Over Willem van Hartskamp

Bibliofiel. Passie voor onderwijs. Fervent wandelaar.

Kok, Arie | Nachtmotet

nachtmotet-arie-kok‘Tulpen waren ’t rood en geel. Rondom, de hyacinten forsch van steel, de sombre bloemen donkerblauw getrost, hakhout op zode’ omsloot ze, zwaar bemost.’ (citaat uit Mei, Herman Gorter)

Met deze fraaie dichtregel uit het gedicht ‘Mei’ met de beroemd geworden openingszin ‘Een nieuwe lente en een nieuw geluid’ zitten we midden in de gebeurtenissen van de korte roman Nachtmotet. Nauwkeurig lezen doet vermoeden dat bloemen een belangrijk motief vormen. Arie Kok, die debuteerde met Morie, heeft een stilistisch meesterwerkje neergezet. Een prachtig geschreven verhaal dat de lezer stof tot nadenken geeft.

De lezer leert 2 bijzondere mensen kennen die beide wonen in Villa Bethel: Hannie Havergort en Gunther Schlossherr- Bruler. Twee negentigjarigen die hun levensavond doorbrengen, wonend naast elkaar. Elk met hun eigen verleden. Elk met hun eigen verhaal. Levend in afwisselend het heden en verleden. Een aantal bewoners van de Villa vindt die Duitser maar niks. Hij houdt er eigenzinnige zaken op na, waarvan pianospelen in de nacht de meest opvallende is. Buurvrouw Hannie is de enige die gebiologeerd raakt door het majestueuze pianospel (Fruhlingslied, Mendelssohn) van de oude man. Wanneer ze hem in de nacht bezoekt om hem ook aan te spreken op zijn spel (Iedereen slaapt toch op dit tijdstip!) raakt ze in een diep gesprek verwikkeld en komen er oorlogstrauma’s boven waar Gunther nooit over heeft gesproken. De pijn van de oude baas komt stevig binnen. Je voelt mee, je leeft mee.

Het verhaal leest vlot weg, de zinnen zijn kort, puntig. De dialogen tussen met name Hannie en Gunther zijn van een verbluffende schoonheid. Aan het eind van het verhaal zitten een aantal (pijnlijke) kippevelmomenten. De troost van klassieke muziek zoals de hoofdpersonages deze ervaren is intens. Muziek is kunst en kunst is muziek (Lieder ohne Worte, Mendelssohn) in dit literaire juweeltje van Arie Kok: ‘Langzaam zie ik Mendelssohn in beweging komen en schuin wegzakken. Even blijft hij hangen, alsof hij zich niet zomaar gewonnen wil geven, maar tenslotte capituleert hij. Met een bijl hakken ze hem in stukken, die ze achter in het autootje smijten. (…) De musicus in mij, voor wat ervan over was, zou nog een daad verrichten. Ik ga zijn muziek redden. Ik blijf hem spelen tot mijn laatste snik.’ De vraag blijft echter of Arie Kok er niet nog meer uitgehaald zou kunnen hebben, het is zo’n bescheiden roman.

Nachtmotet is een verhaal dat lang blijft nazinderen, zowel qua vorm als inhoud. Dat is de kracht van literatuur. Het eind van het verhaal is subliem: ‘(…) De eerste regendruppels vallen, het zijn grote druppels. De planken van het bankje worden gestaag donker. Ze begint te neuriën, eerst op ‘mmm’ en vanaf de tweede regel op ‘aah’. Een hemelse melodie.’

Moelands, Kim | De vrouw in de spiegel

De-vrouw-in-de-spiegel413x641November 2015. De uitreiking van de Hebban Awards. Winnaar in de categorie ‘beste thriller Nederlandstalig’ is het boek De vrouw in de spiegel van thrillerschrijfster Kim Moelands (1975). Na zelf tweemaal jurylid van de Gouden Strop te zijn geweest, mag ze nu zelf oogsten. Lof wel te verstaan! En eerlijk is eerlijk: ze heeft haar best gedaan.

Moelands heeft zich laten inspireren door een waargebeurde zaak. Echter, welke zaak is onbekend. Dat is jammer. Zuivelbedrijf Latté wordt afgeperst. Men heeft dreigbrieven ontvangen. Er vallen ook slachtoffers, een yoghurttoetje met spijkers en een pak vanillevla met gif erin doen hun werk. Brigadier Tess Westerhout zit bovenop de zaak. Ze komt op het spoor van Charlie Zwols, bijgenaamd de Rat. Hij zit echter in de gevangenis, maar ongetwijfeld reiken zijn tentakels ver. Het is een enge man, die veel weg heeft van dr. Hannibal Lecter uit The silence of the Lambs. Hij ziet haar dan ook als zijn ‘Clarice’. ( in de film gespeeld door Jodie Foster) Het lijkt erop dat Charlie de politie van dienst wil zijn, maar… hij wil er wel iets voor terug. De gesprekken die Tess en hij voeren zijn prachtige, gespannen dialogen. Wanneer blijkt dat de Rat wel erg veel weet over het privéleven van Tess neemt de spanning in het verhaal zienderogen toe. Ondertussen gaat de afperser gewoon door met zijn vernietigend werk. Tess moet samen met haar partner Vincent alle zeilen bijzetten om de afperser in de kraag te grijpen, Charlie Zwols in toom te houden en haar gespannen relatie met puberzoon Kevin te stabiliseren. Moelands heeft aan het eind van het verhaal nog een lading dynamiet klaar liggen om met een prachtig open einde te refereren aan deel 2. Kom maar op!

