een lugubere. Ze vermoedt dat de brief verkeerd bezorgd is. Ze gaat op onderzoek uit. Maar dan gebeuren er zaken in haar leven, kleine en grote, die haar wereld volledig op de kop zetten. Ze is het slachtoffer van een extreem gewelddadige, gestoorde psychopathische stalker. Maar is ze de enige?

Verhaallijn twee: ex-commandant Martin Servaz, die in een psychiatrische instelling verblijft en herstellende is van zijn avonturen uit voorafgaande boeken, ontvangt een envelop met daarin een sleutel van een hotelkamer waar een jaar eerder een gruwelijke moord is gepleegd. Of was het zelfmoord? Servaz pakt de spreekwoordelijke handschoen op en start op eigen houtje een onderzoek naar de raadselachtige (zelf)moord.

Minier weet met Verduistering de diepste angsten van de lezers omhoog te halen. Hij doet dit op stijlvolle wijze: langzame zinnen soms, afgewisseld met korte, snelle dialogen. De schrijfstijl is hier en daar poëtisch, met veel beeldspraak erin.

‘Uit het holst van de nacht en de diepste slaap komen stemmen omhoog die we liever nooit horen. Het lijken herinneringen aan de angsten uit onze jeugd toen elk voorwerp, iedere vorm in de kamer, als het licht eenmaal uit was en de deur dicht, in een monster kon veranderen, toen we, diep in ons bed – die reddingsboot op de verontrustende golven van de nacht – ons zo bewust waren van onze kwetsbaarheid en kleinheid. Die stemmen herinneren ons eraan dat de dood bij het leven hoort en dat de vergankelijkheid nooit ver weg is. Dat alle muren die om ons heen bouwen nauwelijks sterker zijn dan het strooien en houten huis uit het sprookje van De drie biggetjes.’

Op geraffineerde wijze verbindt hij ruimtevaart, stalking en psychologie met elkaar. Naar adem happend verslind je bladzijde na bladzijde. Om uiteindelijk met opgeheven hoofd uit de ‘sneeuwbergen’ tevoorschijn te komen.

Kamp, Elly | Ferdinand en Johanna

publication-633

Wie Bordewijk zegt, zegt Bint. En Karakter. Voor de literatuurliefhebber en de bovenbouw HV-scholier zijn het geen onbekende namen: Katadreuffe en Dreverhaven, Bint, De Bree, Klotterbooke en Te Wigchel. Welkom in de Hel…Neerlandica Elly Kamp schreef een biografie over het leven en werk van Ferdinand Bordewijk. Bijzonder is dat het hier gaat om een dubbelbiografie, want ook het muzikale leven en werk van zijn iets minder bekende vrouw Johanna Bordewijk- Roepman (componiste) wordt beschreven.

Kamp beschreef in een eerder werk al het leven van het echtpaar Bordewijk en publiceerde reeds over een andere bekende literaire grootheid: Willem Frederik Hermans.
Kamp stelt in haar voorwoord de vraag wie de man is achter het werk. Wat weten we nu van de persoon Ferdinand Bordewijk? Wie is zijn vrouw? Was zij de klassieke vrouw achter de schrijver, of was er meer? Op grond van gedegen onderzoek en gestoeld op minutieus archiefonderzoek is Kamp erachter gekomen dat zij echt een persoonlijkheid was. Een vrouw met een eigen carrière.

Bordewijks schrijven was een liefhebberij voor hem. Hij schaamde zich zelfs een beetje, maar tegelijk was de drang om te schrijven erg groot. Hij kon het gewoon niet laten. Nadat Elly Kamp zich had verdiept in het leven van Bordewijks vrouw kwam ze erachter dat zij de sleutel zou kunnen zijn voor het beter begrijpen van de schrijver Bordewijk. Haar leven was een studie op zich waard. Vandaar deze dubbelbiografie. Het doel: antwoorden geven op vragen en laten zien dat Ferdinand en Johanna emotionele en eigenzinnige mensen waren, die dankzij hun talent en ambitie bijzondere kunstenaars werden.

