Over Jan Jaap Karsten

Schrijver in mijn dromen. Basisschooldirecteur. Ex-leraar Nederlands. Vader. Man. In omgekeerde volgorde. Denk ik.

Bakker, Gerbrand | De kapperszoon

Gerbrand Bakker - De kapperszoon omslagfoto

In 2022 verscheen het boek De kapperszoon van Gerbrand Bakker. Bakker kenmerkt zich door een veelheid aan schrijfactiviteiten, van etymologische woordenboeken tot beschouwende werken over de natuur. Maar inmiddels is De kapperszoon alweer zijn 5e roman, waar we inmiddels alweer 12 jaar op wachtten. Kunnen we ook best in 2023 nog met een recensie komen, zo meent boekenbloggenderwijs.

Het boek vertelt het verhaal van een enigszins vereenzaamde kapper. Hij heeft de zaak overgenomen van zijn grootvader, die zich nog wekelijks door hem laat knippen, terwijl hij ingehouden moppert dat hij het allemaal anders zou doen. De vader van de kapper is blijkbaar uit de lijn gevallen en gaandeweg het boek leren we hoe dat kan.

Vader is namelijk in het vliegtuig naar de Canarische eilanden gestapt. Het vliegtuig waarmee hij vliegt, verongelukt op Tenerife en alle passagiers komen om. Hier doet de feitelijke historie zijn intrede in deze roman, want het gaat om een ongeluk dat daadwerkelijk plaatsvond in 1977 en de luchtvaartwereld op z’n grondvesten deed schudden. De kapper gebruikt de tijd die hij over heeft (en die is veel, want hij heeft het liefst zo min mogelijk klanten) om zich te verdiepen in de gebeurtenissen en duikelt de nodige informatie op (die Bakker in z’n eerste nawoord ooit verantwoordt), tot aan interviews met de dochter van de piloot uit het Reformatorisch dagblad aan toe.

De opstelling van het verhaal is overzichtelijk: het boek valt uiteen in drie delen en vertelt over de naamloze kapper, zijn grootvader die hem stukje bij beetje verder inwijdt in de geheimen rond zijn vader en zijn bedillerige moeder die het gebeurde maar het liefst zo ver mogelijk van zich afhoudt. Samen leggen ze de weg af die nodig is om dichterbij het verleden te komen. De overige personages zijn passanten. Met uitzondering van de vader, waar vrijwel het hele tweede deel over gaat.

Het is een pakkend verhaal geworden, waarin de personages mooi worden neergezet. Het is mooi om te zien hoe de moeder oppervlakkig moppert, maar nooit onaardig is of tot zelfreflectie komt. De kapper zelf geeft zich emotioneel maar moeilijk en moet het op het vlak van de liefde hebben van avontuurtjes. En grootvader is een aardige man, die niet gewend is om zijn eigen emoties te duiken. En dat terwijl er zo’n groot vraagstuk in hun leven ligt. Het geeft een mooie spanning aan de roman.

De kapper gaat op zaterdag zijn moeder helpen met het begeleiden van ‘beperkte mensen’ in het zwembad, omdat haar vaste hulp Henny het vliegtuig heeft genomen naar, jawel, een Canarisch eiland. Bij dat zwemmen is ook een 14-jarige jongen aanwezig, waar de kapper nogal opgewonden van raakt. Hij probeert halfslachtig iets bij de jongen, maar het ketst af. In dit geval is het bijzonder dat de schrijver zichzelf de roman in schrijft, als klant van de kapper en bij gelegenheid ook als drinkmaat. Hij is de enige die met de kapper reflecteert op deze affaire. Moeder krijgt er wel iets van mee, maar gaat er – zoals te verwachten was – niet verder op in.

Op sommige momenten kijk je door de ‘bekleding’ heen en zie je teveel van het geraamte van het boek: dan voelt het in elkaar gezet. Met name het deel 2 en de uiteindelijke ontknoping van het boek praten de boel wel weer erg makkelijk rond. Maar het is al met al een boek waar je makkelijk in thuis raakt. De personages voelen dichtbij en de kapperszaak en het zwembad worden vertrouwde plekken. Dat kalme en het klein maken van een wereld kan Bakker als geen ander.