Moelands houdt zo op het eerste gezicht van sfeertekeningen: ‘De flat steekt spookachtig af tegen de nachtelijke hemel. (…) De zoete geur van een regenbui eerder die avond hangt nog in de lucht. In de struiken ligt het restant van een maaltijd van McDonald’s, op de stoep een paar half opgerookte sigaretten waar een dakloze binnenkort ongetwijfeld gretig zijn lippen omheen zal sluiten.’ Je voelt precies dat wat de schrijfster beoogt. Dat is een gave!

De plot is redelijk voorspelbaar. Een deel van de plot doet sterk denken aan buitenlandse thrillers met eenzelfde soort triest personage. (moet wel wat vaag blijven om niet alles te verklappen…) De geoefende thrillerlezer weet al vrij snel hoe de vork in de steel zit, desondanks klopt het verhaal, lopen de zinnen prima en is de schrijfstijl mooi, op een enkele vloek na.1 taalfout zat er maar in en dat is vandaag de dag eerder uitzondering dan regel. Moelands weet de spanning gedoseerd op te bouwen en een ‘grand finale’ neer te zetten. Dat maakt De vrouw in de spiegel uiteindelijk een puike thriller en een terechte winnaar van een award.

Borst, Hugo | Ma

HugoHet is liefde wat de klok slaat. Ma Borst en Hugo Borst: beide pareltjes aan een zeldzaam waardevolle ketting. In Ma beschrijft schrijver, columnist en bekend voetbalcriticus Hugo Borst het aftakelende leven van zijn moeder, Joke. Ma lijdt aan dementie. Na haar broer en zussen is zij aan de beurt. Wat ze lange tijd al vreesde, wordt bewaarheid: ‘(…) ma had beginnende alzheimer. Ik hoorde haar koelbloedig zeggen dat ze er niet vreemd van opkeek met vier zussen en een broer voor haar die dement waren geworden.’ Wekelijks vertelt Hugo in het Algemeen Dagblad zijn belevenissen met zijn moeder. Als mantelzorger verzorgt hij ma liefdevol, bijgestaan door zijn vrouw, broer en schoonzus. Dat het niet alleen maar kommer en kwel is met zijn moeder, mag duidelijk zijn in zijn korte columns. Hugo gaat dementie te lijf met zijn humoristische en bij vlagen cynische strijdpen.

‘Daar zitten we weer, ma in haar grijze stoel, ik op de zwartleren bank. Tijger ligt op een dekentje naast me. ‘Bakkie koffie, ma?’ ‘Neem jij ook?’ Als ik op bezoek ga bij ma, kijk ik uit naar de kopjes koffie die ik ga zetten. Het is het ritueel, denk ik. De koffie zelf kan het niet zijn.’

De columns die betrekking hebben op haar ziekte worden afgewisseld met herinneringen van Hugo aan vroeger. Ma wordt beschreven in de periode voor haar ziekzijn. Een prachtig portret schetst de auteur in en tussen de regels door. Zintuiglijke ervaringen weet hij op te roepen. Vol warmte en zeer integer geschreven. Beeldend ook: ‘Als mijn moeder had gevoetbald, was ze nooit op de vleugels terechtgekomen. Ze zou in de as hebben gespeeld met soms een zwenking naar links.’ Om even de politieke voorkeur van ma neer te zetten…

Wanneer het thuis niet langer meer gaat met ma, wordt ze opgenomen in een verpleeghuis, steevast Verpleeghuis genoemd, met een hoofdletter, liefkozend. ‘Linksom of rechtsom, ma’s lot is bezegeld. Ze gaat naar een verpleeghuis en dat is een opluchting, want de afgelopen weken – och, ze was zo verdrietig, gedesoriënteerd en angstig – waren een kwelling voor ma.’