Het doel is ruimschoots gehaald: een prachtige, vuistdikke en gedetailleerde biografie ligt er. Kamp heeft antwoorden gegeven en aangetoond dat meneer en mevrouw Bordewijk de personen waren die ze vermoedde. Ze laat op een stijlvolle wijze zien hoe Ferdinand en Johanna elkaars tegenpolen waren en elkaar haarfijn aanvulden; zowel privé als in hun werk.

‘Zij (interviewers, red.) zagen naast een geremde, afstandelijke en argwanende man een aardige, charmante, spontane vrouw. Met haar opgewekte optreden was ze het tegendeel van een man die somberheid uitstraalde. Humor hadden ze beide, al uitte zich dat bij Johanna in een spontane lachbui, en vangen we bij Ferdinand niet meer op dan een glimp van een glimlach.’

Uitgebreid beschrijft Kamp in hoofdstuk 6 de roman Bint. Het maakte Bordewijk bekend en berucht. Kritiek en applaus levert het hem op. Maar wat is nu het thema? Wat schuilt er ten diepste achter het verhaal Bint? Is er sprake van bewondering voor het fascisme en nationaal-socialisme? Bint verscheen in 1934: de opkomst van Hitler en het nationaal-socialisme.  

‘Tegelijk is ‘de school van Bint’ een symbool geworden. Het staat voor een strenge, rechtlijnige pedagogie die een voorbeeld kan zijn voor het huidige onderwijs met zijn tekort aan gezag en teveel aan begrip voor de leerlingen. Niet dat dit regime moet worden overgenomen, maar een beetje meer Bint zou geen kwaad kunnen menen velen.’

Dit hoofdstuk, evenals de bespreking van andere werken van Bordewijk in een deel van het boek, schreeuwt erom grondig gelezen en bestudeerd te worden. Een heldere literatuurlijst, intrigerend fotomateriaal en verwijzingen achterin dit boek maken deze dubbelbiografie af. Chapeau!

Eerder gepubliceerd op: www.Hebban.nl

Weber, Felix | Tot stof

In Tot stof vertelt auteur (pseudoniem) Felix Weber een op zich interessant verhaal. De uitwerking ervan valt tegen.

Verzetsstrijder Siem Coburg woont op een afgelegen woonboot. Hij heeft zich uit het ‘gewone’ leven teruggetrokken. Na de dood van zijn geliefde Rosa heeft hij zich van de wereld afgekeerd. Dan wordt hij in 1949, enkele jaren na de Tweede Wereldoorlog, opgezocht door een boer die hem tijdens de oorlog heeft gered. Coburg ontkomt er niet aan, hij staat immers in het krijt bij deze boer, en gaat op onderzoek uit. Het gehandicapte kleinkind van de boer, verblijvend in een Rooms- Katholiek internaat voor geestelijk en lichamelijk gehandicapte kinderen, is onder zeer verdachte omstandigheden om het leven gekomen. Wanneer Siem Coburg vertrekt naar Limburg om de zaak te onderzoeken en zijn oor te luister legt bij de inwoners van het dorp waar het internaat onder valt, blijken de mensen liever te zwijgen dan te spreken. Dan ontdekt Coburg dat de ene na het andere kind onder verdachte omstandigheden sterft. Daarop keren de geestelijken en de inwoners van het dorp zich tegen de nieuwsgierige buitenstaander.

Hier gaat het wat mij betreft mis. De zaak blijft vaag, de inwoners keren zich zeker niet massaal tegen Siem, en er is een geestelijke die het op zijn zachtst gezegd niet waardeert dat Siem eventuele misstanden aan de kaak wil stellen. Ik moet eerlijk zeggen dat de flaptekst spannender oogt dan het verhaal zelf is. Van een regelrechte thriller is zeker geen sprake. Het verhaal over de verdachte sterfgevallen in het internaat en de psychische gevolgen voor Siem na de vreselijke gebeurtenissen in de oorlog vind ik matig uitgewerkt. Het verhaal zelf leest prima, vlot.

Er zijn passages in het boek die je zeker stimuleren tot bezinning. Bijvoorbeeld de toestand van de gehandicapte kinderen: is dit een straf van God of niet?  ‘Ik heb er lang mee geworsteld, maar dit is geen straf van God. We moeten accepteren dat er voor dit lijden geen verklaring is, het is volstrekte willekeur. het is wreed zonder dat we een schuldige kunnen aanwijzen. Wat zou God met een dergelijk zinloos lijden te maken kunnen hebben? Mijn God niets. En die van jou, Anselmus?’