Alkema, Elise | Avé

Ave - Elise Alkema

–SPOILER ALERT OP VERZOEK VAN DE AUTEUR–

Avé, zo heet het boek en zo heet de hoofdpersoon van het boek. Dat roept de associatie op van een groet (vooral van de engelen die Maria ermee begroeten), maar het is ook een Latijnse meisjesnaam (die betekent `iemand die aanbeden is`). De naam die het meisje echter bij haar geboorte gekregen heeft, is Maria. Haar moeder vertikt het echter om haar zo te noemen, dus we leren haar vooral kennen als Avé.

Het verhaal is in grote lijnen gauw verteld: de vader en moeder van Avé zijn na een huwelijk vol onbegrip en verwijten uit elkaar gegaan en vader heeft zich uit het leven van Avé verwijderd. Het boek begint aan het sterfbed van de moeder van Avé, waar we Avé al zorgend voor haar moeder vinden. Ze heeft haar studie eraan gegeven om fulltime voor haar moeder te zorgen. Tegen wil en dank, zo blijkt, want moeder commandeert haar rond en Avé komt niet echt aan zichzelf toe. Op een avond is ze het zat en vertrekt ze midden in de nacht naar een bar in het dorp Ave-et-Auffe. Echt gezellig wordt het niet en als ze weer thuiskomt, wordt haar moeder net afgevoerd naar het ziekenhuis, waar ze overlijdt.

Op dat moment begint de zoektocht naar haar vader, die jaren geleden spoorslags is vertrokken, maar nog wel recht heeft op de helft van het huis. Via de testament-executeur krijgt ze het adres, waaruit blijkt dat vader in IJsland woont. Ze reist ernaartoe en die reis zal uiteindelijk het begin van de rest van haar leven blijken te zijn. Ze gaat er naartoe om haar moeilijke jeugd af te sluiten, maar ontmoet ook Jónar, die met al zijn goedmoedigheid en vrolijke geduld een bres weet te slaan in haar isolement.

Prima debuut

Elise Alkema positioneert haar personages in het boek behendig. Avé voelt zich bekneld door haar moeder, die een ronduit dominante persoon is. Tegelijk kiest Avé ook weer niet voor zichzelf. Haar vader blijkt al een even moeizame persoon om mee om te gaan, maar juist door zijn geslotenheid en moeite om tot reflecteren te komen. Jónar heeft juist de vasthoudendheid om in contact te blijven, juist als het moeilijk wordt. Het is in al deze contacten dat de figuur Avé een hart en een ziel krijgt. Daarnaast heeft Alkema een neusje voor aansprekende omgevingen: de Belgische Ardennen (waar haar jonge jaren zich afspelen) en IJsland zijn schitterende decors voor een roman. Met name IJsland weet Alkema goed te benutten als omgeving die het verhaal goed kan dragen.

Een prima debuut dus. Natuurlijk wordt ook wel duidelijk dat Alkema nog ruimte heeft om te groeien. De personages zijn soms wel wat vlak: moeder is eigenlijk alleen maar eigenwijs en dominant, vader alleen maar gesloten en op zichzelf. Op sommige momenten snak je naar een vriendelijk woord van vader, want zo bot kan een man toch niet zijn? Daarnaast blijven er ook best wat thema’s liggen: de schuldvraag rond haar moeders overlijden, of de naam die ze draagt.

Het tempo ligt best hoog in het boek en meestal is dat fijn, maar nu missen toch ook wel wat ankerpunten: de begrafenis van moeder bijvoorbeeld, daar worden pas halverwege het boek wat woorden aan gewijd. En het boek valt uiteen in twee delen: een deel van 40 pagina’s en een deel van 200 pagina’s. De vraag is wat die tweedeling oplevert voor het boek. Al met al maakt het dat het boek af en toe wat geconstrueerd aanvoelt, maar wat maakt het uit? Ik heb er een paar fijne uurtjes mee doorgebracht en ik schat in dat fans van Joke Verweerd ook hun hart zullen ophalen aan Elise Alkema’s eersteling.

Ng, Celeste – Kleine brandjes overal

Ng, Celeste - Kleine brandjes overal

Zo’n stad waarin het allemaal klopt: de straten zijn schoon, de huizen mooi, de tuinen verzorgd, de scholen uitstekend. Mensen doen hun werk, hun boodschappen en gaan vriendelijk met elkaar om. Wat kan er nu misgaan in zo’n perfecte omgeving. Maar zoals het ouder Romeinse rijk ons al heeft geleerd: als alles goed gaat, ligt decadentie op de loer. De roman Kleine brandjes overal van Celeste Ng is een prachtig eigentijds voorbeeld daarvan.