Bij ma gaat de dementie verder: ‘Ik ben zo blij dat ma mij nog herkent. Ik kan me gewoon niet voorstellen dat ze mij op een dag vergeten is.’ (…) Maar meneer Alzheimer is een dominante eikel. Hij stookt de boel op in ma’s bovenkamer, gooit de boel in de war. En zo is mijn moeder plotseling hebzuchtig geworden.’ Dan weer heel zakelijk en nuchter, dan weer emotioneel en beladen, raakt Hugo Borst de lezer diep in zijn ziel. Ma Borst wordt onze collectieve moeder, voor even… Met veel charme en ingehouden verdriet en pijn weet de schrijver te vertellen over het opruimen van het appartement van ma, in het stille besef dat ze hier nooit meer terugkeert. Het dagelijks leven in het Verpleeghuis raakt. De oude moeder op bed, slapend, wegkwijnend, dan weer vol levenslust bij tijden, staat op je netvlies gebrand, mede dankzij de waanzinnig mooie close-ups van Ma (geportretteerd door Margi Geerlinks).

Waarom dit boek? Borst: ‘Door over haar te schrijven, bestaat ma nog: ze is niet afgeschreven, ook al is zij een afgeleide van de moeder van wie ik heel mijn leven hou. Ik heb het gevoel dat ik haar met deze stukjes trouw blijf.’

De bewondering voor de verzorg(st)ers in het Verpleeghuis is ‘Euromasthoog’. Met recht kan dan ook gezegd worden dat Ma meer is dan alleen een boek. Ma is een monument, een ‘living-statue’ voor alle verzorg(st)ers. Een monument voor alle (dementerende) Ma’s.

Eerder geplaatst op www.Hebban.nl

Dolen, van H.L. | Passie, intriges en politiek

56558_9789025307394_cvr‘De keizerinnen werden geacht over de volgende deugden te beschikken: grootmoedigheid, bescheidenheid, mededogen en voor alles zelfbeheersing. Fysieke schoonheid is onmisbaar. Wereldse ijdelheid moesten zij verwerpen, want ‘die leidde rechtstreeks naar de hel’.'(…)

Hein van Dolen beschrijft in een pakkend, handzaam formaat de levens van tien keizerinnen van het Byzantijnse rijk. 12 eeuwen vergeten geschiedenis… Vrouwen die zeer divers van aard zijn, van schoonheid, van daden, van regeringswijze, tja, eigenlijk in van alles verschillen. Opmerkelijk in deze geschiedbeschrijving is dat elk meisje in Constantinopel keizerin kon worden: ‘Zij konden geselecteerd worden via een zogeheten bruidsshow of schoonheidswedstrijd waardoor zelfs meisjes van geringe komaf een kans kregen om lid van het keizerlijk huis te worden.’ De talentenjachten van deze tijd zijn er niets bij.

De opbouw van het boekje dat zo’n 160 pagina’s beslaat is zeer helder. Een korte maar duidelijke inleiding plaatst het onderwerp van dit boekje in de tijd. De contouren van het Byzantijnse rijk en de plaats die de keizerinnen hier innamen wordt geschetst. Na deze introductie volgt een Vooraf.

Voor een goed begrip van dit boekje wordt hierin nader uitleg gegeven over de gebruiken van die tijd aan het hof, de functies van de koninklijke dames en de godsdienstige kwesties die destijds een rol speelden. Hierna volgen de tien persoonlijke portretten van de vrouwelijke regeerders. Toch bekruipt je het gevoel dat de intro en het Vooraf best samen hadden kunnen gaan in een langer voorwoord. Het voelt een beetje onhandig. Dat zegt tegelijkertijd iets over het gevoel tijdens lezing van dit boekje. Het leest niet prettig, de taal stokt. Het is dan ook geen smeuig verhaal maar eerder een opsomming van droge en minder droge feiten. In tien kleine portretten trekken de keizerinnen aan het geoefende lezersoog voorbij.

De auteur heeft veel gevoel voor historie maar weet dit niet voldoende over te brengen op de lezer. Dit boekje spreekt geen groot publiek aan. Het is taaie kost. Voor de echte historici zal dit boekje een aardigheidje zijn, misschien zelfs onderwerp voor nader onderzoek. De schrijver geeft nog wel spraakmakende titels mee aan de tiental portretten, zoals: de slecht befaamde Theophano, de hoogbegaafde Anna Komnena, de veelbesproken Theodora.

Een saillant detail uit het Vooraf laat zien dat sommige zaken echt van alle tijden en plaatsen zijn: ‘(…) en de zesde-eeuwse geschiedschrijver Prokopius (…) geeft ons nadere bijzonderheden over de hooligans. Hij vertelt hoe de fanatieke aanhangers hun baard en snor lieten staan en hun hoofdhaar van voren afschoren, terwijl ze het aan de achterkant onverzorgd lieten groeien. Zij hulden zich in gewaden met wijde pofmouwen die eigenlijk te opzichtig voor hun stand waren. (…)’ Tja, behalve de overeenkomsten zijn de verschillen met vandaag opzienbarend… en humoristisch!