Broeder Felix, een van de geestelijken in het internaat, is opgenomen geweest in een kliniek. Dit vanwege zijn ervaringen in de Eerste Wereldoorlog. Hier tekende hij, een vorm van therapie: ‘Iets buiten mij heeft mij die kracht gegeven, en wat kon dat anders zijn dan het goddelijke. Dat alles bestuurt, een hogere macht. En wat kon die hogere macht anders zijn dan God? Hij heeft me doen tekenen, dacht hij. Hij heeft mijn hand gestuurd.’

Deze en andere passages in Tot Stof  geven de lezers stof tot nadenken.

 

Craven, Tracy Leininger | Toch ben ik niet alleen

253661Zij kwamen vanuit Duitsland om een nieuw leven te beginnen in Amerika. Maar alles veranderde op die ene dag.Tracy Leininger Craven houdt van geschiedenis en het opnieuw vertellen van waargebeurde verhalen in de vorm van historische fictie. Toch ben ik niet alleen is hiervan een voorbeeld. Tracy is getrouwd en moeder van drie kinderen.

Barbara en Regina Leininger wonen samen met hun ouders en twee grote broers in het Amerikaanse Kolonisatiegebied tussen de Blauwe Bergen van Pennsylvania. Het godvrezende gezin leefde er in geluk en vrede, zelfs met de indianen. Tot op die ene dag. Barbara en Regina worden gevangengenomen door indianen. Barbara is blij dat zij Regina nog heeft. Maar ook zij wordt op een dag gescheiden van haar zus. Beide meisjes worden opgenomen in verschillende stammen. Barbara houdt stand in haar geloof in God en hoopt dat haar zusje hetzelfde zal doen. Barbara is vastbesloten haar zusje terug te vinden, maar als ze op een dag getuige is van een mislukte ontsnappingspoging slaan wanhoop en angst toe. Na een poosje vertelt Galasko, haar ontvoerder, dat zij binnenkort zullen trouwen. Hoe zou zij kunnen trouwen met iemand die niet in haar God gelooft? Hoe zal ze Regina ooit terug vinden als zij met hem trouwt? Zal ze überhaupt ooit ontsnappen? Er breekt een wanhopige tijd aan voor Barbara.

Duidelijk naar voren komt het thema in Toch ben ik niet alleen: het geloof. Doordat Barbara haar geloof vasthoudt, is zij niet alleen, ondanks dat ze van haar familie is gescheiden. Zij hecht veel waarde aan het geloof waardoor sommige situaties moeilijk zijn, ze zit immers bij indianen die hele andere goden en tradities hebben. Dat levert moeilijkheden op. Zij probeert dan echter te handelen zoals God dat van haar vraagt.

Toch ben ik niet alleen is een boek dat je aangrijpt. Vooral als je na gaat dat het is gebaseerd op een geschiedenis in het voorgeslacht van de auteur. Het boek is goed te lezen omdat het korte hoofdstukjes heeft en het boek zelf niet heel erg dik is. Als je er in begint en een paar dagen laten pas weer verder gaat is het niet moeilijk om weer in het verhaal te komen; een positief punt. Daarnaast kun je het boek ook zo uitlezen. In het boek zit een onverwachte wending wat het boek leuk maakt. Het is goed geschreven. Het boek is ook verfilmd. Bij beide kunnen de tranen in je ogen komen te staan! Een mooie geschiedenis. Het lezen waard.

Reijnders, Maarten | Complotdenkers

Maarten Reijnders - ComplotdenkersMet de komst van Donald Trump als nieuwe president van de USA neemt het geloof in complotten en complottheorieën weer toe. De weg naar de top die Trump bewandelde, evenals diezelfde weg voor zijn tegenstandster Hillary Clinton, is voer voor complotdenkers. Ziehier het onderwerp van het boek Complotdenkers: hoe gevaarlijk is het geloof in samenzweringstheorieën? Maarten Reijnders verdiepte zich erin.

Journalist Maarten Reijnders sprak verschillende complotdenkers over hun (eigenaardige) complottheorieën. Je leest over een veroordeelde ex-journalist die de jacht ontketend heeft op pedo-netwerken met connecties in de hoogst denkbare kringen in ons land en over een succesvolle zakenondernemer die de moord op JFK zou hebben opgelost. Heel interessant en lachwekkend om te lezen!