In het boek spelen enerzijds Mia en haar dochter Pearl, en anderzijds het gezin Richardson de hoofdrollen. Mia en Pearl komen in Shaker Heights wonen en huren een woning van mevrouw Richardson. Pearl gaat op school bij de kinderen Richardson en al snel ontstaan er vriendschappelijke banden tussen hen: Pearl wordt allereerst vrienden met Moody (waar Moody denkt dat het om verliefdheid gaat), Pearl wordt verliefd op Moody’s oudere broer en meidengek Trip, Lexie (ouder zus van Moody) neemt Pearl mee uit shoppen. En dan is er nog het jongste zusje Izzy. Ze ontmoeten elkaar na schooltijd vaak in huize Richardson.

Schitterend is het verhaal waarbij de kinderen in de deuren van alle lokalen van de school tandenstokers steken en zet vervolgens afbreken. Het gevolg is dat de deuren niet meer te openen zijn en er complete chaos ontstaat op school. De conciërge is een volle dag bezig om alle sloten weer werkend te krijgen.

Mia is kunstfotografe. Ze maakt experimentele foto’s en haar werk wordt gewaardeerd: afdrukken van haar foto’s worden goed verkocht. Toch is geld niet in overvloed aanwezig en als het gezin Richardson een nieuwe schoonmaakster zoekt, vinden ze die in Mia. Mia doet haar werk meestal als er niemand thuis is, maar komt toch regelmatig in contact met Lizzy. Mia is rustig en wijs en bouwt een goede band op met haar, mede ook door het gegeven dat Lizzy en haar moeder juist niet zo’n goede band hebben.

Al die contacten, relaties en belangen, dat is een recept voor drama. Zonder veel weg te geven: Mia blijkt een verleden te hebben, waar Pearl uiteindelijk uit voortgekomen is. Mia heeft een vriendin die in paniek haar kind te vondeling heeft gelegd. Mevrouw Richardson is juist iemand die van zichzelf vindt dat ze van goede komaf is en bouwt aan een ideaal gezin. Ze is bevriend met een mevrouw die een adoptief kind dreigt te verliezen. In een rechtszaak die speelt komen Mia en mevrouw Richardson lijnrecht tegenover elkaar te staan. De rommeligheid van het leven tegenover het maakbare bestaan.

Kleine brandjes overal thematiseert op briljante wijze het de vraag in hoeverre we het leven naar onze hand kunnen zetten, waarbij de vraag of bemiddelden daarin meer mogelijkheden hebben dan armen nadrukkelijk meespeelt. Hoever kun je als liefhebbende ouder gaan om het leven van je kind richting te geven? Ben je als mens de baas over het al of niet doorgaan van een nieuw leven? Het boek is afwisselend ontroerend, hilarisch, absurd, scherp en spannend. Het houdt een mooie spiegel op voor de postmoderne mens die denkt het allemaal te weten en te kunnen en laat zien wat voor potje we er soms van maken.

Modderkolk, Huib | Het is oorlog, maar niemand die het ziet

Het moet erg bevredigend zijn om na jarenlang netwerken, praten, onderzoeken en stukjes publiceren tenslotte zo goed ingevoerd te zijn, dat je soms meer weet dan de inlichtingendiensten willen. Zo is het met Modderkolk gegaan. Het maakt hem ook weer interessant voor deze diensten, waardoor er een wisselwerking ontstaat waar beide partijen er beter van worden. Hij publiceerde al jaren in verschillende kranten over dossiers omtrent online veiligheid, In zijn boek zet hij een en ander op een rij.

Het boek geeft een schokkend inzicht in hoeveel macht er eigenlijk voor het grijpen ligt. Wie weet in te breken in de systemen van instanties waar een natie veel vertrouwen in heeft (bijvoorbeeld een partij die paspoorten vervaardigt of een nationaal telecombedrijf), kan bijzonder veel teweeg brengen. Deze partijen beseffen hun kwetsbare positie meestal goed en zijn in een voortdurende beveiligingswedloop verwikkeld met hackers die hen voortdurend bestoken met aanvallen op hun systemen. Soms zijn partijen niet zo goed wakker en gaan er zaken goed mis.