Eerder geplaatst op www.hebban.nl

Munstermann, Hans | Mischa

Mischa Mp Cover M‘Toen de bel ging had Rosa Weber, zoals meestal, een goed humeur. Ze was vroeg opgestaan, had de ramen opengezet en een tijdje naar buiten gekeken.’ De openingszinnen van Mischa vormen de griezelige en paradoxale opmaat naar een verhaal dat zeer tragisch is, vol vragen zit en een gruwelijk verloop kent. De lezer maakt kennis met een oudere dame van 65 jaar, een keurig verzorgde vrouw waar niets op aan te merken valt. Wanneer de deur opengaat en de politie op de stoep staat, stort haar leven in. Haar oudste zoon, Christiaan, is door de politie gearresteerd. Hij wordt verdacht van het ontvoeren van het jongetje Mischa. Een zaak die het hele land heeft opgeschrikt. De media hebben het nergens anders meer over. Altijd gaat een dergelijke zaak aan jezelf voorbij, totdat het lot (?) jou treft. Als het blijkt te gaan om je bloedeigen zoon… Rosa gelooft het niet, kan en wil het niet geloven. Er moet een vergissing in het spel zijn. Naarmate de uren en dagen verstrijken stapelen de bewijzen zich op, alles wijst in de richting van Christiaan. Vanaf de eerste dag dat de dader is gearresteerd en Nederland beseft wie het is, gaat het bergafwaarts met de hoofdpersoon, Rosa Weber. (de moeder van…)

Rosa sluit zich meer en meer af van de buitenwereld. Ze durft niet meer de straat op. Ze verwaarloost zichzelf.  Ze kan hooguit terugvallen op haar andere zoon, Thomas en dochter Sabine. Maar wanneer die langzaam maar zeker het geloof in hun broer Christiaan opgeven en duidelijk wordt dat hij de dader is, zakt het leven van Rosa definitief als een kaartenhuis in elkaar. De liefde van de moeder voor haar zoon die in de gevangenis zit en in afwachting is van zijn rechtszaak, wordt hartverscheurend beschreven. In rijke, beeldende taal en over het algemeen in korte zinnen weergegeven, geeft de auteur Hans Munstermann blijk van een zeer invoelend, empathisch vermogen. Hij kruipt helemaal in de huid en de geest van Rosa.

Ondanks het feit dat je de dader kent, wil je weten of het echt zo is, hoe Christiaan het zo ver heeft kunnen laten komen, wat zijn motieven zijn en welke rol zijn moeder in dit alles speelt. Tot het einde toe blijft het ongewis, je voelt haast aan dat er ergens een wending komt, dat er een keer ten goede is. Rosa houdt ondanks haar vreselijke pijn, machteloosheid en verdriet, vast aan haar geloof: ‘Ieder mens moest een band hebben met een hogere kracht, anders kon je leven zomaar omvallen.’(…) ‘Ze prevelde onwillekeurig een regel uit de Bijbel. Liefde is lankmoedig, niet bitter. Temidden van wanorde en chaos en het modderen.’(…) ‘Ze had heel haar leven het geheim van haar geloof bij gedragen. Een breekbaar restant. Een scherf. Dat was blijkbaar haar ware geloof, dat ze niet liet vallen. Deze overgebleven scherf zou houvast bieden.’ Na lezing van Mischa zal blijken of Rosa daadwerkelijk rust en vrede vindt in haar geloof. De geestelijke en mentale strijd die hevig woedt in Rosa zorgt ervoor dat je vlot doorleest, op weg naar een even onvermijdelijk als onverbiddelijk einde.

Munstermann heeft zijn vakmanschap bewezen met Mischa. Een literaire thriller en een zinderende psychologische roman in een. Terecht dat dit boek genomineerd was voor de Gouden Boekenuil 2014.

 

Fitzek, Sebastian | Passagier 23

voorplat-Passagier23-BRO-DEFFitzek heeft zichzelf overtroffen. Wil je een spannende, onverwachtse, razendsnelle thriller? Dan krijg je er een! Wat een verhaal! Ontegenzeggelijk zal niemand meer normaal kunnen kijken naar een cruiseschip, laat staan een reis boeken op een dergelijk schip.

Martin Schwartz, politiepsycholoog in hart en nieren, leren we snel kennen als een keiharde agent die zichzelf niet spaart. Wanneer Schwartz een verrassend telefoontje krijgt van een voor hem onbekende bejaarde dame, gaan de alarmbellen rinkelen in zijn hoofd. Aan boord van cruiseschip Sultan of the Seas verdwijnen regelmatig mensen…spoorloos! Maar ‘hij had zichzelf gezworen nooit meer in zijn leven een voet op een cruiseschip te zetten. En al helemaal niet op dit schip.’ Jaren geleden verdwenen zijn vrouw en zoontje op dit schip tijdens een vakantietrip. Op volle zee. Wanneer Martin zijn principes opzij zet en scheep gaat op gewraakt cruiseschip ontmoet hij er een klein meisje met in haar handen de teddybeer van zijn zoontje. Een gruwelijk verhaal ontvouwt zich met de ene verrassende wending na de andere. Martin ontmoet bijzondere figuren die allemaal een waas van geheimzinnigheid om zich heen hebben hangen.