Het boek begint met een motto, een citaat van Aldous Huxley: ‘Facts do not cease to exist because they are ignored.’ Vervolgens opent het boek met de verwarde Tarik die op 29 januari 2015 de NOS-studio binnendrong. Aanvankelijk bestaat er onduidelijkheid over de motieven van Tarik. Wat deed hij daar en waarom? Voer voor complotdenkers. ‘Wat maakt iemand tot een complotdenker? Wat is nog normaal? En waar begint de gekte? Het zijn vragen die ik me bij het schrijven van dit boek over samenzweringsgelovigen en complottheorieën vaak heb gesteld.’ Het is terecht dat Maarten Reijnders deze vragen als uitgangspunt neemt. Het is soms te bizar voor woorden en ook wel weer heel aannemelijk in enkele gevallen van complottheorieën. Een ‘duivels dilemma’ in je denken is het gevolg.

‘Samenzweringsgeloof komt, net als religie of psychische stoornissen, in gradaties. De een is er ontvankelijker voor dan de ander, maar bijna iedereen valt wel eens voor de verleiding van de complottheorie.’ Heel subtiel zegt Reijnders eigenlijk dat het geloof in complotten in Nederland of daarbuiten gelijkgeschakeld wordt met een psychische stoornis. Interessant! ‘Een van de belangrijkste leerstukken van het samenzweringsgeloof is dat je onwelgevallige feiten mag negeren of wegredeneren. Complotgeloof nodigt uit tot een luie, gevaarlijke manier van denken.’

In Complotdenkers gaat Maarten Reijnders in het begin redelijk in op wat complotdenkers beweegt om zo te denken. Hoe komt het zover met je? In de rest van het boek gaat hij in op allerlei vormen van en verhalen over complottheorieën. Het boek leest prettig, met uitzondering van ontzettend veel taalkundige fouten en spelfouten. Het geeft het boek een zeer amateuristische uitstraling.

Olde Heuvelt, Thomas | Hex

9789024573349Aanbevolen door de grootmeester van de horror, Stephen King. Een fijn interview in DWDD. Een ‘griezelige’ reportage in EenVandaag. Thomas Olde Heuvelt is ‘booming business’ met zijn boek Hex. Toch vreemd dat zijn boek dat enkele jaren geleden al verscheen nu pas een bestseller is. En plotseling willen we allemaal zijn andere boeken ook lezen. En vergelijken.

Onlangs sprak ik Thomas in Amsterdam bij de uitreiking van de Hebban Awards in de wandelgangen. Een sympathieke en vlotte jonge schrijver. Niks gruwelijks en engs aan. Hij vroeg me: ‘Vind jij mijn boek horror, fantasy of een thriller?’ Ik antwoordde hem: ‘Horror.’ En volgens mij schoot ik in de roos. Opmerkelijk vind ik dat wanneer je Thomas Olde Heuvelt ziet en spreekt je je haast niet kunt voorstellen dat hij zulke gruwelijk spannende en angstaanjagende zaken kan beschrijven. Een groot verschil tussen de schrijver en zijn boek. En misschien is dat wel zijn verdienste.

Thomas Olde Heuvelt behoeft geen verdere introductie. Zijn boek wordt verfilmd en verschijnt in vele talen inmiddels. Zelfs Japan staat nu voor hem in de rij. Speciaal voor Amerika heeft hij de setting van de Nederlandse versie herschreven naar de Amerikaanse. En ook de Nederlandse versie kent inmiddels een alternatief einde. En dat is gewoon heel knap.