Modderkolk is zo goed ingevoerd in de materie dat hij verschillende zaken uit de eerste hand kan beschrijven. Dat maakt mij als lezer, die toch eigenlijk vrij achteloos over het web surft en een blogje bijhoudt, behoorlijk bezorgd. Blijkbaar is elke schakel in de keten van mijn computer tot de computer waar ik contact mee heb kwetsbaar. En dat is een behoorlijke rij apparaten, verbindingsstations en kabels, zo blijkt.

Bezorgd

Nu kan ik me natuurlijk zorgen maken over mijn fotootjes in de cloud, of mijn bankgegevens, maar dat is feitelijk klein bier. Het wordt spannender als je bedenkt dat er landen online met elkaar aan het vechten zijn en er daadwerkelijk oorlogen uitgevochten worden.

En zoals er aan de kant van de gebruikers grote en kleine partijen zijn, zo is dat ook aan de kant van de aanvallers. Modderkolk vertelt verhalen over eenzame nerds op zolderkamers die op avontuur gaan in de systemen van grote multinationals, maar ook over hackgroepen in Rusland die angstwekkend dicht bij het Kremlin gevestigd zitten. En dan te bedenken dat hij niet alles heeft verteld, domweg omdat het niet mocht van de AIVD.

Het boek geeft inzicht in de wereld van het hacken met een enorme rij aan kleine en grote voorbeelden die laat zien hoe hacken in zijn werk gaat en hoe dichtbij dat eigenlijk komen kan. Anderzijds geeft het boek een mooi inzicht in het werk van een onderzoeksjournalist die steeds maar spoortjes blijft volgen en in contact probeert te komen met de juiste mensen op zoek naar nieuwe informatie. Zeer lezenswaardig voor iedereen die wel iets met computers doet, al was het alleen maar om bewust te worden van het feit dat alles wat je online doet kwetsbaar is.

Waterdrinker, Pieter | De rat van Amsterdam

Het lijkt een hecht gezin dat op pad gaat vanuit Letland naar Israël. Ze komen niet ver, in Amsterdam strandt het gezelschap. Samen dragen ze het verdriet van een dochter en zus die overleed, hoewel iedereen dat op een andere manier een plek geeft. Moeder kan niet loslaten en blijft zich verzetten tegen het leven dat voor haar ligt. Vader, in Riga nog een intellectueel maar in het buitenland de zoveelste vluchteling, wil een groots en meeslepend leven en grijpt waar hij kan zijn kansen. De zoon, hoofdpersoon van dit verhaal, zit er tussenin en leert de fijne kneepjes van het als liefdadigheid verpakte kapitalisme.

In een lange aanloop vertelt Pieter Waterdrinker hoe Ruben Katz opgroeit in Amsterdam. Hij is razend intelligent, bijzonder goed in talen en aangezien vader heeft gelogen dat ze Joods zijn, krijgt hij een plekje op het Spinoza lyceum alwaar hij functioneert als een soort excuus-leerling die door de schoolleiding wordt gekoesterd. In zijn klas zit ook Phaedra, waar Ruben een onuitgesproken verliefdheid voor opvat. Jarenlang aanbidt hij haar en fantaseert hij over haar, zonder dat hij tot actie overgaat.

Het hele verhaal wordt door Ruben zelf opgetekend terwijl hij in de gevangenis zit. Zijn relaas is doorspekt met nogal opschepperige verhalen over zijn seksuele ontwikkeling. Het feit dat hij naar eigen zeggen nogal groot geschapen is, maakt hem aantrekkelijk voor een vrouw met invloed en via haar komt hij te werken op het hoofdkantoor van een charitatieve loterij. Eenmaal daar binnen leert hij dat de hele loterij slechts het voertuig is voor de zelfverrijking van de oprichters ervan. Hij leert hoe hij met taal zaken die slecht zijn goed kan verkopen en zo geld uit de zak van goedgelovige mensen weet te kloppen. Hij wordt een rat met de ratten.