Fitzek weet als geen ander het meest ongeloofwaardige geloofwaardig te maken. Het brein achter de psychologische suspense weet de spanning er goed in te houden, bladzijde na bladzijde dendert door als een op hol geslagen trein. De karakters komen niet goed uit de verf, maar daar maalt niemand om. Als het verhaal maar goed is! Het boek begint met enkele citaten uit kranten waaruit blijkt dat er geregeld mensen verdwijnen aan boord van cruiseschepen. Fitzek onderbouwt zijn verzonnen verhaal met een super dankwoord: ‘Passagier 23 is een roman. Dat betekent: ik heb alles uit mijn duim gezogen. Dit is allemaal niet echt zo gebeurd. Maar zoals ik al een keer ergens anders heb gezegd: elke goede leugen heeft een kern van waarheid.’ Na een uitgebreid dankwoord dat zich laat lezen als een roman, eindigt het boek. Of toch niet?

Fitzek verweeft mooi proza met een vleugje humor, is af en toe cynisch en boeit door trefzekere, puntige zinnen. De lezer wordt voortdurend op het verkeerde been gezet. Dit boek sla je dicht met een diepe zucht en met een verbouwereerd gezicht wrijf je nog eenmaal over de prachtig uitgevoerde cover.

Otten, Almar | Jeugdzonde

Almar OttenZoek het verband: een evangelische presentator die wordt ontvoerd, Spinoza, het ‘Verboden Boek’, een vrouw die wordt gestalkt en de moord op een orthodox christelijke politicus. Even mixen, schudden, laten sudderen en je hebt een dijk van een verhaal: Jeugdzonde. Almar Otten bewijst met zijn derde thriller ,met Lineke Tesinga in de hoofdrol, dat hij een meester is in het bedenken van een haast waanzinnig plot. Nadeel: het is allemaal niet heel geloofwaardig. Voor wie het nog niet weet, Otten is de schrijver van twee andere spannende thrillers: De afstammeling (2012) en Blauw goud (2012). Kijkend naar de mooie voorkant (met dank aan Davy van der Elsken, omslagontwerp) zie je een verbrand document en twee afgebrande lucifers kruiselings (!) over elkaar heen. De symboliek spat ervan af. Alleen de intrigerende voorkant zet de thrillerlezer al in vuur en vlam.

De hoofdpersoon, Lineke, werkend in de Atheneumbibliotheek van Deventer, wordt geconfronteerd met een verdwenen document, een archiefstuk over Spinoza. Kort erop wordt ze gestalkt door een oud-klasgenoot en krijgt ze het enige exemplaar in handen van het ‘Verdwenen Boek’, een godslasterlijk manuscript uit haar middelbare schooltijd, geschreven door een onbekende. Lineke en vriendin Laura gaan op onderzoek uit. Ze stuiten op verschrikkingen en misdaden die geworteld zijn in het verleden van Lineke.

De opbouw van het boek heeft iets apocalyptisch. Het boek is verdeeld in een aantal delen met als titel: Openbaring (1 t/m 6) en het laatste deel: Genade. In een verantwoording en tevens woord van dank geeft Otten aan wat feit en fictie is. Boven de hoofdstukken staat telkens een tijdstip waarop het verhaal zich afspeelt, dit biedt de lezer structuur om het verhaal in de juiste context te kunnen plaatsen. Feit en fictie, heden en verleden wisselen elkaar af, zonder dat het vervelend wordt. Jammer dat de proloog die goed neergezet wordt, niet een duidelijk vervolg krijgt in de rest van het verhaal. Een belangrijke rol is weggelegd voor de joodse filosoof en atheïst Spinoza. Hij vormt uiteindelijk de rode draad door deze deels religieuze, deels historische, deels moderne thriller. Knap dat de lezer een intrigerende kijk in de ziel krijgt van de moordenaar zonder direct te verklappen wie de dader is. Ook staan er mooie citaten van Spinoza in het boek. Jammer dat er soms wat erotisch getinte passages in voorkomen en enkele minder fraaie woorden.

Domingo, Alfonso | De zwarte spiegel

9200000009921406Knap geconstrueerd en intrigerend, zo luidt het oordeel over De zwarte spiegel. Alfonso Domingo, journalist voor Spaanse kranten en tijdschriften, heeft een mooie prestatie geleverd. Het gebeurt dan ook niet dagelijks dat een Zuid-Europeaan een thriller schrijft over een van Neerlands bekendste schilders: Jeroen Bosch. (Is er überhaupt een thriller verschenen over Jeroen Bosch?)