Hex speelt zich af in het Limburgse dorpje Beek. Een ogenschijnlijk rustig en gemoedelijk dorp. ( Ik kan, helaas, wanneer ik denk aan Beek niet meer normaal aan Beek denken na het lezen van Hex, maar dat terzijde.) In Beek waart echter een heks rond, gedoemd tot ronddolen. Gedoemd om met dichtgenaaide ogen en mond te dwalen door het dorp, door straten, maar ook in de huizen. Ze kan zomaar verschijnen aan je bed, aan het voeteneind. Of gewoon ergens in de hoek van je woonkamer staan en fungeren als kapstok. Iedereen in het dorp kent haar, weet van haar. Maar vooral, accepteert haar. Zwijgend doet ze haar rondes door het dorp, de weg letterlijk blindelings wetend. Iedereen weet ook: niemand mag haar ogen openen. Want gebeurt het toch, dan gaat het gruwelijk mis. In die wetenschap groeien de mensen jarenlang op met de heks. Groeien de mensen op met het ultieme kwaad in hun midden. Een speciale groep mensen, een soort Raad, houdt met camera’s en een heuse Hex-app voor de inwoners van Beek de heks nauwlettend in de gaten. Ze moet koste wat kost verborgen blijven voor de buitenwereld. Regelmatig gaat het mis tussen de heks en verschillende inwoners van Beek. Deze gebeurtenissen worden gedetailleerd en gruwelijk beschreven. Langzaam maar zeker groei je als lezer toe naar een climax. Want de ogen van de heks worden geopend en dan is het einde van de wereld in Beek daar.

Er zijn vele belangrijke personen in Hex. Deze personages worden helder neergezet. Met veel oog voor details en sfeer weet Thomas Olde Heuvelt een ijzersterke spannende horrorthriller te schrijven. Helemaal bijzonder is het einde van Hex. Het is even intens als luguber. Hier laat Olde Heuvelt zien dat hij de Bijbel kent: ‘Kwaad inspireerde nieuw, erger kwaad, en uiteindelijk was alles terug te voeren op Beek. Beek had dit over zichzelf afgeroepen. (…)Zijn ogen hadden al die jaren dichtgenaaid gezeten, maar nu niet meer. (…) Ze konden zijn ogen niet langer sluiten – niet die van hem.’ (hem = Stefan de Graaf, red.) Een prachtige symboliek ligt er besloten in de ogen, die zo’n belangrijke rol spelen in Hex. Het duivelse kwaad schuilt uiteindelijk niet in de ogen van de heks, maar in de ogen van de mens zelf: ‘Ze hadden dit over zichzelf afgeroepen: zij waren het kwaad, een menselijk kwaad. Zij hadden het kwaad geschapen dat Katharina (de heks, red.) was, door de kommer en kwel in zichzelf de overhand te laten voeren, door onschuldigen te straffen en hun eigen handen in onschuld te wassen.’

Thomas Olde Heuvelt is een groot schrijver in dit genre, zonder meer. Symboliek, thematiek en dramatiek gaan hand in hand. De hand van de meester, Stephen King, is voelbaar, zichtbaar, met name in de sfeer- en landschapsbeschrijvingen. Oke, vooruit, een minpunt dan: er zijn momenten dat ik denk: mag het een onsje minder? Soms gaat de fantasie iets teveel op de loop met de auteur. Of was het toch omgekeerd?

Norton, Graham | Bewaring

bewaringPresentator van de spraakmakende en zeer bekende Graham Norton Show, Graham Norton zelf, heeft zijn debuut gemaakt als thrillerschrijver. Bewaring is de titel van dit zo op het eerste gezicht spannende en mysterieuze verhaal. De uitstraling van het boek is goed.

Graham Norton neemt je mee naar het rustige, Ierse dorpje Duneen. Een typisch landelijk en pittoresk plaatsje ergens op het platteland. Een dorpje dat balanceert tussen modern willen zijn, maar tegelijk een ouderwetse, haast antieke uitstraling heeft. (nauwelijks bereik met de telefoon!) Norton weet de sfeer van het plaatsje treffend te beschrijven: ‘Vrijwel alle actie scheen zich te beperken tot Main Street, tevens de enige straat in het dorp. (…) Aan de overkant van de straat, voor de pub, hoestte Cormac Byrne een uiterst bevredigende klodder slijm op die hij met een boog in de goot spuugde.’

In Duneen is welgeteld een agent, brigadier Collins: ‘Het was een algemeen geaccepteerd feit onder de inwoners van Duneen: mocht er ooit een misdaad gepleegd worden in het dorp en mocht brigadier Collins erin slagen de verdachte aan te houden, dan was de kans uiterst klein dat de arrestatie zou plaatsvinden na een achtervolging te voet. De mensen mochten hem graag en er werd niet ronduit beledigend over hem gesproken, maar voor de dorpelingen was het best een ongemakkelijk idee dat hun veiligheid afhing van een man die al hevig zweette wanneer hij in de kerk ter communie ging.’ Op deze manier introduceert Graham Norton zijn hoofdpersoon.

