Kleyn, Matthijs | Ik zie je

Matthijs Kleyn - Ik zie jeHet was even stil rond televisiemaker Matthijs Kleyn sinds zijn debuutroman Vita in 2011, maar hij is weer terug. Dit keer weer met een roman over liefde, maar ook over vergeten, herinneren, aantrekken en afstoten. “Als je van een relatie verlangt dat die je rust brengt, loop je het risico te berusten in iets wat je onrustig maakt. Want als zij me die rust brengt, heeft zij ook de macht om die van me af te pakken.”

Deze quote komt van Fender, de hoofdpersoon van het boek. Fenders leven bestaat uit films en Elvis. Hij runt tegen beter weten in een videotheek en is ervan overtuigt dat Elvis nog leeft. Dat verandert als Lisa in zijn leven komt, een bloedmooi maar ongrijpbaar meisje. Ze leren elkaar kennen door een smsje van drie woorden: ik zie je. Lisa trekt meteen bij Fender in en zet zijn wereld – uiteraard- volledig op z’n kop.

Ze neemt naast liefde namelijk meer mee: drugs, vrienden, feesten en gekkigheid. Terwijl Fender het liefst een teruggetrokken bestaan leeft, wil zij alles uit het leven halen. In hun stormachtige relatie sleept ze Fender overal mee naartoe. Hij wil echter het liefst niks te maken hebben met die wereld waar Lisa steeds weer naartoe vlucht.

Hoewel sommige mensen de relatie tussen Fender en Lisa zouden omschrijven als gepassioneerd, komt het in mijn ogen meer over als ziekelijk. Ik heb mijn best gedaan, maar tussen Fender en Lisa heb ik geen echte liefde kunnen ontdekken. Wel zag ik vooral twee verdwaalde tegenpolen die nog onvolwassen zijn in een volwassen wereld. Fender komt door zijn onzekerheid in een relatie die hem van kwaad naar erger brengt. Lisa biedt liefde aan in ruil voor huisvesting, voedsel, geld en seks. Over dat laatste gesproken, het boek staat vol van (rauwe) seks en porno. Dit alles op een manier die weinig te maken heeft met echte liefde.

Het einde van het boek is erg verwarrend en chaotisch. Als lezer krijg je het gevoel dat je een stuk hebt overgeslagen. De verrassende wending die het einde bevat, komt hierdoor niet helemaal uit de verf. De auteur had zich beter kunnen focussen op de omgang van beiden met familie, want daar zit nog een hele diepe laag achter, waar we nu maar een glimp van krijgen te zien.

Hickham, Homer | Albert moet naar huis

Albert moet naar huis - Homer HickamHet zijn de zware jaren van de Grote Depressie in Amerika. Een jong stel besluit een roadtrip te maken van West-Virginia naar Orlando. In de auto zitten de net getrouwde Homer en Elsie, Albert en een haan waarvan niemand snapt wat ‘ie er doet. So far, so good? Inderdaad, maar Albert is een alligator, en Elsie houdt meer van hem dan van Homer. Op een dag is Homer het zat, en besluiten ze de alligator naar Florida te brengen, waar hij thuishoort.

Onderweg beleven ze tientallen avonturen, net zoals De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween. Ze blazen een fabriek op, zijn betrokken bij smokkelingen op zee en overleven ternauwernood een tornado. Ze raken vaak van het rechte pad, maar dat gebeurt nou eenmaal als je een alligator op de achterbank van je zwarte Buick hebt.
De roadtrip van Homer en Elsie gaat echter over veel meer dan een alligator thuisbrengen. Tussen de gebeurtenissen door lees je over liefde, verlangen, hoop en acceptatie. Acceptatie dat het lot (in het boek kismet genoemd) je leven bepaalt. Dat is namelijk nogal een dingetje bij Elsie.

Schrijver Homer Hickham is de zoon van Homer en Elsie. ‘Dit boek is een familielegende waarvan ik graag zeg dat alles waar is behalve die delen die niet waar zijn en die toch ook waar zijn. Ik wilde laten zien hoe en waarom mijn ouders 60 jaar bij elkaar bleven terwijl ze het bijna nooit met elkaar eens waren.’

Albert moet naar huis is vergelijkbaar met de boeken van Jonas Jonasson. Ze zijn luchtig, grappig en on the road. En ook Homer en Elsie ontmoeten onderweg belangrijke historische figuren, zoals de schrijvers John Steinbeck en Ernest Hemingway. Het lukt Hickham om ongeloofwaardige gebeurtenissen geloofwaardig over te laten komen. De thematiek in het boek is niet zwaar en dat blijft zo als er serieuzere onderwerpen aan bod komen. De diepere laag is soms even zoeken, maar wel veel duidelijker aanwezig dan in de boeken van Jonasson. Dit maakt het boek een verhaal dat je in een ruk uitleest, en vertwijfelt achterlaat na de laatste bladzijde omdat je je afvraagt wat je net in lieve vrede hebt gelezen. Gelukkig wacht je dan een verrassing op de allerlaatste pagina’s.