Op enig moment zoekt Phaedra contact met hem, wat leidt tot een kortstondige relatie. De eigenaar van de loterij is – toevallig – ook nog eens de vader van Phaedra. Dat zorgt voor de nodige moeilijkheden (zevenmijlslaarzensamenvatting: Ruben wordt ontslagen, raakt betrokken bij een andere charitatieve organisatie waar ook Phaedra bij betrokken is, gaat op missie naar Rusland, dat gaat loopt uit de hand, hij wordt beschuldigd van samenzwering en wordt uitgeleverd), en zo belandt Ruben uiteindelijk in de gevangenis.

Alles met alles is het een wonderlijke vertelling. Er zitten weinig saaie momenten in het verhaal, het leven van Ruben is een aaneenschakeling van hoogte- en dieptepunten. Het lijkt erop dat Waterdrinker de harteloosheid, de oppervlakkigheid, de ijdelheid en zelfverrijking van de Amsterdamse grachtengordelweldoeners aan de kaak wil stellen en daar een verhaal bij heeft willen verzinnen. Ik heb nog niet eens verteld over gezochte slot. Niet gehinderd door realiteitszin kletst hij alle verwikkelingen aan elkaar en geeft hij de elite er in schitterend proza van langs. Dat leest misschien wel lekker, maar als je het boek uithebt, ben je er als lezer niks wijzer van geworden dan de wetenschap dat Waterdrinker boos is op de grachtengordel. Erg teleurstellend, na het informatieve Tjaikovskistraat 40

Waterdrinker, Pieter | Tsjaikovskistraat 40

Pieter Waterdrinker - Tsjaikovskistraat 40

Pieter Waterdrinker heeft een ronduit bijzonder leven geleid. In het boek Tsjaikovskistraat 40 doet hij er verslag van. Daarbij vindt hij steeds in zijn leven en de plaatsen die hij bezoekt aanleiding om iets over de Russische geschiedenis te delen, zowel de nabije geschiedenis als de tijden daarvoor.

Een christen benadert Pieter Waterdrinker een dag met een missie: er moeten zevenduizend bijbels naar Rusland worden gesmokkeld. Omdat Pieter wel eens in Rusland is geweest, is hij de ideale kandidaat om de bijbels naar hun uiteindelijke bestemming te begeleiden. Het is het begin van een enorme aaneenschakeling van gebeurtenissen.

Pieter gaat inderdaad naar Rusland. Hij komt in aanraking met een Russische handelaar die de bijbels in ontvangst neemt en ze in de zwarte handel brengt. Via hem komt hij in aanraking met een Nederlander die reizen organiseert hem als agent in Rusland in dienst neemt. Ze verzorgen niet alleen reizen, maar ook handelen ook in goederen die in Rusland schaars zijn. Het brengt Pieter op de meest bijzondere en schimmige plekken van Rusland. Het brengt hem in contact met bijzonder kleurrijke mensen, die op creatieve wijze hun weg banen door de kansen die het uiteenvallende Rusland bood.

Maar het brengt hem ook in contact met Julia, op wie hij verliefd raakt. Hij trouwt met haar en brengt de rest van zijn leven met haar door, deels in Nederland en deels in Rusland. Aan haar draagt hij het boek ook op.

De liefde voor Julie en Rusland

Het boek geeft een enerzijds romantisch beeld van het wilde westen dat Rusland zeker ook is of is geweest. Maar Waterdrinker stelt herhaaldelijk dat hij de fictie voorbij is: alles is waar. Waterdrinker vertelt kleurrijk. Hij beschikt over een vocabulaire dat menig schrijver jaloers zal maken. Hij hakt zinnen uit de rotsen van de literatuur die zeer de moeite waard zijn. Ook mensen met een beetje avontuur in hun bloed zullen dit boek zeker waarderen. Tegelijk is het ook onvoorstelbaar wat er allemaal kan gebeuren als de spelregels niet helemaal duidelijk zijn en het vooral ieder voor zich is. Alles is doordrenkt met alcohol en seks is niet uit het decor weg te denken (hoewel het nergens plastisch wordt). Verschillende contacten van Waterdrinker komen door geweld om het leven.

De historische kant van Rusland komt fragmentarisch aan de orde. In het kort komen de hoogtepunten even langs, die Waterdrinker allemaal behendig aan zijn eigen leven weet te knopen. Al met al is het een eerlijk boek, hoewel Pieter zichzelf als een wat naïevige minkukel afschildert. Het leven overkomt hem: ‘deze wereld wordt geregeerd door willekeur.’ Hij is niet hard genoeg om het echt te maken in de zwarte handel, hij wil zijn handen wel een beetje maar niet echt vies maken, hij mist het gogme om op beslissende momenten echt een slag te slaan. Ook in de literatuur omschrijft hij zichzelf als een schrijver die de hele tijd juist buiten het lucratieve net vist. Het is de liefde voor Julia en voor Rusland die voor mij boven komt drijven en die het boek de moeite waard maken.