Den Bosch, Parijs en Madrid zijn met elkaar verweven door een groot meesterwerk getiteld: Jona en de walvis. Dit raadselachtige schilderij, een drieluik bevat veel symboliek die verzamelaars eeuwenlang bezighoudt. Na Bosch’ dood wordt het kunststuk als verloren beschouwd. (Den Bosch, 1495) De Spaanse schilder Diaz is na de Burgeroorlog gevlucht uit Spanje. Hij ontmoet een mysterieuze man, die hem naar Amsterdam stuurt om in het geheim een kopie te maken van een paneel van Jeroen Bosch. Tijdens de Duitse bezetting lopen Diaz, zijn schilderwerk en zijn geliefde steeds meer gevaar. (Parijs, 1945) Conservator Carreno organiseert een Bosch- expeditie in het Prado te Madrid. Daar ontmoet hij de oude Diaz. Hij claimt het drieluik gezien te hebben in de oorlog en samen gaan ze op zoek naar het verdwenen schilderij. Maar het blijkt dat ze niet de enigen zijn op jacht naar Jona en de walvis. (Madrid, 2011)

In lange, prozaïsche volzinnen wordt de lezer deelgenoot van de zoektocht, de queeste naar het verdwenen schilderij. Ondertussen krijg je veel technische schilderkunstdetails mee, waar de gemiddelde kunstliefhebber en –kenner ongetwijfeld van zal smullen. Elk hoofdstuk begint met een prachtig motto, citaat of spreuk. De link met de inhoud van het hoofdstuk mag de lezer zelf leggen. Het boek zelf is ook een drieluik, het bestaat uit de volgende delen: Rechterpaneel, middenpaneel, Linkerpaneel. Een thriller waar je je hoofd bij moet gebruiken en een waarbij niet alle nagels tot op het bot hoeven te worden afgekloven. Het taalgebruik in het boek is van behoorlijk hoog niveau, lezen en herlezen van passages komt geregeld voor. Hierdoor bestaat de kans dat je niet in sneltreinvaart naar een zinderende ontknoping wordt gevoerd. De proloog bevat enkele stukjes die de lezer niet onthouden mogen worden: “Iedere roman is een alchemistisch werk, een waaier aan mogelijkheden en als alle onderdelen in elkaar passen, distilleert de athanor er de mogelijke steen der wijzen, het rubedo, uit.” “Er is niet een queeste, er zijn meerdere queestes. De taal is er een van, een cyclus in eeuwige beweging. (…) “Het drieluik wordt geopend, de kaarten worden geschud, de voortekens worden onthuld, de magiërs werken en de sterren ordenen zich.” Met gevoel voor taal beschrijft Domingo in vele hoofdstukken, afgewisseld met brieven van Jeroen Bosch, een onbekend stuk geschiedenis dat zijn doorwerking heeft op de levens van mensen in het heden. Dat er slordigheidsfoutjes voorkomen neemt men dan op de koop toe.

Dekker, Ted | Cirkel-serie

Cirkel‘Er is niets nieuws onder de zon (…) maar het houdt ons bij de les. Dat je iets niet kunt zien, betekent nog niet dat het niet bestaat. Ze keken elkaar aan en Kara knikte uiteindelijk. (…) Misschien is dit jouw boodschap voor jouw wereld.’

Groen, Zwart, Rood en Wit. De schrijver van de eeuwenoude strijd tussen goed en kwaad voltooit zijn meesterwerk. Wat maakt deze serie zo aantrekkelijk? Wat is fascinerend? Een zoektocht door het ultieme meesterwerk van Dekker.

Groen is het begin en tegelijk het einde van de Cirkelserie. Het leest als een cirkel. De lezer kan beginnen met Groen of als de serie reeds bekend is, eindigen met Groen. Alleen de titels zijn al fascinerend: de kleur van de titel vertoont volstrekt geen gelijkenis met de rest van de voorkant. De achtergrondkleur is de kleur van het voorgaande deel. Is het nog te volgen? De titels van de vier boeken geven haarfijn de symboliek weer van het voorliggende deel. Groen, Zwart, Rood en Wit bevatten respectievelijk de thema’s: nieuw leven of begin van het leven, de dood, verlossing door bloed, reiniging/heiliging/nieuw leven. De vraag wordt aan het begin van Groen dan ook logischerwijze gesteld door de uitgever: ‘Waar begint de Cirkel? De keuze is aan jou.’