Albert moet naar huis - elsiereads

Gerritsen, Esther| Broer

Broer - Esther GerritsenHet Boekenweekgeschenk 2016, Broer, is een dialoog. Van de hoofdpersoon met anderen, en van de hoofdpersoon met zichzelf. Een hoofdpersoon die het allemaal goed denkt te doen, totdat haar broer op het toneel verschijnt en alles twijfelachtig wordt. Esther Gerritsen schreef het boek als een psychologische roman met twee kanten:

Olivia (52) is een vrouw die voor het perfecte plaatje gaat, en dat gaat haar aardig goed af. Ze is financieel directeur van een familiebedrijf dat ze vastberaden is om te redden van faillissement. Ook staat ze aan de roer van haar gezin, dat bestaat uit twee zonen. Een probleem is er om op te lossen. Totdat haar broer, waar ze nooit veel mee leek te hebben, op het toneel verschijnt. Met zijn charmes pakt hij iedereen om haar heen in, en duwt haar steeds meer naar de zijlijn van haar eigen leven. Hij steelt haar leven, en zij staat machteloos.

Olivia is moeder van twee jongens, maar vooral financieel directeur van een bedrijf. Een familiebedrijf welteverstaan, maar dat deert niet zoveel want een bedrijf is nou eenmaal een bedrijf. En een bedrijf en gezin moeten met strakke hand geregeerd worden, anders gaat het niet goed. Een probleem is er om op te lossen. Totdat haar gevoelige, beetje vreemde  broer op het toneel verschijnt. Hij laat haar zien dat het in een gezin en familiebedrijf juist draait om sociale, warme banden en emoties en dat zij daar altijd tekort in heeft geschoten. Dat ze het niet perfect hoeft te doen en het leven niet draait om cijfers. 

En hier houdt het verhaal op. Een echte clou ontbreekt. Terwijl je als lezer zit te wachten op een confrontatie of plottwist, besloot Gerritsen dat het hier genoeg was. Enerzijds is dit de kracht van Gerritsens werk; het laat zien dat het leven en vooral mensen niet perfect zijn. Olivia lijkt nooit precies te weten wat van haar wordt verwacht, hetzelfde kunstje als Gerritsen toepaste  in de roman Roxy. Maar Broer is te kort om echt met Olivia mee te leven, zoals in Roxy met hoofdpersoon Roxy veel makkelijker gaat. Hoewel je Olivia’s desillusie snapt, voel je het niet. Het Boekenweekgeschenk van dit jaar is een heerlijke schnabbel voor tussendoor, maar niet meer dan dat.

 

 

 

Lanen, Pepijn | Naamloos

Naamloos - Pepijn LanenDe Jeugd Van Tegenwoordig is zo jeugdig niet meer. Althans, het is mijn mening dat je aardig volwassen bent als je autobiografische boeken op je naam kunt zetten. Rapper Faberyayo van De Jeugd, alias Pepijn Lanen, beschrijft in Naamloos zijn strijd met alcohol en volwassenwording.

Het boek begint met een jonge dertiger die ontwaakt met een kater in een appartement dat hij niet kent. Hij weet zijn naam niet meer, weet niet meer hoe hij in het appartement terecht is gekomen, waar hij werkt enzovoorts. Hij beseft dat deze identiteitscrisis te wijten is aan drank en drugs, en zweert dit een maand lang af om zijn leven weer op de rails te krijgen. Dit gaat echter niet zonder slag of stoot. De jonge man leert dat er meer dingen zijn in het leven die genot geven – iets wat Lanen zelf ook heeft geleerd.

De liefde voor taal zit er goed in bij Lanen. Dit wordt geuit in bijna poëtisch, absurdistisch taalgebruik met grappige taalvondsten: “Een warme deken van Niets bedekt mij sinds enkele dagen. Alsof ik aan het overwinteren ben in de baarmoeder. Een blokhut van non-activiteit, waar de open haard gestookt wordt met machinaal op elkaar geperste blokken leegte. Het niks doen heeft een eigen identiteit aangenomen die de hele tijd achter me staat en mijn schouders masseert.” Het tilt het boek naar een hoger niveau en geeft heel duidelijk Lanens eigen stijl weer; dagelijkse, ogenschijnlijke saaie dingen beschrijven als bijzonderheden. Het verhaal laat je goed meevoelen met de hoofdpersoon, maar is niet echt vernieuwend. Er zitten geen wonderlijke draaien in het verhaal en een clue blijft uit. Hierdoor ontwikkelt het verhaal zich niet en vertelt elk hoofdstuk hetzelfde. Ook de feiten zijn niet altijd gecheckt. Zo vindt de man zijn pinpas, maar staat zijn naam hier niet duidelijk leesbaar op. Even internetbankieren had hem al een heel eind op weg geholpen.