Wieringa, Tommy | Totdat het voorbij is

tommy Wieringa - totdat het voorbij is

Tommy Wieringa kan mij als geen ander laten voelen. Ik heb genoten van De heilige Rita, waarin hij het thema ouder-kind al verkent. Hoewel dat een toch wel bijzondere vertelling is, komen ook daarin de oergevoelens als liefde, loyaliteit, verraad en binding(angst) al aan de oppervlakte. In het verhalenbundeltje Totdat het voorbij is, deelt Wieringa vanuit zijn persoonlijke leven gedachten, gesprekjes en ervaringen omtrent zijn dochters en zijn vaderzijn.

Het bundeltje kent 23 verhaaltjes van 2 à 3 pagina’s. Hoewel het boek dus qua omvang niet veel voorstelt, zijn de verhalen stuk voor stuk pareltjes. Heel vaak zijn ze uit het leven gegrepen. Zo bepaalt het eerste verhaal (over het moment waarop hij de geboorte van zijn tweede dochter op het gemeentehuis gaat melden) de lezer bij vergankelijkheid. De beambte wijst hem erop dat hij een goede pen moet gebruiken: ‘Als uw dochter over tachtig jaar het geboortebewijs opvraagt, is het net of u niet hebt ondertekend.’ ‘Ik denk aan de manuscripten die ik afstond aan het letterkundig museum, alles vulpeninkt, niks scripta manent. Als mijn dochter oud is en ik dood, zal het zijn of ze niet geschreven werden.’

Vrijwel alle verhaaltjes zijn zo opgebouwd. Hij begint met een anekdote, die van alles kan zijn. Soms een herinnering, soms iets wat zijn dochters zeggen (die de gewoonte ontwikkelden om namen van schrijvers als scheldwoord te gebruiken: ‘Hou je Steinbeck!’), soms een ontmoeting (de zelfspot over zijn ontmoeting met Möring is hilarisch) en soms een observatie.

Bijzonder raakte mij het verhaal over het verschil tussen moeder en vader, waarin hij citeert uit het werk van Knausgård. ‘”Ik heb altijd geweten dat ze meer van haar hielden dan van mij, of met een grotere intensiteit. Ze was warmer en gepassioneerder dan ik en gaf ze iets wat ik ze niet kon geven. Maar ze hadden mij ook nodig, want als ik thuiskwam na weg te zijn geweest, was het alsof er iets tot rust kwam in hen en in het huis, alsof mijn aanwezigheid een soort evenwicht schiep in hun bestaan.” Ik heb me daarbij neer gelegd: eerst de moeder en pas veel later de vader. Een gezin zonder moeder heb ik altijd als iets tragisch ervaren, als iets waar het wezenlijke aan ontbreekt. Een hart. Een gezin zonder vader kan misschien lastig zijn, onpraktisch als het ware, maar meer ook niet; het is een overkomenlijk probleem.

Deze, maar ook andere opmerkingen die Wieringa maakt, zorgen ervoor dat het boek gaat over oergevoelens: die van het vader worden en de veranderde kijk op het leven die dat met zich meebrengt. Ik ga een doos van deze boekjes aanschaffen en ik beloof iedere aanstaande vader in mijn omgeving bij dezen een exemplaar.

John, Sally en Gary Smalley | Claire’s hartenkreet

Claires hartenkreet - Sally John en Gary Smalley

Na drie boeken weggelegd te hebben zonder de eindstreep te hebben bereikt, was Claire’s hartenkreet een verademing. Deze eerste roman in de serie ‘Veilige havens’ van Sally John en Gary Smalley pakt vanaf het begin. Gary Smalley is een bekende expert op het gebied van huwelijk en gezin. Sally John heeft meerdere boeken op haar naam staan. Samen zijn ze een goed schrijfduo. 