De vadsige brigadier, zittend in zijn auto, geklemd tegen het stuur vanwege zijn te dikke buik, wordt op zekere dag aangesproken door een bouwvakker. Op het terrein waar gebouwd wordt, heeft men tijdens werkzaamheden een lijk gevonden. Dit zet het zeer rustige leventje van Collins (‘PJ’ voor intimi) volledig op zijn kop; hij moet aan het werk. Vanuit Cork worden hulptroepen gehaald, waaronder de wat nurkse hoofdinspecteur Linus Dunne. (Let even op de achternaam en zet deze eens af tegen de dikke brigadier Collins…) Een onderzoek wordt gestart: Wie is het lijk? Wie heeft hem daar begraven? En wie heeft hem vermoord? Het eens zo rustige dorpje verandert in een roddelend wespennest waarin iedereen zo zijn of haar geheimen heeft. Om deze muur te slechten moet brigadier Collins alle zeilen bijzetten om de dader te achterhalen. 4 maanden nadat het lichaam gevonden is, vinden bouwvakkers op hetzelfde terrein opnieuw een lichaam, dat van een baby. Wat zijn de raakvlakken met de vondst van het eerste lichaam? Van wie is de baby? Trieste zaken komen aan het licht.

Graham Norton komt met verschillende personages op de proppen die allemaal verdacht gemaakt worden. Hij beschrijft de personen trefzeker. Je ziet voor je hoe de personages eruit zien, hoe de karakters neergezet worden. Maar echt diepgang hebben de meeste personages niet. Norton wil dat mijns inziens ook niet, het gaat om de zaak, om motieven. In Bewaring vindt de lezer van alles wat: overspel, liefde, lust, verdriet, jaloezie, twisten. Het blijft wel wat aan de oppervlakte en ook redelijk voorspelbaar: het voelt eerder aan als een soap dan een echte thriller. De spanning komt pas heel laat op gang.

Groot pluspunt van het boek is de vaart in het verhaal. Je ogen schieten over de bladzijden. En voor je het weet zit je aan het eind van het boek. (Het bevat ‘slechts’ een 260-tal pagina’s) Het leest gemakkelijk weg, geen ‘moeilijkdoenerij’ of gekunstelde passages. De beeldspraak in het boek is aardig gevonden, er is over nagedacht lijkt het: ‘Het gif van het verleden moest bevrijd worden, alsof je een steenpuist opensneed.’

Graham Norton heeft het in zijn dankwoord steevast over ‘roman’. Ik denk dat met deze typering recht gedaan wordt aan zijn boek.

Crouch, Blake | Dark matter

9200000059295570‘Ik hou van onze donderdagavonden. Ze geven me het gevoel dat we ons buiten de tijd bevinden. Het is onze traditie (…)’

Zo opent Blake Crouch, de auteur van deze speculatieve thriller, Dark Matter. Over dat gevoel van het zich buiten de tijd bevinden, handelt dit boek. Crouch heeft een pittige, moeilijk te volgen thriller geschreven. Let wel, het moeilijk te volgen-aspect is een compliment voor de auteur.

De hoofdpersoon, Jason Desson, heeft een gezinnetje: zijn vrouw Daniela en zoon Charlie. Wanneer Jason op een avond nog even ijs gaat halen, verdwijnt hij. Hij ziet een schim, voelt een pistool tegen zich aangedrukt en hoort een stem zeggen: ‘Draai je om.’ Hij wordt meegenomen naar een desolaat industrieterrein, een verlaten gebouw. ‘Ik kijk niet achterom. Ik neem geen afscheid. Het moment gaat ongemerkt voorbij. Het eind van alles wat ik ken, alles waarvan ik hou.’ Jason wordt ingespoten met een verdovingsmiddel door de onbekende persoon. ‘Luister naar me,’ zegt hij. ‘Je zult bang zijn, maar je kunt het jezelf toe-eigenen. Je kunt alles hebben wat je nooit hebt gehad. Het spijt me dat ik je bang moest maken, maar ik moest je hier zien te krijgen. (…) Ik doe dit voor ons allebei.’ Dan valt hij weg.

