Met Jager levert het schrijversduo Lars Kepler hun nieuwste deel rondom Joona Linna af. Het is weer een ouderwets spannende, raszuivere thriller geworden. Thrillers schrijven kunnen de Scandinaviërs wel. Oog voor detail, oog voor sfeer en keiharde plots.
‘Ratjen, konijnen en de hel ‘, herhaalt Joona in zichzelf. Hij denkt aan de lichte en beetje verwonderde kinderstem en het rijmpje over de konijnen die een voor een in de hel belanden.’ (…) De moordenaar noemde Ratjen en zei dat de hel ze zou opslokken, hij is van plan alle konijnen in het rijmpje te doden.’
Joona Linna, opnieuw hoofdrolspeler in dit zesde deel Jager, zit in de gevangenis als zijn hulp wordt ingeroepen door Saga Bauer en haar team van rechercheurs. Ze zitten vast, muurvast. Een mysterieuze moordenaar lijkt geheel willekeurig slachtoffers te maken. Het enige wat hen verbindt is het kinderliedje dat ze horen vlak voor hun dood. Chef-kok en tv-ster Rex Muller verheugt zich ondertussen op het feit dat zijn zoon eindelijk bij hem komt logeren. Dan wordt plotseling Rex zelf verdacht van de moorden. Maar dan ontvangt hij ook het telefoontje waarop een stem te horen is die een kinderliedje afspeelt…
Behalve snelle acties, bloedstollende scenes waarin de moordenaar toeslaat, komen we ook haast poëtische zinnen tegen die de lezer even een moment van rust geven: ‘Valeria pakt de kar en loopt weer naar de kas. Zwijgend blijven ze de walnootbomen op de aanhanger laden. Het verleden beweegt zich onrustig in hen allebei, herinneringen tuimelen langzaam rond in hun oceaan en trekken meer herinneringen omhoog in de wervelingen.’ De climax is er een om door een ringetje te halen, even verbijsterend als heftig. Het verhaal zit opnieuw gedegen in elkaar, leest heerlijk weg en weet je geregeld op het verkeerde been te zetten.
Jager is absoluut een aanrader voor de liefhebber van Scandinavische thrillers, het is echter wel aan te bevelen eerst de voorgaande delen op volgorde te lezen. Wil je het verhaal en de bijbehorende context goed begrijpen, dan is dit een must. De titel Jager valt te herleiden uit het volgende stukje: ‘Konijnen zijn nerveuze dieren, ze kruipen in elkaar, zitten doodstil en hopen onzichtbaar te blijven, maar kunnen er niet tegen als de jager plotseling blijft staan om af te wachten. Door de stilte raken ze in paniek en dan zetten ze het op een lopen omdat ze denken dat ze gezien zijn.’