De flaptekst van het boek zegt: Een ongeopend cadeau. Een verbroken gelofte. Een tragische brand. Soms zijn wonden zo diep dat zelfs de tijd ze niet kan helen. Max en Claire Beamont lijken een uitstekend huwelijk te hebben. Ze wonen in een schitterend huis, hebben leuke kinderen en alles wat hun hart maar kan begeren. Ondanks de perfecte buitenkant borrelt het in het leven van Claire. Schijn bedriegt en haar vrede verdwijnt.
Als hun levens steeds verder in de knoop raken, komen diepe behoeften en pijnen aan de oppervlakte. Niet alleen wonden tussen man en vrouw, maar ook familie wonden. Zal een tijd van zelfonderzoek en conflict hen dichter bij elkaar brengen – of zal hun huwelijk stranden? Het lijkt vreemd om je huis te verlaten als je op zoek bent naar een veilige haven. Toch is dit het waar de reis begint… zeker als er genezing moet plaatsvinden.

Het boek pakte mij door de prettige schrijfstijl. Er zit snelheid in het verhaal, veel dialogen en korte hoofdstukken – erg handig als je bijvoorbeeld door een kind in huis snel gestoord wordt tijdens het lezen. De situaties die beschreven worden zijn in meer of mindere mate herkenbaar, het gaat over het dagelijkse leven in een gezin en een huwelijk. En wat is het fijn om te leren van de omstandigheden van anderen, zonder er zelf op die manier doorheen te moeten. We maken allemaal genoeg dingen mee in het leven om een of meerdere lessen mee te nemen uit het verhaal. Ik vind het heerlijk om door het lezen van een roman – wat in eerste instantie ontspanning voor mij is – levenslessen te krijgen en te lezen over de grootheid van God. 

Wil je een literair, eigentijds en diepgaand verhaal, dan moet je Claire’s hartenkreet laten liggen. Wil je echter een laagdrempelig verhaal dat makkelijk wegleest, maar ook mooie levenslessen bevat? Schrijf dan dit boek op je verlanglijst! Veel leesplezier! 

Ellory, R.J. | Broedertwist

Broedertwist -Ellory

Een goed boek schrijven is één ding. Dat Ellory dat kan, wisten we al sinds Een stil geloof in engelen en Een volmaakte vendetta. Nu is er het nieuwste boek van Ellory: Broedertwist, waarmee Ellory aantoont dat hij het niveau heel hoog weet te houden.

Broedertwist begint eigenlijk helemaal niet als een thriller. We maken kennis met het gezin Riggs, dat een heel normaal gezin lijkt. Het enige wat een beetje moeizaam gaat, is dat vader Riggs moeite heeft zijn vaderrol goed te pakken ten opzichte van zijn oudste zoon Carson, maar dat trekt bij op het moment dat er een tweede zoon, Evan, geboren wordt. Toch is dan het zaadje gelegd voor een enorm conflict met grote gevolgen.

Maar toen leek het of de duivel neerdaalde in Calvary. Met een hoed en een jas en een scheve glimlach kwam hij aangewaaid van achter het Stockton Plateau en de rivier de Pecos en een duister kwaad wandelde het leven van William en Grace Riggs binnen.

Het tweede verhaal dat oorspronkelijk nog niet met het eerste te maken heeft, is het verhaal van Henry Quinn, die een begaafd gitarist en zanger is. In een bui van verveling drinkt hij een paar biertjes, probeert het huisgeweer en schiet onbewust door de schutting zijn buurmeisje in haar hals. Hij is net achttien geworden en wordt veroordeeld tot 3 jaar cel.

In de gevangenis komt hij echter Evan Riggs tegen, die als een mentor voor hem is. Hij zit levenslang voor moord, maar Henry leert hem kennen als een redelijke en betrouwbare man. Ze praten veel over muziek en als Henry’s tijd erop zit, heeft Evan een verzoek: breng een brief aan mijn dochter, die opgevoed wordt door mijn broer.

Belofte maakt schuld

Henry belooft het en hij neemt zijn belofte serieus. Nadat hij zijn moeder heeft opgezocht, kondigt hij al snel aan af te reizen naar het stadje waar Carson sheriff is. Daar wordt hij allesbehalve vriendelijk ontvangen. Carson beweert nergens van te weten en maakt Henry duidelijk zich er niet mee te bemoeien. Maar beloofd is beloofd en Henry gaat, geholpen door een vriendin die hij maakt, op zoek naar andere manieren om de dochter in kwestie te vinden. Stukje bij beetje ontrafelt hij een duistere familiegeschiedenis, die een heel dorp al jaren in de greep houdt.