Naamloos is een redelijk verhaal, in een unieke stijl geschreven. De titel is meer dan toepasselijk; het symboliseert letterlijk het naamverlies, en figuurlijk de zoektocht naar eigenheid van de hoofdpersoon. Het verhaal had echter best in de helft van het aantal bladzijden (nu 250) gekund. Op een gegeven moment ontbreekt de behoefte om door te lezen, en dat is jammer. Nu stelt het plot weinig voor, en bestaat het vooral uit een carrousel van feesten, drugs, seks en paniekaanvallen.

Kranendonk, Anke | Altijd vrolijk

Anke Kranendonk - Altijd vrolijkZeventien jaar heeft Anke Kranendonk aan dit boek gewerkt, zeventien jaar en veel frustratie kostte het haar om haar eigen verleden weer op te halen. Met ‘Altijd vrolijk’ als sarcastische titel, vertelt Kranendonk over de worsteling tussen een ‘altijd vrolijk geloof’ en de ‘grote boze wereld’.

Altijd vrolijk gaat over de in de jaren ’60 opgroeiende Aaf van Pommeren. Met haar ouders en broer bezoekt ze op zondag de kerk, maar de rest van de week staat het geloof niet op de voorgrond. Alles verandert echter als haar ouders zich aansluiten bij de pinkstergemeente Het Nieuwe Evangelie. Het geloof is vanaf dan altijd aanwezig in het gezin Van Pommeren, is het niet door gezang en gebed, dan wel als altijd terugkerend gespreksonderwerp. Tevens wordt de deur platgelopen door hulpbehoevenden als haar vader ‘een groot goddelijk talent’ blijkt te bezitten en voorganger wordt.

In de eerste helft van deze roman woont Aaf nog thuis en is actief betrokken bij de kerk. De positieve, maar vooral ook negatieve kanten van deze kerk komen duidelijk naar voren. Zo krijgen haar ouders diverse tegenslagen te verwerken, zoals depressie, kerkscheuringen en ontslag. Dit wordt echter weggezongen of -gebeden. En als dat niet voldoende is, is het een kwestie van de duivel uitdrijven. Aaf vlucht voor al dit godsdienstgeweld door steeds verder te zwemmen in het meer achter het huis.

De tweede helft van de roman beschrijft Aafs leven nadat ze op kamers is gaan wonen in Amsterdam. De worsteling die Aaf hier doormaakt tussen het ‘veilige’ leven met God en het ‘goddeloze’ leven in de stad, is uitzonderlijk goed beschreven. De angst om overmeesterd te worden door satan voel je bij alles wat ze doet en hoort, maar tegelijk komen haar adolescente gevoelens naar boven. Dit levert tegenstrijdige en pijnlijke situaties op, waarbij de band tussen haar ouders en haar steeds meer onder druk komt te staan. Dit komt vooral naar boven als Aaf talent blijkt te hebben voor zwemmen en Nederlandse kampioen vrije slag wordt. “Haar ouders zaten niet op de tribune, ze waren er nog nooit geweest. Ze had ze wel eens uitgenodigd om een wedstrijd mee te maken, maar vader moest preken. (…) ‘Moet je nu zo nodig ook op de dag van de opstanding in dat water liggen?’ had vader gevraagd, waarop het antwoord in haar keel verklonterde en ze zwijgend de hoorn erop had gelegd.”

Na negentig kinderboeken is dit Kranendonks literaire debuut. Het taalgebruik is helder en niet wollig of kinderachtig. Wat erg knap is, is dat Kranendonk wel vraagtekens stelt bij de kerk, maar niet oordeelt. De kerk biedt houvast, maar is tegelijk moeilijk te verlaten als het je thuis niet is. De elementen van de zoektocht naar identiteit van Aaf die niet met de kerk te maken hebben, vallen echter wat in het niet en krijgen te weinig aandacht. Voor mensen met interesse in het geloof of gelovigen, is dit boek een interessant inkijkje in ‘de vrolijke kerk’. Voor mensen met weinig kennis over het pinkstergeloof, geeft dit boek niet voldoende uitleg en zijn gedachtegangen moeilijk te volgen.