Vervolgens wordt Jason weer wakker in hoofdstuk 2. Hij voelt dat iemand hem aan de enkels vastpakt. Iemand vraagt hoe hij uit de kubus gekomen is. Vanaf dat moment ontspint zich een waanzinnig, bizar en ‘vul-maar-een-willekeurig-superlatief-in’ verhaal. Met als hamvraag: wil de echte Jason Desson opstaan? Wat is die kubus? Wat speelt zich hier voor de ogen van de verraste lezer af? Niets, maar dan ook niets is wat het lijkt. Op de cover staat niet voor niets: speculatieve thriller. Een nieuw genre is geboren! Blake Crouch, bekend van de tv-serie Wayward Pines en de  boeken waarop de serie is gebaseerd, weet van begin tot eind te boeien. Hij toont zich een grootmeester in dit genre dat balanceert op de grens van fantasy, scifi, horror en thriller.

Ik eindig met een treffend citaat dat tegelijk weerspiegelt wat het thema is van dit spannende en speculatieve verhaal, Dark Matter: ‘Het is beangstigend als je bedenkt dat alle gedachten die we hebben, alle keuzes die we maken, zich vertakken naar nieuwe werelden. Vandaag zijn we na de honkbalwedstrijd naar Navy Pier gegaan en daarna naar dit restaurant om te eten. Maar dat is maar een versie van wat er gebeurd is. In een andere realiteit zijn we in plaats daarvan naar een concert van het symfonieorkest gegaan. In weer een andere hebben we een dodelijk ongeluk in Lakeshore Drive gehad en zijn we helemaal nergens geëindigd.’

 

Lapena, Shari | Het stel van hiernaast

9789044630909_cvrShari Lapena (1960) heeft een sterk debuut gemaakt door te schrijven over ‘the worst nightmare’ van elke rechtgeaarde ouder: de verdwijning van je pasgeboren baby. Lapena was werkzaam als advocaat en docent Engels voor ze haar debuut maakte als thrillerauteur. Inmiddels is Het stel van hiernaast verschenen in 23 landen.

De achterflap van Het stel van hiernaast belooft veel goeds voor de thrillerfan: ‘Een zenuwslopende ontrafeling van een gezin – een angstaanjagend verhaal over bedrog, huichelarij en ontrouw, dat je gegarandeerd op het puntje van je stoel houdt tot de laatste schokkende ontknoping.’ 

Shari Lapena heeft een snelle en razendspannende thriller afgeleverd. Een vlotte schrijfstijl gecombineerd met een aardige karaktertekening van de diverse belangrijke figuren zorgt ervoor dat je in een ruk dit boek uitleest. Tip: haal af en toe adem!

Wanneer Anne en Marco op een avond worden uitgenodigd voor een etentje bij de buren, besluiten ze door middel van de babyfoon contact te houden met hun pasgeboren kindje van 6 maanden jong. Daarnaast kijken ze om het half uur bij hun slapende kindje. Alles gaat goed. Tot een uur of een. Wanneer Anne aan de beurt is om te controleren of ze nog steeds ligt te slapen, is haar lieveling verdwenen. Annes wereld stort in. Een politieonderzoek wordt opgestart. Langzaam maar zeker worden de nevelige contouren van de verdwijning helderder. De mist rond dit mysterie wordt voorzichtig door Lapena onthuld. De naald van de spanningsspuit zakt langzaam weg in de lezeraders van de thrillerfan. Er blijkt veel mis te zijn, met wie en waarom verklap ik uiteraard niet.

Het stel van hiernaast heeft een geweldige cover, wazig, weinig onthullend. Nauwgezet in overeenstemming met de inhoud van deze mooie thriller. Het boek ligt lekker in de hand. De psychologische kant van de zaak en van de personages wordt secuur beschreven en uitgewerkt. Lapena heeft veel aandacht besteed aan zowel de vorm als de inhoud van dit strakke verhaal.

Het einde van deze thriller is schokkend, verrassend en duister. Onbevredigd blijf je achter, dat is in dit geval een groot compliment. Het ‘eind goed, al goed’ is verre van toepasselijk.