Het boek is een echte Ellory: de personages zijn fantastisch beschreven, de dialogen zijn heerlijk scherp en na een hoofdstukje lezen ben je helemaal in Texaanse sferen, met de stoffige wegen, de lege vlakten en de veranda’s. Ellory kan je als geen andere het verhaal intrekken. Hij maakt de personages tot jouw vrienden, hij maakt de zoektocht jouw zoektocht en het stadje jouw stadje.

Qua thematiek doet het boek enigszins denken aan de film Legends of the Fall: ruziënde broers om een meisje. Ellory geeft wel degelijk een heel eigen draai aan het verhaal, maar de sfeer tussen jaloerse broers is uitermate herkenbaar. Ook heel overdraagbaar trouwens: het is het soort klein leed dat, als de kaarten verkeerd geschud zijn, zomaar kan uitlopen op een gruwelijk drama.

Kagge, Erling | Het plezier van wandelen

Erling Kagge - Het plezier van wandelen

Ik ben nogal een wandelaar. Menig uurtje heb ik met medeblogger Willem van Hartskamp wandelend doorgebracht. Ik denk zelfs dat wanneer je het zou onderzoeken de combinatie van de hobby’s wandelen en lezen een veel voorkomende zou zijn. Het zijn allebei een soort ‘trage’ activiteiten, die veel tijd kosten, maar waarbij de voldoening erg diep is. Voor mij dus wel een soort logisch dat de Erling Kagge, auteur van het boek Het plezier van Wandelen, uitgever is.

Erling Kagge beschrijft in het boekje de voordelen van wandelen. Hij onderbouwt die met zijn eigen ervaringen. Hij wandelt ontzettend veel, met als extreemste locatie de riolen van New York. Daarnaast strooit hij met quotes van grote schrijvers. Ik citeer even een willekeurige, over Maurice Merleau-Ponty, Immanuel Kant en Descartes:

Sommige mensen doen aan vasten, meditatie, ze nemen een pilletje of ze bidden om deze toestand te bereiken; bij mij gebeurt het tijdens het lopen. De filosoof Immanuel Kamt, die elke middag om halfvier graag een korte wandeling maakte, hield zich in zijn boek ‘Dromen’ bezig met dezelfde materie – en inspireerde daarmee weer Merleau-Ponty. Als we proberen te beschrijven waar de ziel is, zouden we moeten zeggen: ‘Waar ik voel, daar ben ik. Ik ben net zoveel aanwezig in mijn vingertoppen als in mijn hoofd (…) mijn ziel is volledig aanwezig in mijn hele lichaam en volledig aanwezig in elk van zijn onderdelen.’ Een praktisch ‘ik loop’ komt voort uit het ‘ik denk’ van Descartes.

Wat goed is komt langzaam

Het boekje ademt een sfeer van terug naar de basis, slow living, good things take time. Dat is een gevoel wat ik steeds vaker tegenkom in boeken, gesprekken, vakantiekeuzes enzovoort. Veel mensen ervaren de hectiek van het leven in de 21ste eeuw als een last en burnout wordt een volksziekte genoemd. Wandelen, zo stelt Erling Kagge, biedt een gezond tegenwicht.

Om vrij te kunnen zijn zouden mensen, zoals Heidegger benadrukt, bereid moeten zijn om moeite te doen. Als je kiest voor de weg van de minste weerstand, zal het alternatief dat de minste problemen met zich meebrengt altijd voorrang krijgen. Je keuzes liggen vast en je leeft niet alleen een onvrij, maar ook een saai leven. In het leven draait alles zo vaak om snelheid. Lopen gaat langzaam. Het is daardoor een van de radicaalste dingen die je kunt doen.

Het boekje is dus een steun in de rug voor wie wel eens moet verantwoorden waarom hij tijd in wandelen steekt. En een motivatie voor iedereen die er wel zin in heeft maar zich er de tijd niet voor gunt. Het boekje gaat wel erg ver: zo’n beetje het hele leven wordt met wandelen verklaard, bijna elk probleem kun je met wandelen oplossen. Dat lijkt mij niet reëel, maar daar wordt het boekje niet minder aantrekkelijk door.