Met de Cirkelserie heeft de lezer boeken in handen die je raken. Die je vastgrijpen. Die je beklemmen. Die je hart raken, die je doet snakken naar verlossing van je eigen pijn, nood, verdriet. De Cirkel laat je nooit meer los! Voor de onervaren Dekkerlezer is de serie absoluut even doorbijten. Maar wanneer je eenmaal je tanden erin hebt gezet, blijf je lezen en herlezen. Want dat ga je doen, herlezen. Niet omdat je het niet direct allemaal begrijpt, maar omdat je telkens weer met nieuwe inzichten wordt geconfronteerd. Ondanks het fantasy-achtige epos, dat enigszins doet denken aan de Donkere Torenserie van Stephen King, roept het verhaal veel herkenning op. De lezer zal zich zeker gaan identificeren met een van de hoofdpersonen en wordt emotioneel meegezogen in de gedachten, ervaringen, spirituele gebeurtenissen van de personages, de gevoelswereld en de buitengewoon intrigerende wezens in de boeken.

De Cirkelserie is een grote allegorie: die van leven met en zonder Jezus. Welke kant kies jij? De schrijver lijkt nadrukkelijk de eigen keuze voor of tegen Jezus neer te leggen bij de lezer. Maar, zo laat hij de hoofdpersoon Thomas zeggen: ‘De vrije wil van de mens lijkt altijd tot een ramp te leiden.’ Dit is fascinerend. De geoefende Dekkerlezer zal veel motieven en symboliek tegenkomen die terug te vinden zijn in andere boeken van de auteur, zoals Verboden (deel 1 uit de serie The book of Mortals). Het thema van de verlossing en vergeving, de strijd tegen de zonden, de overwinning op het kwaad zijn steeds terugkerende onderwerpen in Dekkers boeken. Een stuk herkenning en eenduidigheid in Dekkers oeuvre is niet verkeerd. Het kan de lezer helpen meer en beter zicht te krijgen op Bijbelse waarheden en waarden in het leven die er toe doen.

De Cirkelserie: vier boeken, twee werelden, een verhaal…Welkom in de Cirkel. Zo presenteert de serie zich op de flaptekst. Zoals was voorspeld door profeten, vernietigde in de eenentwintigste eeuw een Apocalyps de aarde. De Cirkel is nu een verlaten plek die zich al tien jaar moet redden zonder verlosser. Elyons volgelingen worden verscheurd door twijfel. Hoe kun je blijven geloven in een betere toekomst als de wereld om je heen een chaos is? Een pijnlijke ruzie(die duidelijke lijnen vertoont met de ruzie tussen koning David en zijn zoon Absalom in de Bijbel) loopt uit op een duistere oorlog en een wanhopige Thomas Hunter probeert de enige, ongrijpbare oplossing te vinden.

De geschiedenis van de wereld is opgetekend in de zogenaamde Boeken der Kronieken. Het verhaal begint in de toekomst. Resultaten behaald in de toekomst, bieden geen garantie voor het verleden is hier het devies. In de wereld van de Cirkel, een verre toekomstwereld, is wat ooit geestelijk en onzichtbaar was, nu fysiek en zichtbaar. Alles wat goed en kwaad was, kon je nu zien en voelen en aanraken en proeven. Maar met het verstrijken van de tijd sloot de mensheid haar ogen voor wat echt was en werd blind voor de krachten die haar omringden. ‘Open je ogen en je zult het zien…’ Zo krijgt de lezer oog voor de geestelijke strijd die de mens voert tegen de geestelijke boosheden in de lucht. De strijd gaat niet tussen vlees en bloed. (Efeze 6) Het kwaad in de mens wordt verbeeld in het verhaal door een fysiek virus, een ernstige huidziekte die het hele lichaam van de zondige mens buiten Jezus aantast. Je kunt er alleen van afkomen door te verdrinken in een van de rode meren van Elyon. Dan wordt je lichaam gereinigd van de besmetting en ben je een nieuwe schepping. De kunst van Dekker is, dat hij de lezer meeneemt de rode meren in en laat voelen wat het is om van een geestelijk dode een geestelijk levende te worden. Dat is knap gedaan. Dat is het verteltalent van Ted Dekker.

Groen is het begin van de serie? Na de serie helemaal gelezen te hebben, is het advies om dit deel echt als laatste te lezen. Begin met Zwart. Wanneer je begint met Groen, wordt er zoveel verteld en komen er zoveel namen langs zonder dat er expliciet vermeld wordt wie het zijn en wat voor functie ze hebben in het verhaal, dat het je duizelt. Groen veronderstelt ten diepste dat je de rest van de serie eerst gelezen hebt. Niet alles valt direct op zijn plaats, pas helemaal aan het eind begrijp je eigenlijk de strekking van dit deel en doet het je ademloos verder lezen in Zwart. Eenmaal in de achtbaan van de Cirkelserie gekomen, blijf je voortdurend over de kop gaan!

Dekkers schrijfstijl is beeldend: ‘Er was niets anders wat ertoe deed dan de hand vasthouden van degene die jou had gevormd met zijn adem.’ (…) ‘Omdat hij mens was, (…) en mensen over hun tekortkomingen struikelden alsof het te grote schoenen waren.’

Diepe gedachten die de lezer in filosofisch gepeins doet verzinken treffen we geregeld aan: ‘Absoluut goed en kwaad waren niet meer dan constructies die waren verzonnen door mensen die de behoefte hadden om hun dagelijks leven te begrijpen en te ordenen.’ In de namen van personen verweeft Dekker veel Bijbelse symboliek, zoals bij de volgende 3 namen: Ismael, Judin en Chrystin. (een verwijzing naar de 3 grote wereldgodsdiensten) Dit gebeurt soms expliciet. Dekker laat ook wel wat over aan de interpretatie van de lezer zelf en doet op verschillende plaatsen een beroep hierop.

Naast veel diepe waarheden en poëtische, sfeervolle, betekenisvolle uitspraken is de Cirkelserie evenals veel andere boeken van Dekker ook heerlijk leesvoer dat bol staat van de spanning, razendsnelle wendingen, ingenieuze plots en een goede, functionele dosering romantiek. Dit laatste aspect wil in een duo-schrijverschap nogal eens inboeten op de kwaliteit van het verhaal. Zowel de onervaren als de ervaren thrillerliefhebber zal bij Ted Dekkers ‘magnus opus’ zijn hart kunnen ophalen.

Baldacci, David | The Finisher

the finisherWanneer je denkt aan het genre fantasy en aan de doelgroep Young Adult (14+) doemt de naam van David Baldacci niet snel aan de leeshorizon op. De veelschrijver van zeer spannende en veel gelezen thrillers voor volwassenen waagt zich aan dit genre.  De conclusie luidt: schoenmaker blijf bij je (thriller)leest!

Aan ‘het jasje’ ligt het zeker niet. Een prachtig ogend boek neem je ter hand. Uitstraling heeft het zeker en een zekere ‘suspense’ straalt dit boek wel degelijk uit. Maar de vorm zegt in dit geval weinig over de inhoud.

‘Wat zou jij doen als je ontdekte dat alles waar je ooit in geloofde niet waar was? Wat als alles mogelijk was, zelfs het onmogelijke?’ De achterflap belooft veel goeds. Helaas worden deze vragen maar matig beantwoord. Gelukkig komt er dan ook een vervolg waar de lezer vast meer antwoorden krijgt, dan de vragen waar hij nu mee blijft zitten aan het eind van dit verhaal.

Vega Jane, de hoofdpersoon uit dit boek, is een meisje van 14 jaar. Ze is getuige van de ontsnapping van Quentin Hermes. Hij verdwijnt in het moeras. Wanneer blijkt dat hij een merkwaardige kaart voor Vega heeft achtergelaten, gaat zij op onderzoek uit. Hermes beschrijft in een geheimzinnig boek een wereld vol vreemde, mysterieuze wezens. Is er dan toch een andere wereld voorbij het moeras? Maar…er is nog nooit iemand teruggekeerd. Op zoek naar een beter leven dan dat ze nu leidt in het armoedige dorp Bitterbos en op jacht naar de ultieme waarheid die haar kan vrijmaken van de haar bekende wereld, waagt Vega zich met gevaar voor eigen leven in een vage zoektocht met vage mensen en wezens, meer mensen om zich heen verliezend dan dat ze wint.

De hamvraag is: wat bezielt Baldacci om een dergelijke ‘fantasystory’  voor jongeren te schrijven? En misschien nog wel belangrijker: zit de lezer nog wel te wachten op eenzelfde verhaal als The Hunger Games (Suzanne Collins) en Divergent/Insurgent (Veronica Roth)? Het lijkt een hype te zijn waar een beetje gerenommeerde auteur zich aan durft te wagen of zich eraan brandt…Het antwoord is minder spannend dan de vraag stellen…

Eerlijk is eerlijk, het boek kent een interessante ondertitel, mooie motto’s van Lewis Carroll en J.R.R. Tolkien en een van de auteur zelf waarin hij de lezer waarschuwt en ‘bedreigt’ en kent leuk gevonden hoofdstukaanduidingen met bijzondere titels. En toch…het verhaal komt zeer moeizaam op gang, is veelal voorspelbaar, kent verschillende vreemde karakters en benamingen (wat het lezen niet vergemakkelijkt in eerste instantie) en eindigt te abrupt. Pas echt op het eind kom je als lezer er goed in en leef je intens mee met Vega Jane. Het taalgebruik is ronduit slecht. Er staan veel vloeken in. Jongeren, de doelgroep immers, hoeven hier niet mee geconfronteerd te worden. Baldacci heeft een poging gedaan om een Narnia-achtige setting te creëren  en een spannend verhaal a la Harry Potter te schrijven, maar hierin is hij niet geslaagd. Baldacci is gewaarschuwd: schoenmaker, blijf bij je leest!